TITAN wil meer transparantie in de voedselketen - blockchain als heilige graal
Een belangrijk en veel voorkomend probleem binnen voedselketens is het gebrek aan transparantie. Consumenten hebben vaak niet voldoende inzicht in de herkomst, kwaliteit en veiligheid van de producten die ze in hun mandje stoppen. Daarnaast spelen voedselbesmettingen en andere uitbraken van door voedsel overdraagbare ziektes nog altijd een rol op wereldwijde schaal, waardoor voedselveiligheid in het geding raakt. Een ander zwaarwegend onderwerp in de voedselindustrie is de impact op het milieu. Om onder andere deze problemen het hoofd te bieden, heeft TITAN zich ten doel gesteld om de transparantie in de voedselketen te vergroten.
TITAN streeft naar het behalen van deze doelen door gebruik te maken van innovatieve, vooral digitale, technologieën. Blockchain is een van de technologieën waar TITAN meer transparantie in de voedselketen mee wil behalen. Het is een veilig en onveranderlijk digitaal grootboek. Deze technologie wordt gebruikt voor het beheren en beveiligen van gegevens, waarbij gegevens transparant en veilig worden opgeslagen in een keten van blokken die niet kunnen worden gewijzigd zonder consensus van het netwerk. In de voedselketen zou blockchain dus onder meer ingezet kunnen worden voor verhoogde traceerbaarheid voor de consument, voedselveiligheid en duurzaamheid. Blockchain als heilige graal dus. Maar is het ook zo simpel? We vroegen het aan Krijn Soeteman, wetenschapsjournalist gespecialiseerd in blockchain.
Krijn Soeteman over blockchain in de voedselketen: ,,In alles lijkt het logisch een blockchainsysteem te gebruiken in een supply chain. Alle blokjes liggen figuurlijk op de goeie plek: een keten van blokken waarin data worden opgeslagen van transacties zodat er later niet meer mee geknoeid kan worden. Ook is de keten goed inzichtelijk voor andere bedrijven, instellingen en personen zonder dat die verder met de data kunnen knoeien.
Prachtig! Ineens kun je zeker weten waar de cacaobonen voor je chocoladereep geteeld zijn, waar de vis gevangen is en waar de olijven aan de boom gehangen hebben. Dat is allemaal het laaghangend fruit. Een trapje moeilijker is het combineren van verschillende producten die in een eindproduct verwerkt zijn. Waar komt het graan vandaan van de meel waar het brood van gebakken is? Waar komen de zonnebloempitten vandaan? Waar komen de conserveringsmiddelen vandaan? Ga zo maar door.
Alleen wil het al jaren niet zo vlotten met die blockchains. Inmiddels zijn er heel wat pilots geweest, vaak met veel bombarie aangekondigd en nu hoor je er niks meer van. Of juist kleine projecten die met een heel kleine groep boeren en vervoerders iets probeerden. Precies de projecten waar zo'n systeem van waarheid nauwelijks nodig is: de deelnemers in de keten vertrouwden elkaar al, dus is een spreadsheet genoeg om de boel bij te houden.
Want dat is het, een digitale keten waarin de waarheid niet veranderen kan. Stopte je er vijftig kilogram koffiebonen in? Dan moet er aan het eind ook vijftig kilo van zijn. Of er moet ergens aangegeven zijn bij een overslagpunt dat er iets van afgeroomd werd.
Waar liepen dit soort projecten op stuk? Vooral op het ontbreken van een van de belangrijkste voordelen van blockchains: je hoeft ze niet zélf te beheren, het systeem beheert. Het systeem administreert. Door als groot bedrijf een blockchainsysteem op te zetten, maar zo eigenlijk concurrenten niet laat samenwerken, dan werkt het niet meer. Zo'n systeem moet door iedereen in de keten worden gebruikt. Dit betekent een andere manier van werken.
De bottom line is: een blockchainsysteem moet geen eigenaar hebben. Door te kijken naar hoe publieke blockchains functioneren, zoals bekende blockchains als die van Bitcoin of Ethereum, kun je goed zien wat wel en niet werkt. Puristen zullen dan ook zeggen: een blockchain werkt alleen als alles digitaal is, met andere woorden: als alles wat je doet, op de betreffende blockchain blijft. Als je een bitcoin aan iemand overmaakt, dan verplaatst die bitcoin bínnen die blockchain.
Bij een voedselketen heb je ineens te maken met invoer van buitenaf. Een boer voert in dat er 50 kilo koffiebonen meegegeven is met de vervoerder. Ondanks dat je daar check & balances aan kunt hangen, doet een mens de invoer. Dit heet in de blockchainwereld ook wel het 'oracleprobleem'. Het is namelijk niet mogelijk voor een blockchainsysteem om met externe databronnen te communiceren. Externe databronnen voeden informatie over bijvoorbeeld hoeveelheden of gewichten aan de blockchain, maar het zeker weten dat die data honderd procent kloppen, dat blijft een uitdaging.
In de blockchainwereld heet dit ook wel 'bananen-op-de-blockchain', ofwel: waarom zou je het doen als je toch geen honderd procent zekerheid hebt? Daar is een simpel antwoord op: het is nog steeds vele malen preciezer dan géén blockchainsysteem gebruiken. Sjoemelen kan niet met data die in het systeem zitten, dus dat is al een groot voordeel.
Zaken als geijkte apparatuur voor bijvoorbeeld het wegen, zullen van belang zijn. Af en toe moet dat gecontroleerd worden, maar je weet veel beter waar je moet controleren. Dit kan een voordeel zijn voor keurmerken: is de vis wel echt duurzaam gevangen? Hoe vaak controleert iemand daar de boel? Juist: weinig tot misschien wel nooit. En toch profiteren we van dat keurmerk. Daar kunnen blockchains wellicht een echt zinnige oplossing bieden, maar makkelijk is het niet.”