Eetbaar ‘plastic’ voor wegwerpverpakkingen
Eet je verpakking eens op!
Sinds 1 juli mogen er geen gratis bekers en bakjes voor etenswaren on the go worden verstrekt. In het kader van de SUP-wetgeving (Single Use Plastics) komt er per 1 januari aanstaande zelfs een verbod op wegwerpbekers en voedselverpakkingen voor consumptie ter plekke. Eerder al waren plastic rietjes en bestek verboden. Dat alles met als doel om de hoeveelheid plastic zwerfafval te verminderen.
Te slap voor een ‘kapsalon’
De laatste jaren worden steeds meer voedsel en drank al lopend, fietsend of in de auto of trein genuttigd. Daar zijn, volgens een voorzichtige schatting van de branchevereniging ProFri (Professionele Frituurders) zo’n 300 miljoen polystyreen bekers en bakjes per jaar voor nodig. Daar zijn de plastic bakjes van de toko nog niet bijgeteld. Voorlopig mogen ze nog worden gebruikt, mits de klant er apart voor betaalt, maar daar komt op termijn ook een eind aan.
Alternatieven zijn dun gezaaid. Papier en karton zijn wel bruikbaar voor friet, maar zijn te slap voor bijvoorbeeld een ‘kapsalon’. Bovendien beïnvloedt karton de smaak. Een kwart eeuw geleden kwam aardappelverwerker Aviko met biologisch afbreekbare bakjes en bekers van aardappelzetmeel, maar dat is nooit echt van de grond gekomen.
De onderzoekers van de Chinese Universiteit in Hongkong lieten hun oog vallen op bacteriële cellulose als grondstof voor plastic. Door de hoge dichtheid aan fijne vezels heeft bacteriële cellulose – ook wel nanocellulose genoemd – betere eigenschappen dan plantaardige cellulose als het gaat om sterkte en vochtbestendigheid. Dat maakt het volgens onderzoeker To Ngai in het bijbehorende persbericht, tot een interessant alternatief voor wegwerpplastic.
Makkelijk te maken
Als basis gebruiken de onderzoekers de cellulose die als biofilm wordt geproduceerd door de bacterie Komagataeibacter xylinus. Diezelfde bacterie wordt ook gebruikt bij het maken van kombucha, de gefermenteerde, licht alcoholhoudende thee uit Azië die inmiddels de wereld heeft veroverd. De driedimensionale matrix van cellulose wordt verrijkt met soja-eiwit en voorzien van een laagje alginaat, een polysacharide uit zeewier dat vetafstotend is.
Het is niet de bedoeling, maar mocht het materiaal onverhoopt terechtkomen op plaatsen waar het niet hoort, breekt het materiaal binnen een à twee maanden volledig af. In de tussentijd kunnen schildpadden en andere dieren zich er tegoed aan doen. Bovendien is het makkelijk te maken. ‘Je hoeft alleen de cellulose en het soja-eiwit te mengen en een coating aan te brengen’, aldus Ngai. Een probleem is wel dat het materiaal niet thermoplastisch is en zich dus niet makkelijk laat vervormen maar daar wordt volgens Ngai hard aan gewerkt.
Tekst: Joost van Kasteren
Freelance wetenschapsjournalist met een landbouwkundige achtergrond. Hoofdredacteur van Vork
Beeld: To Ngai