GREEN DEAL, NIET ZO GROEN VOOR DE PLANEET
Afgelopen week protesteerden klimaatjongeren in Brussel weer tegen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie. Volgens hen draagt dat bij aan verlies van biodiversiteit en schade aan het milieu door het stimuleren van intensieve monocultuur met gebruik van kunstmest en pesticiden. Net als bijvoorbeeld de groene partijen zien ze meer in de farm-to-fork strategie, onderdeel van de Green Deal die de Europese Commissie vorig jaar lanceerde met een vergaande reductie van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en een uitbreiding van het areaal voor biologische landbouw tot een kwart van het totaal.
Import niet duurzaam
Wees voorzichtig met je wensen, zou je kunnen denken, analoog aan het sprookje waarin de houthakker drie wensen mocht doen, die alle drie verloren gingen aan een worst waar ze niet op zaten te wachten, maar die uiteindelijk aan de neus van zijn vrouw bleef hangen. De Europese Unie leunt zwaar op de import van landbouwproducten, schrijven de onderzoekers uit Karlsruhe. Zon twintig procent van de akkerbouwproducten (118 megaton) en tien procent van het vlees (45 megaton) komen van buiten de EU, merendeels van landen waar het minder goed gesteld is met de bescherming van milieu en natuur.
In de afgelopen anderhalf jaar heeft de EU een aantal verdragen gesloten (sommige wachten nog op ratificatie) waarmee ongeveer de helft van de import van agrarische grondstoffen is gedekt. Probleem is alleen dat in die handelsverdragen nauwelijks of geen eisen worden gesteld aan de duurzaamheid waarmee die grondstoffen worden geproduceerd. Zo wordt er bijvoorbeeld genetisch gemodificeerde soja en mais geïmporteerd, waarvan de teelt in de EU is verboden. Iets dergelijks geldt ook voor het gebruik van bepaalde pesticiden.
Duurzame handelsvoorwaarden
Misschien belangrijker nog is het verlies aan bos en natuur elders in de wereld. Tussen 1990 en 2014 is het bosareaal in de EU toegenomen met 9 procent, ruwweg de oppervlakte van Griekenland (13 miljoen hectare). Tegelijkertijd werd elders een areaal van 11 miljoen hectare ontbost voor de teelt van vooral oliehoudende gewassen bestemd voor de EU. Driekwart van de ontbossing vond plaats in Brazilië en Indonesië ten koste van de rijke biodiversiteit aldaar. Die (sub-)tropische bossen en savannes zijn bovendien essentieel voor de opslag van koolstof en dus voor het klimaat, zo blijkt uit recent onderzoek.
Voor een echt groene Green Deal moet de EU nodig een aantal bakens verzetten. Daarin hebben de klimaatjongeren gelijk. Om te beginnen de voorwaarden waaronder agrarische producten van buiten de EU mogen worden geïmporteerd. Die zijn momenteel fragmentarisch, berusten deels op vrijwillige afspraken en worden niet of nauwelijks gehandhaafd. De partners in het Mercosurverdrag (Latijns-Amerika) hoeven slechts te streven naar het verbeteren van hun arbeids- en milieuomstandigheden. Daarom moeten er heldere, wettelijk voorwaarden komen, die gelden voor alle agrarische producten die de EU importeert.
Opvoeren eigen productie
Een tweede belangrijke stap is het opvoeren van de eigen agrarische productie. Voor een deel door het weer in gebruik nemen van landbouwareaal in Oost-Europa dat na de Val van de Muur uit productie is genomen. Bijvoorbeeld door de hectarepremie te vervangen door een premie op duurzame productie. Daarnaast pleiten de onderzoekers voor duurzame intensivering onder meer door het gebruik van CRISPR-Cas en vergelijkbare technieken. Genetische modificatie vinden ze overigens een stap te ver, maar ja die technologie is ook zeer omstreden in Duitsland.
Versterken van de eigen landbouw door intensivering en uitbreiding van areaal voorkomt niet alleen het afwentelen van milieu- en andere kosten en het bijbehorende verlies van waardevolle ecosystemen, het maakt Europa ook minder afhankelijk van de wereldmarkt. Bovendien wordt de kans op een pandemie vermoedelijk een stuk kleiner als die tropische oerwouden en andere ecosystemen niet worden gesloopt om plaats te maken voor oliepalmen, sojabonen en vee.
Beeld: Wikimedia