Agro-ecologie: oplossing voor de landbouwcrisis of ideologie die rampzalig kan uitpakken?
Agro-ecologie is een losjes gedefinieerd concept dat als leidraad moet dienen voor de transitie van het wereldwijde voedselsysteem. Een systeem dat onder druk staat door enerzijds de groeiende vraag naar voedsel, en anderzijds door klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en tekorten aan grondstoffen. En dat alles tegen de achtergrond van groeiende geopolitieke onrust.
Naarmate meer en meer politieke leiders en internationale organisaties, zoals de Europese Commissie met de Boer-tot-Bord strategie en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, agro-ecologie zien als hét antwoord op die uitdagingen, moeten we eerst vaststellen waar we het in feite over hebben. Dat is nog niet zo eenvoudig want veel pleitbezorgers van agro-ecologie hanteren hun eigen definitie waardoor het concept erg glibberig wordt.
Om een antwoord te krijgen op de vraag of agro-ecologie een oplossing is of een ideologische agenda, baseren we onze analyse op een recent gepubliceerd document van het Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP), een van de grondleggers van de agro-ecologie. Volgens IATP onderscheidt agro-ecologie zich van de ‘industriële’ landbouw doordat het transdisciplinaire kennis integreert met de praktijk van ‘voedseleters en -producenten’. Waar industriële landbouw zich kenmerkt door uitputting van hulpbronnen en exploitatie van mens en dier, erkent agro-ecologie de onderlinge afhankelijkheid van levende systemen en baseert zij zich op de principes van evenwicht, diversiteit, harmonie en respect.
Agro-ecologie gebruikt weliswaar wetenschappelijke kennis, maar haar ideologie is een filter voor wat acceptabel is
‘Voedseleters’
Het eerste dat opvalt is dat IATP spreekt van ‘voedseleters’ in plaats van consumenten. Dat suggereert dat agro-ecologen opteren voor en sociale beweging als intermediair tussen voedselproducenten en consumenten als alternatief voor het huidige marktmechanisme. Verder noemt IATP de agro-ecologie een wetenschap, maar in hun omschrijving ligt de nadruk toch vooral op agro-ecologie als sociale beweging met als speerpunten voedselsoevereiniteit, behoud van lokale kennis, identiteiten en culturen, sociale rechtvaardigheid en recht op lokale en inheemse zaden en rassen.
Die insteek contrasteert nogal met agronomie (landbouwkunde) waarbij men uitgaat van de best beschikbare gegevens en wetenschappelijke methoden hanteert. Agro-ecologie gebruikt weliswaar wetenschappelijke kennis, maar haar ideologie is een filter voor wat acceptabel is. En daarmee beperken ze de mogelijkheden voor de ‘voedselproducenten’.
Daarmee is niet gezegd dat de vrije markt heilig is. Wat IATP correct opmerkt is dat de voedselketen momenteel wordt beheerd en beheerst door grote levensmiddelenbedrijven en inkooporganisaties van supermarkten. Zij produceren en vermarkten producten waarvan ze denken dat de consument er behoefte aan heeft zonder rekening te houden met wat de boer kan produceren.
Bedrijven eisen bijvoorbeeld dat producten vrij zijn van pesticiden of geen GMO bevatten of ‘regeneratief’ zijn om hun eigen ‘duurzame instelling’ te afficheren. Ondertussen knijpen ze boeren uit tot de laatste cent om hun winsten op peil te houden. Als boeren niet aan die eisen tegemoet kunnen komen, kunnen ze gemakkelijk andere leveranciers vinden dankzij wereldomspannende logistieke ketens. Het lot van boeren zal hen daarbij een zorg zijn.
