Japanse duizendknoop is het best te bestrijden met glyfosaat
Wegens zijn groeikracht en zijn vermogen om te woekeren op zowel voedselarme als voedselrijke bodems, geldt de Japanse duizendknoop (Reynoutria japonica) als een van de meest invasieve exoten. Gemeenten worstelen met de bestrijding ervan, die varieert van maaien en afvoeren tot de inzet van bladvlooien en varkens en het aanbrengen van geotextiel. Ook meer ‘klassieke’ methoden van onkruidbestrijding, zoals borstelen en branden worden ingezet.
Uit een LCA-studie (levenscyclusanalyse) van onderzoekers van de Britse Swansea Universiteit blijkt echter dat het gebruik van glyfosaat het beste scoort, zowel uit oogpunt van effectiviteit als uit oogpunt van milieu en menselijke gezondheid. In de studie – gepubliceerd in Nature – worden acht manieren om duizendknoop te bestrijden met elkaar vergeleken. Zie ook hier voor een populaire samenvatting. De vergelijkingsstudie bouwt voort op een eerdere studie van dezelfde onderzoeksgroep, waaruit al was gebleken dat glyfosaat effectief is, omdat het de plaag bij de wortel aanpakt.
Inzet van het onkruidbestrijdingsmiddel blijkt dus niet alleen effectief, het is volgens de onderzoekers ook de meest duurzame methode met de minste schade voor het milieu. De minst milieuvriendelijke methode was het aanbrengen van geotextiel, gevolgd door het uitgraven van duizendknoop. Bovendien zijn die beide methoden ook nog een stuk duurder dan jaarlijks spuiten met glyfosaat.
De resultaten van de Britse studie komen overeen met die van een LCA-quickscan die alweer ruim tien jaar geleden is opgesteld door Niels Jonkers van het inmiddels ter ziele gegane instituut IVAM. Opdrachtgever was het Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR. Uit de quickscan – een vervolg op een eerdere Wageningse studie uit 2005 - bleek al chemische bestrijding een aanzienlijk lagere totale impact heeft dan andere bestrijdingsmethoden, zoals branden, borstelen en het gebruik van heet water. Waarbij zij aangetekend dat een LCA-quickscan niet de meest geëigende methode is om de verschillende milieueffecten goed in kaart te brengen. Althans volgens een onderzoek van het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Tekst: Joost van Kasteren
Freelance wetenschapsjournalist met een landbouwkundige achtergrond. Hoofdredacteur van Vork
Beeld: Wikimedia