VN-organisaties 'bekeren' zich tot agro-ecologie
Van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, was al langer bekend dat zij agro-ecologie zien als de beste manier om aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Agenda 2030 te voldoen. Uit een recent gepubliceerd rapport blijkt dat ook het High Level Panel of Experts (HLPE) van het Committee on World Food Security van de VN zich heeft bekeerd tot de agro-ecologie. Volgens critici ruilen ze daarmee de wetenschappelijke aanpak van het vraagstuk van de voedselzekerheid in voor een ideologisch gedreven eco-activisme, dat boeren belemmert om gebruik te maken van moderne landbouwtechnologie.
Transformaties
In het onlangs gepubliceerde rapport van het HLPE worden twee transformaties naar een meer duurzaam voedselsysteem naast elkaar gezet: agro-ecologie en duurzaam intensiveren. Bij duurzaam (ecologisch) intensiveren ligt de nadruk op het zoveel mogelijk gebruik maken van moderne technologie voor een zo hoog mogelijke opbrengst per hectare met zo min mogelijk gevolgen voor natuur en milieu.
Agro-ecologie wordt gepresenteerd als een voedselsysteem dat zich dat zich vooral laat leiden door ecologische principes, waarbij zo min mogelijk externe inputs, zoals kunstmest, fossiele brandstoffen en synthetische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Een belangrijk sociaal-economisch uitgangspunt is verder dat het voedselsysteem lokaal gericht is en dat boeren zich niet afhankelijk moeten maken van Big Ag - de grote multinationale bedrijven die zaaizaad en landbouwchemicalien leveren - en van Big Commerce - de voedingsmultinationals en retailers.
Liever niet
Het rapport van het HLPE suggereert een evenwichtige behandeling van beide stromingen, maar de voorkeur ligt toch duidelijk bij de agro-ecologische aanpak. Als het gaat om moderne biotechnologie bijvoorbeeld, constateren de onderzoekers dat genetisch gemodificeerde of geredigeerde (CRISPR-) gewassen een belangrijk onderdeel vormen van het landbouwsysteem in een aantal landen. Vervolgens schrijven ze dat er geen duidelijk bewijs is dat agro-ecosystemen, die momenteel geen gebruik maken van deze technologie, er op termijn baat bij kunnen hebben. Met andere woorden: Liever niet.
Iets dergelijks geldt ook voor het gebruik van kunstmest. Weliswaar erkennen de onderzoekers dat kunstmest belangrijk is voor voedselzekerheid. Tegelijkertijd pleiten ze voor het uit faseren van kunstmest vanwege de milieuproblemen die zijn ontstaan door het overmatig gebruik ervan. Het overmatig gebruik van dierlijke mest levert minstens evenveel milieuproblemen op, maar dat past dan weer wel in een agro-ecologische aanpak, waarbij de nadruk ligt op organic management van de bodem met alleen in uiterste nood een vleugje kunstmest. Dat het uitfaseren van kunstmest de voedselzekerheid van nog eens twee miljard mensen verder ondermijnt, wordt nergens vermeld.
Vaagtaal
Hoewel geschreven door experts, munt het rapport uit in vage taal en tegenstrijdigheden. Als het bijvoorbeeld gaat over het verschil in opbrengst, lezen we op de ene bladzijde dat de gangbare landbouw gemiddeld 20 tot 30 procent meer oplevert dan de biologische landbouw. Een bladzijde verder wordt zonder enig commentaar een meta-analyse aangehaald van Catherine Badgley uit 2007 waaruit zou blijken dat de opbrengsten in de biologische landbouw juist 20 tot 60 procent hoger liggen. Al bij verschijnen, werd die studie in en commentaar in hetzelfde tijdschrift afgekraakt, omdat die niet voldeed aan elementaire voorwaarden voor een wetenschappelijk onderzoek. Maar dat wordt dan weer niet vermeld.
Ook als het gaat om de kwestie land sparing versus land sharing is cherry picking de onderzoekers niet vreemd. Ze erkennen dat hogere opbrengsten per hectare inderdaad leiden tot meer ruimte voor echte natuur en meer biodiversiteit, iets dat ook meermalen is aangetoond in wetenschappelijk onderzoek Tegelijkertijd zetten ze vraagtekens bij de betekenis van relatief geïsoleerde natuurgebieden voor de biodiversiteit, waarmee ze zichzelf dus eigenlijk tegenspreken. De redenering wordt nog hallucinanter als de onderzoekers stellen dat de biodiversiteit beter gewaarborgd is bij agro-ecologische landbouw, omdat die de gelegenheid biedt voor het aanleggen van corridors zodat dieren en planten zich van het ene naar het andere natuurgebied kunnen verplaatsen. Los van de vraag waarom dat niet zou kunnen bij ecologisch intensieve landbouw, blijft het feit dat het areaal voor natuur afneemt bij de agro-ecologische benadering. Bovendien blijkt dat de biodiversiteit veel beter gewaarborgd is in grote aaneengesloten natuurgebieden dan in postzegels ook al zijn ze via bermen, akkerranden en sloten met elkaar verbonden.