Agro-ecologen dwingen boeren in een keurslijf van zogenaamd ecologische productiemethoden; dat is erger dan het dictaat van de markt
Keurslijf
De voedselketen telt vele belangrijke schakels, maar anders dan vaak verondersteld wordt, begint die niet bij de boer, maar bij zaaigoed, bodem en klimaat. De grote variatie aan voedingspatronen in de wereld is historisch en biologisch verklaarbaar door wat het land kon bieden en de boeren bijgevolg konden produceren. Als gevolg van de globalisering van voedselketens is die band verbroken. Een Big Mac smaakt overal ter wereld hetzelfde onafhankelijk van de oorsprong van de ingrediënten. De voedselketen is omgedraaid, het zijn de consumenten, of beter gezegd de inkooporganisaties die bepalen wat de boer moet telen.
Agronomen spannen zich in om opbrengsten te vergroten, de impact op de omgeving te verkleinen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat boeren nog een redelijk inkomen kunnen verdienen. Agro-ecologen daarentegen dwingen boeren in een keurslijf van zogenaamd ecologische productiemethoden. Dat is erger dan het dictaat van de markt omdat ze boeren de mogelijkheid ontzeggen om bepaalde methoden en technieken te gebruiken (kunstmest, synthetische bestrijdingsmiddelen en genetische technieken) op grond van een twijfelachtig, urbaan idee van hoe landbouw eruit zou moeten zien. Hun idee van voedselsystemen moet passen in hun specifieke kijk op sociale rechtvaardigheid en als daardoor de opbrengsten afnemen en mensen hongerlijden; het zij zo.
Als agro-ecologie een wetenschap is, dan is het toch vooral een sociale wetenschap
Uitsluiten
Net als agronomen beroepen agro-ecologen zich op de wetenschap. Alleen is het wel een ander soort wetenschap, die enerzijds vele andere vormen van kennis omvat zoals inheemse kennis. Anderzijds worden ook bepaalde vormen van kennis uitgesloten, bijvoorbeeld over moderne genetische technieken. Als agro-ecologie een wetenschap is, dan is het toch vooral een sociale wetenschap.
Is ze daarmee even geloofwaardig als de agronomie? Als een boer een probleem heeft met schimmelaantasting, is hij dan beter af met een agronoom dan met een strijder voor sociale rechtvaardigheid? Zijn we beter af als de toelating van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen wordt overgelaten aan maatschappelijke organisaties met hun politieke dogma’s of aan strenge wetenschappelijke beoordeling? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Wat activistische agro-ecologen vergeten is dat in het verleden elke crisis van het voedselsysteem het hoofd is geboden door de wetenschap
Menselijk vernuft
Agro-ecologie wordt, zoals gezegd, gezien als een concept dat antwoord moet geven op de meervoudige crisis van het voedselsysteem aangejaagd door klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en bodemaantasting. Als we nog maar zestig jaar kunnen oogsten voordat de vruchtbare bodem is verdwenen, dan heb je inderdaad een crisis. En zoals elke activist je kan vertellen; als er crisis is, is er geen ruimte meer voor discussie. Er moet gehandeld worden en wel op de manier zoals zij denken dat het beste is.
Wat activistische agro-ecologen vergeten is dat in het verleden elke crisis van het voedselsysteem het hoofd is geboden door de wetenschap. Of het nu gaat om de zwarte voorspellingen van Malthus, de stofstormen in Midden-Amerika in de jaren dertig of de door Paul en Anne Ehrlich voorspelde bevolkingsexplosie; iedere keer weer wisten vernuftelingen zoals Fritz Haber en Carl Bosch en Norman Borlaug iets te bedenken waardoor we weer meer mensen per hectare konden voeden. Iedere keer werd de crisis overschat en het menselijk vernuft onderschat.
