Insecten als veevoer, geen gelopen race
Gezien de forse ecologische voetafdruk van de vee-industrie, is het zaak om te blijven zoeken naar efficiëntere en duurzame manieren om vee te houden, én te voeren. Veevoer bestaat nu voornamelijk uit vis- en sojameel. Productie hiervan resulteert in problemen als ontbossing, biodiversiteitsverlies, uitstoot van broeikasgassen en overmatig gebruik van pesticiden. Van Huis en Gasco hebben onderzoek gedaan naar insecten als (gedeeltelijke vervanging van) huidig veevoer en de effecten daarvan op dier en klimaat.
Veevoer op basis van insecten heeft duurzame potentie, omdat het weinig broeikasgassen en ammoniak uitstoot en aanzienlijk minder water en land behoeft. Insecten zijn daarbij onder meer een waardevolle bron van eiwitten en essentiële nutriënten. Insecten produceren daarnaast een reeks stoffen met anti-microbiële eigenschappen, zoals laurinezuur die een positief effect kunnen hebben op de gezondheid van dieren. Bovendien kunnen insecten, met name de larve van de zwarte soldatenvlieg op efficiënte wijze laagwaardig organisch (afval)materiaal omzetten in hoogwaardig veevoer.
In hun onderzoek hebben Van Huis en Gasco, ondanks positieve effecten, een flink aantal uitdagingen omschreven die overwonnen moeten worden voordat insecten daadwerkelijk deel uit kunnen maken van veevoer. Automatisering van productietechnieken, ziektebestrijding, voedselveiligheidsproblemen en implementatie van wet- en regelgeving zijn slechts een greep hieruit. De voordelen van insectenvoer lijken dus veelbelovend, maar om harde conclusies te kunnen trekken is er verder onderzoek nodig. Zowel naar de effecten op dieren, als naar mogelijkheden om betrouwbare hoeveelheden insectenmeel te leveren op grotere schaal, laten de twee onderzoekers weten.
Foto: Kemmy Farm