Regulerende heffingen lossen stikstofprobleem op
De stikstofproblematiek speelt al tientallen jaren. In het begin van de jaren negentig zorgden hoge ammoniakemissies voor te veel uitspoeling van nitraat naar het grond- en oppervlaktewater. Zelfs de kwaliteit van het drinkwater was in gevaar. In 1992 is Carla Moonen - huidige eerste kamerlid voor D66 - in Wageningen University afgestudeerd op het effect van regulerende heffingen (belastingen) op stikstofoverschotten in de veehouderij.
De karakteristieken van het stikstofprobleem waren toen hetzelfde als nu: veel individuele bedrijven die stikstof uitstoten, terwijl de ingrijpende kosten voor oplossingen niet gemakkelijk zijn te verhalen op overheid of consument. In die situatie zijn regulerende heffingen een doeltreffende en handhaafbare oplossing.
Mineralenaangifte
Als Raadsadviseur en lid van de WRR leek het mij destijds verstandig de afstudeerscriptie van Carla Moonen als uitgangspunt voor de oplossing te nemen. Stikstofuitstoot belasten dus. Mede op basis van ons advies werd in 1998 het Mineralenaangiftesysteem (MINAS) ingevoerd. In dit systeem moeten de veehouderijbedrijven een mineralenboekhouding bijhouden en een heffing betalen wanneer hun mineralenoverschot per hectare een voor fosfaat en/of stikstof vooraf vastgestelde norm overschrijdt.
Reductie uitstoot
Dankzij de mineralenbalans van individuele bedrijven, is de uitstoot van stikstof en andere mineralen vrij precies meetbaar. Door het stikstofoverschot te beprijzen wordt het voor een agrariër aantrekkelijk om op zijn bedrijf de stikstofoverschotten te laten dalen en zodoende weinig heffing te betalen. Uit het advies van de Commissie Remkes blijkt dat de landbouw in de periode tussen 1990 en 2005 de stikstofemissies met meer dan 60% reduceerde. Dit kwam waarschijnlijk vooral door de invoering van het MINAS.
Verrassend enthousiast
Het afstudeeronderzoek naar regulerende heffingen van Carla Moonen liet zien dat relatief lage heffingen op stikstofoverschotten al tot gedragsveranderingen leiden die gunstig zijn voor het milieu. Door enkele euros heffing per kilogram stikstofoverschot daalt het stikstofoverschot al gauw met 100 kilogram per hectare. De inkomensverliezen voor ondernemers zijn beperkt omdat zij zelf kunnen bedenken hoe zij met hun bedrijfsvoering het beste op de heffingen kunnen inspelen. Juist dit punt maakt regulerende heffingen interessant.
Veehouders waren ook verassend enthousiast over het voorstel bemerkte Moonen toen ze na haar afstuderen het idee van regulerende heffingen besprak met veehouders. Dit kwam omdat zij in dit voorstel zelf de regie houden over stikstofbeperkende maatregelen zoals andere stallen of ander veevoer. Het laten terugvloeien van de opbrengsten van heffingen naar de sector kan dit enthousiasme verder versterken.
Hardhandig
In 2006 is het MINAS door de invoering van een nieuw mestbeleid afgeschaft en vervangen door een stelsel op basis van generieke gebruiksnormen. De uitstoot van mineralen werden dus niet langer op bedrijfsniveau vastgesteld en belast. Politieke weerstand in de Tweede Kamer en fraudegevoeligheid - mede als gevolg van een amendement in de wet - waren daarvoor de belangrijkste argumenten.
De reductie van ammoniakemissie vanuit de landbouw stagneerde direct en agrariërs maakten hardhandig kennis met het alternatief. Middelvoorschriften, zoals van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), zijn sinds 2015 als een lawine over de bedrijven uitgestort en vormen een grote belasting voor agrariërs, terwijl ze uiteindelijk niets op leveren.
Legio voordelen
Inmiddels lijken de aanvankelijke bezwaren tegen het MINAS verdwenen. Ook de LTO heeft onlangs een voorkeur uitgesproken voor de herintroductie van de afrekenbare stoffenbalans. Terecht, de voordelen zijn legio. Zoals gezegd leiden relatief lage heffingen op overschotten al tot gedragsveranderingen die gunstig zijn voor het milieu. Met regulerende heffingen kan de overheid ook sturen op de stikstofuitstoot door de normen op overschotten na verloop van tijd aan te scherpen.
De heffingen komen terecht bij bedrijven die boven de norm van de afrekenbare stoffenbalans uitkomen. Dit stimuleert bedrijven om uitstoot te beperken. De handhaafbaarheid kan worden geborgd door de balans bij te houden op zowel perceels- hectare- als bedrijfsniveau. Naast dit dubbele slot kunnen we de emissies tegenwoordig ook via metingen controleren. De uitvoeringslasten kunnen laag blijven en de eliminering van overschotten is een zekerheid!
Trendbreuk nodig
De huidige Stikstofwet zal niet voldoende zijn om de stikstofproblematiek op te lossen. Het risico is groot dat het land op slot gaat, juist als we uit de coronacrisis gaan komen. Ik hoop daarom op een trendbreuk met de dure en ondoelmatige middelvoorschriften. Pak de trend van substantiële vermindering van stikstofoverschotten van de jaren negentig weer op! Introduceer de afrekenbare mineralenbalans!
Foto: ILVO
Tekst: Rudy Rabbinge