KIPPEN ZONDER KOP
Terug in de tijd. In maart 2005 bezocht ik de jaarlijkse toogdag van de biologische sector, het EKO-congres, op het landgoed Rhederoord. Ik heb daar toen een artikel over geschreven voor het tijdschrift Spil, de roemruchte voorganger van Vork. Voor de liefhebbers heb ik de kale tekst op mijn website gezet. De kippen op de foto hebben overigens niets te maken met het onderzoek, maar zijn van Johan Leenders. Maar dat terzijde.
Kort samengevat kwamen mijn bevindingen erop neer dat de biologische sector toentertijd naarstig op zoek was naar een manier om zich te onderscheiden van de gangbare sector. Een jaar eerder had Peter Blom, directievoorzitter van de Triodosbank, vastgesteld dat de biologisch een veel te vaag begrip was voor de gemiddelde consument. Als de sector zich niet beter van gangbaar zou weten te onderscheiden, bijvoorbeeld met de claim dat biologische producten gezonder zijn en daarom een hogere prijs rechtvaardigen, zou het marktaandeel altijd marginaal blijven.
Biologische zuivel gezonder?
Een jaar later, in 2005 werd hij op zijn wenken bediend. Op het EKO-congres in Rhederoord presenteerde Machteld Huber, de hoofdpersoon uit de Zembladocumentaire, de resultaten van haar onderzoek naar zuivel. Huber is antroposofisch arts en was onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut dat onderzoek doet en deed voor de biologische landbouw. Het onderzoek liet volgens haar glashelder zien dat biologische zuivel meer stoffen bevat - met name CLA (geconjugeerd linolzuur) en omega-3 vetten - die de gezondheid bevorderen dan gangbare zuivel.
Bij nadere beschouwing bleek echter dat die conclusie - zacht gezegd - nogal voorbarig was. Het onderzoek rammelde nogal qua opzet en uitvoering. De steekproef was buitengewoon klein (melk van tweemaal vijf boeren) en de verstorende factoren, zoals de verschillen in voersamenstelling, rassen en lactatieperiode waren erg groot. Te groot in ieder geval om er conclusies aan te verbinden.
Naast de reguliere wetenschappelijke methoden had het Louis Bolk Instituut ook gebruik gemaakt van technieken als biofotonenanalyse en biokristallisatie, zogenaamde holistische methoden, waaruit zou blijken dat biologische zuivel gezonder was dan gangbare. Die technieken worden in de reguliere wetenschap echter niet erg serieus genomen en vaak op een lijn worden gesteld met aardstralen, homeopathie en andere vormen van kwakwetenschap.
Ministerie stimuleerde bio-landbouw
Niet alleen de biologische sector was naarstig op zoek naar argumenten op de hoger prijs van biologische producten te rechtvaardigen, maar ook het ministerie van LNV. De toenmalige minister Cees Veerman (ook in de Zembladocumentaire) had zich, evenals zijn voorganger Laurens Jan Brinkhorst vastgelegd op de ambitie om zowel het areaal als de omzet van de biologische landbouw fors te verhogen. Die ambitie werd door een groot deel van het parlement werden gesteund. Alleen die eigenwijze consument wilde niet meedoen. Die had weliswaar de mond vol over milieu en welzijn, maar bleef die gewoon vullen met de goedkopere, gangbare producten.
In 2005 wordt er dan ook een nieuw onderzoek opgetuigd, dat - als het goed is - een wetenschappelijke onderbouwde claim op gaat leveren dat biologische producten toch echt gezonder zijn. Onder invloed van onder meer het internationale research netwerk Food, Quality and Health (FQH), waar ook het Louis Bolk Instituut indertijd deel van uitmaakte, wordt besloten tot een holistische aanpak. Het FQH-netwerk omvat voornamelijk onderzoeksinstituten op het terrein van de biologische landbouw en wordt onder meer ondersteund door de Nederlandse Triodosbank en Eosta, distributeur van ecologische groenten en fruit.
Immunologisch uitgedaagde kippen
De holistische aanpak houdt in dat niet alleen wordt gekeken naar het eventuele verschil in samenstelling en kwaliteit tussen biologische en gangbare producten, maar ook naar het effect op de gezondheid. In dit geval het immuunsysteem en het gedrag van kippen. Verschillende partijen, waaronder de ministeries van Landbouw en van Economische Zaken en de Rabobank en de Triodosbank lappen een budget van ongeveer één miljoen euro. Huber wordt aangesteld als onderzoeksleider, maar moet wel samenwerken de vakgroep Immunologie van Huub Savelkoul, met TNO Kwaliteit van Leven en met het Rikilt (tegenwoordig Wageningen Food Safety Research).
Dan het onderzoek. Je kan er veel over zeggen, want er is in korte tijd veel onderzocht. Zo kon Huber zich bijvoorbeeld weer uitleven met haar complementaire analyses, biokristallisatie- en biofotonenanalyse. De bottom line is echter dat er inderdaad een immunologisch effect is opgetreden, nadat zowel de met gangbaar als met biologisch voer grootgebrachte kippen waren geïnjecteerd met KLH.
KLH staat voor keyhole limpet hemocyanine) en is een koperhoudend eiwit afkomstig van Megathura crenulata, een zeeslak uit de familie van de gathorens. Het is geen virus of bacterie en je meet er dan ook geen functionele immuniteit mee. Opvallend was dat de biologisch gevoerde kippen sterker reageerden op de KLH-injectie, maar ook ietwat sneller groeiden, nadat ze over de immunologisch schok heen waren.
