Zonne-akkers in Nederland geen alternatief voor Russisch gas
De afgelopen jaren is steeds meer landbouwgrond gebruikt voor de aanleg van zonne-akkers - grote stukken land die vol worden gebouwd met zonnepanelen. Het past in het Nederlandse, en Europese, streven, om energieneutraal te worden. Die aanpak is echter niet efficiënt; we kunnen meer groene energie opwekken als we op die velden graan verbouwen.
De oorlog in Oekraïne laat zien hoe afhankelijk de EU is van het buitenland, en hoe conflicten in dat buitenland de Europese burger raken. Niet enkel emotioneel, maar ook in de portemonnee. Het eerst was dat te zien in de prijzen van energie en benzine. Op woensdag 23 februari noteerde de gasprijs op de EEX, de European Energy Exchange, 80 euro per megawattuur. Op donderdag 24 februari viel Rusland Oekraïne binnen en de gasprijs sprong meteen met een tientje omhoog. Twaalf dagen later, op 8 maart, is die prijs geëxplodeerd naar net onder de 220 euro per megawattuur.
Recordhoogten
Die gasprijs sleurt alle andere energieprijzen mee omhoog. Kijk bijvoorbeeld naar de benzineprijs, die binnen twee weken naar recordhoogten is gestegen. Alle reden om zo snel mogelijk zelfvoorzienend te worden in energie, zou je denken - en zonne-akkers aanleggen op landbouwgrond lijkt dan een logische stap. Nu was Nederland daar al mee bezig, samen met andere EU-landen, vanwege het streven om in 2050 energieneutraal te worden. Die neutraliteit is niet enkel goed voor het klimaat, blijkt nu, maar maakt Europa wat energie betreft ook minder afhankelijk van andere landen. Niet voor niets kondigde Frans Timmermans aan dat de Europese Commissie dit proces wil versnellen.
Graan verdwijnt
Elke hectare landbouwgrond die wordt ingezet voor het winnen van energie kan echter niet meer worden gebruikt voor het produceren van voedsel. Je kunt daar bijvoorbeeld geen graan meer op verbouwen. En dat terwijl Europa niet alleen van het buitenland afhankelijk is wat betreft energie, maar ook van graan. Het gebied rond de Zwarte Zee is van oudsher de graanschuur van Europa geweest, maar de oorlog maakt dat graan nu onbereikbaar. De oogst kan niet van het land worden gehaald, de Zwarte Zee-havens zijn buiten gebruik, en het is hoogst onzeker of tarwe voor het nieuwe seizoen kan worden ingezaaid. Je ziet dat ook de graanprijzen naar recordhoogten stijgen - op de Parijse beurs is de prijs voor tarwe anderhalf keer zo duur geworden, van 278 euro per ton op 23 februari naar 423 euro op 8 maart. En de markt rekent op verdere prijsstijgingen.
Voedselneutraal
Om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse schokken is het dus belangrijk dat Europa niet enkel energieneutraal wordt, maar ook zo goed mogelijk voedselneutraal. Daarbij hoort het efficiënt gebruik van landbouwgrond - en het plaatsen van zonnepanelen op Nederlandse akkers is dat allesbehalve. Om het even simpel te zeggen: landbouwgrond zou kunnen worden gebruikt voor het opwekken van zonne-energie of voor het verbouwen van graan (in werkelijkheid kan het nog voor veel meer gebruikt worden; voor het bouwen van woningen, of het vergroten van het natuurareaal, maar laten we het even eenvoudig houden). En om te kijken wat het meest efficiënt is, moeten we kijken wat de opbrengst van een hectare is, in kilowattuur of in tonnen graan.
Stroom of graan
Zonne-energie eerst. Het Photovoltaic Geographical Information System van de Europese Unie toont geografisch hoeveel energie een zonnepaneel oplevert, afhankelijk waar het staat. We kunnen daar zien dat zonnepanelen in Groningen per jaar zo'n 955 kilowattuur (kWh) genereren, waar dat in Middelburg 1055 kWh is. Amsterdam zit daar met 1008 kWh mooi tussenin - maar laten we zeggen dat de gemiddelde opbrengst per zonnepaneel in Nederland 1000 kWh/jaar is. Er passen 3000 zonnepanelen op een hectare. Dat betekent dat een hectare zonnepanelen in Nederland 3.000.000 kWh/jaar, of 3.000 megawattuur (MWh) per jaar kan produceren.