Dead end
Hoewel de titel suggereert dat ook other innovative approaches worden besproken, ligt de nadruk op agro-ecologie als dé weg naar duurzame voedselzekerheid voor de wereld. Nassib Mugwanya, werkzaam bij het Oegandese Informatiecentrum voor Biowetenschappen moet daar absoluut niet aan denken. Op de website van de Amerikaanse denktank The Breakthrough Institute schreef hij dat agro-ecologie een dead end is voor Afrikaanse boeren die de voedselvoorziening zeker willen stellen.
Volgens Mugwanya past agro-ecologie in een manier van denken, die de nadruk legt op kleinschalig, lokaal, energie-arm en arbeidsintensief. Met zijn afwijzing van moderne technologie is de agro-ecologische aanpak hooguit een meer verfijnde manier om Afrikaanse boeren gevangen te houden in armoede. In these ways, proponents of agroecological farming in Africa effectively advocate for the status quo, not transformation.
Moderne landbouwmethoden hebben hun problemen en beperkingen, schrijft Mugwanya, maar dogmatisch vasthouden aan een model dat in wezen weinig verschilt van traditionele landbouwmethoden biedt geen oplossing. In plaats van je te fixeren op methoden en technieken moeten we de focus verleggen naar doelen en resultaten. Stap af van dat rare onderscheid tussen traditioneel en modern. Landbouwmethoden, of ze nu agro-ecologisch zijn of zijn gebaseerd op moderne technologie, zijn hulpmiddelen of gereedschappen en geen handboeien.
Techniek vogelvrij
Waar Mugwanya agro-ecologie nog enig krediet geeft, is de Britse consultant Chris Bullivant veel negatiever in zijn oordeel. In de online nieuwsbrief CAPX stelt hij dat de agro-ecologie agenda van de Verenigde Naties voor de Afrikaanse landbouw een terugkeer naar de veertiende eeuw betekent. Juist op het moment dat de landbouw in Afrika begint te fungeren als startmotor voor economische ontwikkeling propageren VN-organisaties een landbouwmodel dat Afrika opsluit in een pre-industrieel voedselsysteem.
Welke andere technieken zullen we vogelvrij verklaren, is de - retorische - vraag van Bullivan. Beperken we ons tot technieken van de twintigste eeuw zoals antibiotica, radio, mobiele telefonie en internet? Of gaan we nog wat verder terug in de tijd en zijn ook technieken als de stoommachine, vaccins en kunstlicht vogelvrij? Waarmee hij maar wil zeggen dat een door de VN afgedwongen transformatie naar agro-ecologische landbouw Afrika veroordeelt tot iets dat vergelijkbaar is met de Donkere Middeleeuwen toen de levensverwachting in Europa daalde door misoogsten en infectieziekten.
Dogmatiek
Volgens Bullivan wordt agro-ecologie vooral gestimuleerd door VN en andere organisaties, omdat ze dan niet zoveel hoeven te doen om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen. Zoals Mugwanya al opmerkte is agro-ecologie hooguit een verfijning van de traditionele landbouwmethoden in Afrika. Door te zorgen dat die landbouwmethoden in stand blijven, hoeven ze minder te investeren in de ontwikkeling van de landbouwsector en daarmee in de economische ontwikkeling van het continent.
Enige overdrijving is Bullivan niet vreemd, maar hij heeft wel een punt als hij wijst op de aversie tegen moderne technologie onder de die hards van de agro-ecologie. Een belangrijk motief voor die afwijzing is de veronderstelling dat moderne technologie boeren afhankelijk maakt van Big Ag, de grote multinationale bedrijven die uitgangsmaterialen en agro- chemicaliën leveren. In plaats van iets te doen aan de macht van die concerns wordt de technologie tot schuldige gebombardeerd. Dat is niet alleen slordig, maar ook gevaarlijk denken. Als in de landbouw de dogmatiek het denken vervangt, ligt rampspoed op de loer zoals de recente geschiedenis heeft laten zien na de Holomodor in de Sovjet-Unie en de Grote Sprong Voorwaarts in China.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@agrio.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee, vraag een gratis proefnummer aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Joost van Kasteren Beeld: Mitchell Maher, IFPRI