Wel of geen effect op de gezondheid
Onder de biologisch angehauchte onderzoekers was dat laatste een duidelijk bewijs dat biologisch voedsel een positief effect had op de gezondheid. Onder de - wat zullen we zeggen - meer gangbare onderzoekers was het nog veel te vroeg om zon vergaande conclusie te trekken. Er was inderdaad sprake van veranderingen in de immunologische parameters en van een snellere inhaalgroei bij de biologisch gevoerde kippen, maar het was niet duidelijk of dat wees op een beter functionerend immuunsysteem.
De toenmalige landbouwminister Gerda Verburg zat er maar mee: zoveel geld in een onderzoek gestoken met onduidelijke resultaten en wetenschappers die ruzie maakten over de conclusies. Ze besloot daarom de Gezondheidsraad om advies te vragen. Die concludeerde onder meer dat er zoveel biomarkers waren gemeten, dat een toevalstreffer niet viel uit te sluiten. Maar zelfs als het geen toevalstreffer was, dan hielden de gemeten immunologische parameters geen verband met pathologische processen. Met andere woorden, de onderzoekers hebben geen gezondheidskundig verschil aan kunnen tonen tussen regulier en biologisch geteelde gewassen.
Meer vragen dan antwoorden
Tot zover de geschiedenis. Met de Zembla-documentaire komt het hele verhaal weer boven en daarmee ook een aantal vragen. De vraag bijvoorbeeld waarom zon groot onderzoek is uitbesteed aan het Louis Bolk Instituut, een missie-gedreven instituut, dat niet direct bekend staat vanwege zijn hoge wetenschappelijke kwaliteit. De vraag is ook waarom Huber is aangesteld als wetenschappelijk projectleider, een onderzoeker die niet schroomt om gebruik te maken van twijfelachtige, complementaire analysemethoden.
Een andere vraag is waarom instituten als Wageningen UR en TNO hebben ingestemd met de opzet en aanpak van het onderzoek door het Louis Bolk Instituut. Het heeft weliswaar geleid tot een wetenschappelijke publicatie in het British Journal of Nutrition, maar gezien de verschillen in denk- en werkwijze konden conflicten niet uitblijven. In de betreffende publicatie zijn overigens alle verwijzingen naar biofotonen en -kristallisatietechnieken weggelaten.
Complottheorie
Niet onbelangrijk tenslotte is de vraag waarom de Zembla-redactie niet doet wat ze belooft, namelijk onderzoeksjournalistiek bedrijven en kijken hoe het echt zit. Je kunt het verhaal van Machteld Huber natuurlijk (weer) gebruiken om Wageningen UR en TNO te framen als aanjagers van de verderfelijke gangbare landbouw. Dat is ongetwijfeld een leuk gezelschapsspel, zeker als je de reactie van betrokken partijen wel vermeldt (op de website) maar er verder niet op in gaat. Wat mij echter intrigeert is waarom er nooit serieus wetenschappelijk vervolgonderzoek is gedaan naar het gemeten immunologische effect. Lag het misschien aan de mindere microbiologische kwaliteit van het biologisch geproduceerd kippenvoer? Ik ruik zomaar een heel ander complot ;-).
Toelichting hoogleraar Immunologie Huub Savelkoul:
'Cortisol biologisch gevoerde kippen verhoogd'
Het rapport van dit project (2005-2007) voor LNV moest in een heel kort tijdsbestek tot stand komen en in december 2007 aan de minister worden aangeboden. Helaas is na die aanbieding van het rapport het consortium uiteen gevallen en zijn er geen besprekingen over data en interpretatie meer geweest. Dat is vooral jammer omdat er geen goede integratie van alle gegevens meer heeft plaats gevonden.
Na het rapport hebben wij een herhaalde analyse van de immuundata gedaan in de context van de overige beschikbare gegevens. De promovendus op dit onderzoek wilde publicaties hierover schrijven voor de afronding van haar proefschrift. Daarbij bleek dat het biologische voer 5 keer meer bacteriële besmetting had (tabel 7.3 rapport vooral op basis van de soja gegevens) dan het conventionele voer. Dat bracht ons op het idee dat voor individuele kippen (afhankelijk van hun coping style, het onderwerp van het proefschrift) het biologische voer mogelijk een grotere stressor was dan het conventionele voer. We hebben daarom in de sera van de kippen cortisol (het belangrijkste stresshormoon) gemeten en dat was in de biologisch gevoerde kippen verhoogd. Voor ons aanleiding om te veronderstellen dat het immuunsysteem in de biologisch gevoerde kippen hyperreactief was. Het gevolg van die stressreactie is kennelijk dat de biologisch gevoerde kippen na de KLH challenge op 2 weken na de voerwisseling zwaarder waren (de figuur 5.13 Line C uit het rapport die mw Huber in de uitzending toonde), maar er geen latere tijdstippen zijn geanalyseerd. Dat zat niet in het ontwerp van de proef en dat is achteraf erg jammer. Daarom konden de gevonden veranderingen in immuunreactiviteit door het biologische voer niet gekoppeld worden aan een mogelijke gezondheidsclaim. Het is daarbij jammer dat het concept van verhoogde weerbaarheid op biologisch voer door mw Huber en ook door Zembla gebaseerd is op enkel deze ene grafiek met gewichten van de dieren en dat alle andere gegevens uit de immunologie, toxicologie, microbiologie, transcriptomics en metabolomics en haar eigen biofotonen en kristallisatie onderzoek niet zijn gebruikt.
Tekst: Joost van Kasteren Beeld: Ellen Meinen