Stadsimker verdrijft wilde bij
Het is misschien niet wat de meeste mensen verwachten, maar groenstroken in steden kunnen verrassend rijk zijn aan wilde bestuivers. De variatie aan leefomgeving en de afwezigheid van bespuitingen met gewasbeschermingsmiddelen helpen hierbij. ,,Vreemd genoeg, schrijven de auteurs, ,,zien veel mensen de honingbij als een symbool van biodiversiteitsbehoud. En daarmee lijkt het aantal gehouden bijenvolken in steden te zijn toegenomen, zowel door hobbyimkers als professionals. Dat loopt soms op tot meer dan zes bijenvolken per vierkante kilometer. De onderzoekers maken zich zorgen of wilde bijen het afleggen in de competitie om voldoende nectar en pollen.
Het onderzoek vond plaats in Montreal, Canada. Daar groeide het aantal gehouden bijenvolken van 238 in 2013 tot maar liefst bijna 3.000 in 2020. Om het verband te analyseren tussen het aantal honingbijen en het aantal wilde bijensoorten, telden de onderzoekers het aantal bijen en bijensoorten op vijftien verschillende plekken in Montreal. Dat vulden ze aan met een eerder onderzoek met tellingen uit 2013 op dezelfde locaties. En jawel hoor, bij een groter aantal honingbijen op een plek, was het aantal wilde bijensoorten lager. Dat patroon was extra sterk bij kleinere bijensoorten. Bovendien toonden de onderzoekers aan dat er minder pollen per bloem beschikbaar waren bij een hoger aantal honingbijen, een aanwijzing dat het grote aantal bestuivers ook echt tekorten kan veroorzaken.
Toegegeven, erkennen de onderzoekers, het is slechts een correlatief onderzoek. Er kan meer spelen wat hier niet te meten valt. Desondanks waarschuwen ze voor een te grote toename van stadsimkers, om de kwetsbare wilde bijen in de stad te beschermen. Hun advies voor ecologisch verantwoorde bijhouderij is om bij nieuwe bijenvolken voldoende bloemen te planten die juist geschikt zijn als voedselbron voor de meest kwetsbare wilde bijen.
Foto: Daan Hartog, Rooftop Revolution CCA3.0