Bami grootste boosdoener voedselinfecties
In elf jaar zijn er dus bijna 22.000 geregistreerde mensen ofwel jaarlijks 2000 mensen ziek geworden door een voedselgerelateerde uitbraak. In totaal overleden dertien personen in de periode 2006-2017: twaalf met een Salmonella-infectie en één met een Campylobacter-infectie. Een voedelgerelateerde uitbraak wordt zo gezien als twee of meer mensen tegelijk ziek worden na het eten van hetzelfde voedsel. De cijfers zijn volgens RIVM echter een onderschatting van het werkelijke aantal voedselgerelateerde uitbraken en het aantal zieken. Dit komt onder andere doordat niet iedere zieke naar de huisarts gaat of de NVWA informeert. Ook is niet altijd duidelijk dat besmet voedsel de oorzaak van de ziekte is.
In Nederland wordt jaarlijks wel een schatting van de ziektelast door voedselgerelateerde ziekte gemaakt, waarbij gebruikgemaakt wordt van de meldingsplicht voor een aantal infectieziekten en van laboratoriumsurveillances. Gebaseerd op de cijfers van 2016, 2017 en 2018 waren er in deze jaren ongeveer 625.000 tot 675.000 zieken gerelateerd aan voedsel per jaar, met een geschatte ziektelast van 4.200-4.700 DALY (Disability-adjusted life years) per jaar. Dit zijn geen uitbraken, maar mensen die ziek zijn geworden door voedselconsumptie, waaronder slechte hygiëne of verrot voedsel. Maatschappelijk is last dus aanzienlijk.
Varkensvlees weinig besmettingen
In 580 uitbraken (14 procent van de uitbraken) met 8.441 zieken (39 procent van de zieken) werd een ziekteverwekker in voedsel, omgeving en/of patiënten aangetroffen. Norovirus, Salmonella spp. en Campylobacter spp. werden het vaakst gerapporteerd. Binnen de 138 uitbraken met een sterke link (epidemiologisch of ziekteverwekker aangetroffen in voedsel) zijn Bacillus cereus, Salmonella spp. en norovirus de belangrijkste verwekkers. In vlees, samengestelde producten en schaal- en schelpdieren werd het vaakst een ziekteverwekker aangetroffen.
17 procent van de voedselvergiftigingen of infecties werd veroorzaakt door samengesteld producten, waarvan bami en nasi de grootste boosdoeners waren. 15 procent kwam voort uit schaal- en schelpdieren; 11 procent door graan/rijstproducten, 9 procent door rundvlees en hetzelfde percentage door vis; 8 procent door kip en 4 procent door varkensvlees. Varkensvlees zorgt relatief voor het laagst aantal zieken in de categorie dierlijke producten.
Uitbraken op bereidingsplek
In 104 uitbraken was de bereidingsplaats onbekend en 63 uitbraken hadden een vermoedelijke bron in het buitenland. Van de overige 3988 uitbraken is de bereidingsplaats bekend. Restaurants/eetcafés (63 procent) en cafetaria/fastfood (15 procent) vormen samen ruim driekwart van de meldingen (78 procent); gevolgd door winkel/fabriek met 8,3 procent en thuis/privé met 6,5 procent.
Met name thuisbesmettingen is opvallend laag, aangezien er altijd de veronderstelling was dat deze plek een grote bron van voedselinfecties was. Blijkbaar is de hygiëne thuis beter op orde en weet de gemiddelde Nederlander zijn voedsel veilig voor te bereiden. Binnen de uitbraken met een sterke link met voedsel was ook in de meeste gevallen de bereidingsplaats een restaurant/eetcafé, gevolgd door winkel/fabriek. Daarnaast valt op dat bij zes van de elf boerderijen (mogelijk) betrokken bij een uitbraak er een sterke link naar voedsel werd gevonden.
Internationale besmettingsbron
Internationale handel van voedsel zorgt ervoor dat voedselgerelateerde uitbraken zich niet aan grenzen houden. Ook in de periode 2006-2017 waren er meerdere internationale uitbraken, met ook Nederlandse patiënten. De landelijke uitbraak van STEC O157 (E-coli) in 2007 veroorzaakt door voorgesneden sla leidde bijvoorbeeld tot negen zieken in IJsland. In 2011 was er een gezamenlijke uitbraak van Salmonella Newport in Nederland en Duitsland. De bron bleek taugé te zijn. Poolse eieren besmet met Salmonella Enteritidis waren de bron van zieken in achttien Europese landen, inclusief Nederland.
Binnen Europa zijn er daarom verschillende kanalen voor landen om elkaar formeel of informeel in te lichten over (mogelijke) uitbraken of besmette voedselproducten. Via het informele platform Epidemic Intelligence Information System for Food- and Waterborne Diseases (EPIS-FWD) van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) kunnen landen via een inlog informatie over (mogelijke) uitbraken uitwisselen. Tussen 2008 en 2013 werden 215 meldingen gedaan, waarvan 28 procent van de uitbraken in twee of meer landen bleek te spelen.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@vork.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee, vraag een gratis proefnummer aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Reinout Burgers Beeld: Vork