'Varkens worden blij van turf en chocoladerozijntjes'
Wie met varkens werkt, weet dat het intelligente en sociale dieren zijn. Wellicht heeft diegene ook de ervaring dat er soms gebeurtenissen zijn, waarbij het lijkt alsof een varken emotie toont. We observeren echter met menselijke ogen en die zijn subjectief. Om zonder het menselijk oog naar de emoties van dieren te kijken, is daarom objectief wetenschappelijk onderzoek nodig. Dat doen ze op de Wageningse Universiteit, maar dat onderzoek staat wel in de kinderschoenen.
Het in kaart brengen van emoties bij varkens, en dieren in het algemeen, is een ingewikkeld onderwerp en vergt jaren van observatie en analyse. Inonge Reimert is een van de onderzoekster die de emoties van varkens onderzoekt.We wilden onderzoeken hoe je kunt zien dat varkens blij en positief zijn. Die studie is echter al van een tijd terug, maar is pas recentelijk gepubliceerd.
Reimert wilde achterhalen of er meerdere indicatoren zijn die laten zien hoe het varken zich voelt. Voor dit emotieonderzoek hebben we gewone productievarkens gebruikt. Ik had een proefopstelling van een positieve ruimte met een laag stro, turf en zaagsel waar twee varkens in zaten. In de bodemlaag zaten ook wat chocoladerozijntjes verstopt. Pal naast dit hok waren twee kale, negatieve hokken waar in elk hok één varken in isolatie zat. Om gewenning te voorkomen, zorgden we voor wat negatieve behandelen door bijvoorbeeld op verschillende tijden een paar seconden een strop om de neus van het varken te doen. De varkens konden elkaar niet zien, maar wel horen en ruiken.
Kwispelgedrag
Reimert: We hebben vervolgens heel goed gekeken naar het gedrag van de dieren en de twee behandelingen vergeleken. In de positieve ruimte speelden de varkens veel en de staarten kwispelden ook veel meer. In de negatieve ruimte was geen speelgedrag te zien en de staarten kwispelden niet. Het staartgedrag zie je volgens Reimert ook bij varkens die als huisdieren worden gehouden. De staarten kwispelen als ze iets lekkers te eten krijgen. Je kunt dus waarschijnlijk zien dat varkens blij zijn door hun kwispelgedrag. Ze blijken ook te kwispelen als ze bekende varkens of mensen zien.
Kwispelen is dus eerder een uiting van een positief dan een negatief gevoel. Verder zagen we dat de oren van het varken naar zijwaarts gedraaid werden of plat in de nek lagen als ze negatief gestemd waren. Als de oren ontspannen en naar voren staan, is er waarschijnlijk weinig aan de hand en zijn ze positiever gestemd. In een Tsjechische studie kwam men met dezelfde conclusie over de stand van oren. Het kwispelgedrag, stand van de oren en varkensgeluiden waren echter de enige indicatoren op een positieve emotie die wij zagen. Wellicht zijn er meer indicatoren, maar die waren waarschijnlijk te subtiel en moeten verder onderzocht worden. Overigens zijn er meer indicatoren voor een negatieve dan positieve emotie. Een negatieve indicator kan zijn dat het varken een verstijfde houding aanneemt, gilt of krijst en meer poept en plast als stressontlasting.
Spelen is besmettelijk
Reimert heeft ook gekeken hoe varkens op elkaar reageren en of ze emoties kunnen overdragen. Menig varkenshouder zal weten dat als een varken schrikt er een golf van schrikreacties door de stal gaat. Maar datzelfde geldt voor spelen. Spelen is besmettelijk. In haar onderzoek concludeert Reimert dat varkens elkaars emotie overnemen en kunnen beïnvloeden. We zagen in onze proefopstelling dat als de varkens in de positieve ruimte ging spelen, hokgenoten in een aangrenzende maar verder kale ruimte, ook gingen spelen zonder dat ze er zelf reden toe hadden.
Reimert deed tevens een experiment waarbij er geen varkens in de positieve ruimte aanwezig waren. De varkens in de negatieve ruimte vertoonden ineens veel meer angstsymptomen als verstijving en meer ontlasting. Blijkbaar hadden de positief gestemde varkens een positieve invloed. Naast besmetting van positieve emoties, zagen we ook besmetting van negatieve emoties. Als de varkens in de negatieve ruimtes zaten, vertoonden de hokgenoten in de aangrenzende ruimte ook angstsymptomen als verstijving en meer ontlasting.
