Chinese overheid wil (al jaren) dat er meer aardappelen worden gegeten
China is inmiddels de grootste producent van aardappelen ter wereld, met ongeveer twintig procent van de wereldwijde aardappelproductie, waarvan een deel wordt uitgevoerd naar omliggende landen. Desondanks is de aardappel in de Chinese keuken nog steeds een bijgerecht, waar rijst, tarwe en maïs het basisvoedsel vormen. De consumptie van aardappelen in China per hoofd ligt zelfs onder het wereldwijde gemiddelde.
In 2015 begon de Chinese overheid met het Potato as a Staple Food- beleid om hier verandering in te brengen. Met een stijgend aantal monden die gevoed moeten worden, een beperkt landbouwareaal en rekening houdend met het effect van klimaatverandering, ziet de overheid de teelt van aardappelen als een belangrijk instrument om voedselzekerheid te verhogen. De ambitie is een gemiddelde consumptie van 50 gram aardappelen per persoon per dag in 2026 (Nederland 72 g/d). Volgens de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) groeit het aardappelareaal in China dan ook gestaag, met als aardige bijkomstigheid dat daarop vaak Nederlandse rassen worden geteeld.
De aardappel is in het algemeen beter bestand tegen hitte, past zich makkelijker aan veranderende omstandigheden - lees: klimaatverandering - aan, levert een hogere voedingswaarde per hectare én vereist minder input dan graangewassen. Uit onderzoek van de Universiteit van Nanjing is gebleken dat integratie van de aardappel in het Chinese menu leidt tot een vermindering van omgevingseffecten (klimaat, water en landgebruik) van 17 tot 25 procent in 2030. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de yield gap - het verschil tussen potentiële en feitelijke opbrengst - kleiner wordt dan die nu is.
De aardappel heeft veel agronomische en voedingskundige voordelen ten opzichte van andere staple crops, stelt ook Xiaobo Xue van de Universiteit van Albany in New York. Samen met onderzoekers uit China heeft ze laten zien hoe de uitstoot van broeikasgassen afneemt wanneer rijst-, tarwe- en maïsteelt deels plaatsmaken voor aardappelen. Een bijkomend voordeel is dat de aardappel zeer geschikt is om op marginale gronden te telen. Ook dit maakt de aardappel interessant voor China, gezien de afname in beschikbare landbouwgronden.
Toch zitten er nog wat addertjes onder het gras volgens de onderzoekers van de Universiteit van Nanjing University. Als de rijstproductie in China zou verminderen door uitbreiding van de aardappelteelt en de vraag naar rijst niet daalt, omdat de Chinezen hun menu niet aanpassen, dan groeit de import van rijst. Dat zou een dikke streep zetten door eerder genoemde voordelen. Daarom is het volgens Xiaobo Xue van groot belang dat Chinezen worden overgehaald om meer aardappelen te eten. Met haar collegas pleit ze dan ook voor een ijzersterke promotiecampagne voor de aardappel.
Zie ook The Conversation
Foto: K. Xie/CIP