Ook kleine lapjes natuur helpen biodiversiteit
Kleinere oppervlakten, zoals stadstuinen, grond langs industrieterreinen en braakland worden veelal over het hoofd gezien als het gaat om herstel van biodiversiteit. Ten onrechte menen onderzoekers van de Britse Lancaster University. Ze analyseerden schaaleffecten in ruim 30 studies, waarin interventies werden gepleegd ten gunste van bestuivers. Daarbij moet je denken aan de aanleg van kruidenrijke stroken, heggen en hagen en gericht beweiden en maaien.
Tot hun verrassing constateerden ze dat in veldjes met wilde bloemen die kleiner waren dan 500 vierkante meter, bijna anderhalf keer zoveel bestuivers voorkomen dan in controleplots. Op basis daarvan entameerden ze zelf een meerjarig onderzoek op elf locaties bij biologische bedrijven in het noordwesten van de Verenigde Staten. Op percelen van 0,5 tot 15 hectare werden bloemstrookjes aangelegd ter grootte van slechts 30 vierkante meter. Ook werden andere voorzieningen getroffen - zoals nestmogelijkheden - om bijen te plezieren. Tussen 2014 en 2018 nam daardoor het gemiddeld aantal bijen toe van 1360 tot 3550, bijna een verdrievoudiging. De toename was het grootst als de stukjes groen dicht bij elkaar staan.
Aanvalsplan
De Britse onderzoeksresultaten zijn een opsteker voor het Aanvalsplan Landschapselementen dat eind september werd gelanceerd. Het plan mikt op een blauwgroene dooradering van het Nederlands cultuurlandschap met bomenrijen, houtwallen en heggen, met kruiden- en bloemrijke akkerranden en met natte elementen zoals natuurlijke oevers, rietlanden en poelen. In totaal zou het gaan om een kleine 250.000 hectare, waarvan de helft bomen en struiken. Voor uitvoering van het Aanvalsplan is 7,5 miljard nodig tot 2030.
In de afgelopen eeuw is circa 60 procent van dit soort landschapselementen verdwenen door ruilverkaveling, intensivering van de landbouw en verstedelijking. Maar herstel is mogelijk. Het Aanvalsplan noemt de Ooijpolder als voorbeeld. Daar is, samen met boeren dertig kilometer aan knipheggen, struweelhagen, knotbomen, bloemrijke slootranden en plas-drasoevers aangelegd in een gebied waar door ruilverkaveling nauwelijks nog landschappelijke structuur over was. Evenals in het Britse onderzoek is ook het aantal insecten, inclusief bestuivers duidelijk toegenomen, evenals het aantal overige soorten.
Foto: Wilde koeien in de Ooijpolder, Henk Monster CCA 3.0