Graan dan. Eurostat laat zien dat Nederland in 2020 1,36 miljoen ton graan op 172.000 hectare produceerde. Per hectare is dat bijna 8 ton graan. Een hectare landbouwgrond kan dus per jaar 3.000 MWh aan energie opleveren, of 8 ton graan.
Geen autarkie
Men kan zich nu afvragen wat dan de juiste mix aan energie of graan is, maar dat is de foute vraag. Want Nederland is geen autarkie. Wij zitten samen met zesentwintig andere landen in een Europese Unie - een groot vrijhandelsgebied (en nog veel meer). En dat zijn dus nog zesentwintig andere landen die ook graan kunnen verbouwen of zonne-akkers aan kunnen leggen. Een optimalisering per land, of een Europese verplichting per land om in 2030 voor 50 procent energieneutraal te zijn, is niet efficiënt.
Kijk bijvoorbeeld naar Spanje. Een zonnepaneel daar levert per jaar tussen de 1190 kWh (in Santander, in het noorden van Spanje) en 1770 kWh (in het Zuid-Spaanse Almeria) op. Gemiddeld is dat zo'n 1480 kWh/jaar (in werkelijkheid zal dat meer zijn, omdat de opbrengsten niet lineair toenemen naarmate je zuidelijker komt). Per hectare is dat 4,44 MWh/jaar. Daarnaast heeft het land in 2020 op bijna 6 miljoen hectare zo'n 26,5 miljoen ton graan geproduceerd. Dat is net geen 4,5 ton graan per hectare.
Ruilen
Een hectare landbouwgrond in Nederland levert dus bijna twee keer zoveel graan op als een hectare in Spanje, terwijl die Spaanse hectare anderhalf keer zoveel energie kan opwekken. Houd dat eens in gedachten bij de vraag hoe je een hectare Nederlandse landbouwgrond zo efficiënt mogelijk energie kan opwekken. Nu wordt die hectare volgeplempt met zonnepanelen. Dat levert 3.000 MWh/jaar op.
Gebruik die hectare nu eens om er graan op te verbouwen. Dat graan breng je daar naar Spanje, waar ze bijna twee keer zoveel oppervlakte nodig hebben voor die hoeveelheid, en daar ruil je het tegen de hoeveelheid energie die ze daar op diezelfde oppervlakte kunnen produceren. Dan levert zo'n hectare landbouwgrond geen 3.000 MWh/jaar, maar 7.800 MWh/jaar op. Meer dan twee en een half keer zoveel, en in Spanje eet men er geen korrel minder graan om.
Die 7.800 MWh/jaar is de theoretisch maximaal haalbare energieopbrengst, en dan nemen we aan dat Spanje niet meer graan wil hebben dan het nu al produceert. In werkelijkheid zal Spanje meer graan vragen, waardoor de energieopbrengst van die Nederlandse hectare tussen de huidige 3.000 MWh/jaar en die maximale 7.800 MWh/jaar uitkomt, en de Spaanse graanproductie per hectare ergens tussen de huidige 4,5 ton en een theoretisch maximale 11,5 ton ligt. Maar het eindresultaat is toch dat én de graanopbrengst per hectare in Spanje én de energieopbrengst in Nederland hoger wordt.
Comparatief voordeel
Als Nederland dus efficiënt energie wil opwekken, moet het geen zonne-akkers aanleggen in eigen land. Dat moet het laten doen in Spanje, en die Spaanse energie dan ruilen tegen in Nederland geproduceerd graan. Het levert én Nederland én Spanje meer energie, meer graan, en minder afhankelijkheid van landen buiten de EU op.
Ruim tweehonderd jaar geleden, in 1817, vertelde David Ricardo al dat als twee landen handeldrijven met elkaar, de welvaart in beide landen stijgt - al nam hij dan niet landbouwgrond, maar arbeid, als uitgangspunt van zijn analyse. Op deze theorie van comparatief voordeel is een van de grondvesten van de Europese Unie, de interne markt, gebaseerd. Het is dan vreemd om te zien dat diezelfde Europese Unie van zijn lidstaten vraagt om ieder voor zich 50 procent groene energie op te wekken, in plaats van het Europees te regelen. Die vereiste levert Europese burgers minder welvaart op, en een grotere afhankelijkheid van het buitenland.
Beeld: Regendrupels op zonnepanelen (Balcock Solar Project CC BY 2.0)