De Wageningse onderzoekster keek ook hoelang de emoties bleven nawerken als ze de varkens terug in de normale thuishokken met andere varkens plaatsten. Vooral bij de varkens in het negatieve bleek dat ze de eerste vijf minuten behoorlijk van slag waren. Maar na tien minuten waren ze al minder van slag. Wat we ook vaststelden, was dat de hokgenoten die in het thuishok achter gebleven waren meer gingen liggen dan normaal nadat de varkens van de negatieve ruimte teruggekeerd waren. Waarschijnlijk namen ze de gemoedstoestand van de negatieve varkens over. Bij terugkeer uit het positieve hok constateerden we bij deze varkens geen verandering, maar de hokgenoten in het thuishok kwispelden en speelden meer. Maar de varkens uit de positieve ruimte zaten onder de turf en varkens zijn razend gek op turf. Wellicht maakte dit de varkens in het thuishok zo opgewonden dat ze meer gingen spelen en kwispelen. Turf kan dus een positief effect op het welzijn van het varkens kan hebben.
Praktische vertaalslag
Voor een praktische vertaalslag waar de varkenshouder iets mee kan, zijn de conclusies van het onderzoek nog iets te summier en alleen van toepassing op vleesvarkens of biggen en niet op de zeugen. Bovendien is niet duidelijk of dit voor de varkenshouder tot betere financiële resultaten leidt. Er is volgens Reimert veel meer onderzoek nodig.Wel geeft het onderzoek aan dat een positieve behandeling van het varken invloed heeft op de emoties, welzijn en gezondheid van de hele varkensstapel. Dat lijkt een open deur. Uit een ander onderzoek komt echter naar voren dat biggen, die in de verrijkte kraamhokken zitten en kunnen socialiseren met andere tomen, socialer en rustiger gedrag vertonen. Ze zijn bovendien weerbaarder en minder gevoelig voor ziekten.
Als een varkenshouder inzicht heeft in de emotie en het gedrag en dit positief weet te beïnvloeden, heeft hij een instrument om het welzijn en gezondheid te sturen. Bijvoorbeeld door zieke dieren standaard naar een ziekenafdeling te verplaatsen of te zorgen voor één extra verrijkt hok met turf per afdeling. De positieve varkens zullen hun invloed tonen en als de schotten dan ook nog eens weggehaald worden, kunnen de andere varkens ook delen en profiteren van het verrijkte hok. In plaats van de hele afdeling te verrijken, kan dat volstaan worden met slechts één verrijkt hok. Wat wel vaststaat, is dat hokverrijking en een positieve behandeling voor meer rust, minder agressie en minder staartbijten zorgen. Staartbijten blijft echter multifactorieel.
Varkens blaffen
Tijdens haar observaties ontdekte de Wageningse onderzoeker Inonge Reimert dat varkens verschillende geluiden maken en dat ze zelfs blaffen. Niet zoals een hond, maar het geluid lijkt er wel op. Dat doen ze vaak als ze aan het spelen zijn. Ze hebben echter meerdere blafgeluiden. Het menselijke oor hoort het verschil echter eigenlijk niet, maar er is een studie gedaan waaruit blijkt dat er wel degelijk een verschil in geluid is en varkens horen het verschil ook. Er is een diepgravende studie naar varkensgeluiden (Friel en Schon) gedaan, maar daar is tot nu weinig mee gedaan. Als deze geluiden echter door een computer automatisch kunnen worden geanalyseerd, bestaat er de mogelijkheid om bijvoorbeeld naast een hoestmonitor ook een geluids- of stressmonitor te gebruiken. Aan de hand van het varkensgeluid weet de varkenshouder dan hoe gestrest of rustig zijn varkens zijn. Dat kan handig zijn om bijvoorbeeld de veranderingen in management te monitoren. Het zou zelfs als alarm kunnen dienen als uit de geluidsmonitoring ineens blijkt dat de afdeling erg gestrest is.
Tekst: Reinout Burgers Beeld: Ellen Meinen