Ook deze keer zetten agronomen hun vernuft in voor het ontwikkelen van methoden en technieken om opbrengsten te verhogen en de impact op de omgeving te verminderen. Agro-ecologen vinden dat echter veel te productiegericht. Zij zetten liever in op het verminderen van inputs en het koesteren van diversiteit naast sociale en politieke veranderingen. Met andere woorden agro-ecologen zien geen noodzaak om de landbouwproductie te vergroten, omdat er genoeg voedsel is in de wereld. Alleen moeten we dat beter verdelen, bijvoorbeeld door ons menu aan te passen (minder vlees) en minder voedsel te verspillen. Vergroten van de opbrengsten per hectare door de inzet van moderne technologie is nergens voor nodig.
Is agro-ecologie daarmee een oplossing voor onze wereldwijde landbouwuitdagingen? Of is het een politieke agenda die onder het mom van natuurlijkheid en sociale rechtvaardigheid de wereldwijde voedselzekerheid op het spel zet? Uit wat er gepubliceerd is, wordt duidelijk dat het een politieke agenda is, die rampzalig kan uitpakken. Beleidsmakers moeten dan ook heel voorzichtig zijn met het integreren van agro-ecologische principes in welke landbouwstrategie dan ook.
David Zaruk, beter bekend onder zijn pseudoniem The Risk-Monger, is expert op het gebied van risicobeoordeling. Dit artikel is gebaseerd op een recente publicatie van hem in het tijdschrift Outlook on Agriculture.
Agro-ecologie in tien punten
- Agro-ecologie is een grote tent met een groot aantal verschillende visies die, in plaats van met elkaar te worden verzoend, zijn gaan woekeren. Waarschijnlijk zal het concept verwateren, waardoor het onmogelijk wordt om er beleid op te baseren.
- De arbitraire beperkingen die agro-ecologie oplegt aan potentiële technologieën die of te synthetisch, of te bedrijfsmatig of niet inheems zijn, gaan in tegen de basisprincipes van de wetenschappelijke methode.
- Veel van de kernwaarden van activistische agro-ecologen (diversiteit, inclusie, harmonie, tolerantie) hebben weinig te maken met de landbouwpraktijk.
- Agro-ecologen richten zich meer op sociale bewegingen dan op de behoeften van boeren. Hun beperkingen verstikken boeren meer dan de marktmacht van het grootkapitaal, waartegen ze zich verzetten.
- Het holistisch karakter maakt van agro-ecologie een ingewikkelde soep van sociaal activisme, milieuactivisme, mensenrechten en sociale rechtvaardigheid die het voedselsysteem nodeloos compliceert.
- Agro-ecologen begrijpen dat we al een holistische benadering gebruiken om ecologie, mensenrechten en sociale rechtvaardigheid af te wegen. In plaats van het systeem te verbeteren, roepen ze op tot een revolutie, waarbij regelgevers vervangen worden door sociale bewegingen (ngo's).
- Agro-ecologen bagatelliseren het succes van landbouwtechnologieën en overschatten de alarmistische voorspellingen die de Westerse samenleving sinds Malthus achtervolgen. Hun voorspellingen over de sociale gevolgen van de moderne landbouw worden almaar meer alarmerend en catastrofaal.
- Tegelijkertijd zijn agro-ecologen, ironisch genoeg, verblind door hun antikapitalistische retoriek en weigeren ze te geloven dat honger een probleem is en de groeiende bevolking een bedreiging vormt voor wereldwijde voedselzekerheid.
- Agro-ecologen worden gedreven door hun dogma van sociale rechtvaardigheid. Hoewel ze het hebben over aanpassen aan lokale agrarische, ecologische en economische omstandigheden, is hun ideologie leidend.
- Pleitbezorgers van agro-ecologie zitten op belangrijke posities in VN-organisaties, ontwikkelingsorganisaties en de Europese Commissie. Daardoor zullen ze het politiek debat over de toekomst van de landbouw domineren en beschikken ze over de nodige financieringsbronnen om dat beleid uit te rollen.
Tekst: Joost van Kasteren
Freelance wetenschapsjournalist met een landbouwkundige achtergrond. Hoofdredacteur van Vork
Beeld: Susan Rexwinkel