Its not easy eating green
Je wil niet weten hoe ik een maaltijd bereid, schrijft Hannah Ritchie, een van de mensen achter de website Our World in Data in een recent gepubliceerde blog. Ze gebruikt voornamelijk een magnetron om haar kant-en-klaar maaltijd op te warmen. Haar avocados komen uit Mexico en de bananen die ze eet uit Angola. Hoogst zelden eet ze iets dat lokaal is geproduceerd. Milieumensen zouden er tranen van de in de ogen krijgen. Toch is haar eetpatroon een stuk milieuvriendelijker dan wat de meeste mensen voor milieubewust houden.
Ritchie: Al jaren bestudeer ik data en daaruit blijkt dat de magnetron de meest efficiënte manier is om te koken. Lokaal geproduceerd voedsel is meestal niet beter dan voedsel dat van andere continenten wordt gehaald. Biologisch voedsel heeft meestal een grotere voetafdruk. Verpakkingen tenslotte vormen slecht s een minuscuul deel van de voetafdruk en bovendien zorgen ze voor langere houdbaarheid.
Toch voelt het verkeerd voor Ritchie. Op basis van de data weet ik dat ik goed bezig ben, maar een deel van me voelt zich toch een verrader. Ik zie de verwarring op de gezichten als mensen horen hoe ik kook en eet en alleen al de gedachte dat mensen denken dat ik geen rekening houd met het milieu, brengt me in verlegenheid. Het probleem is dat wat goed is voor het milieu vaak niet klopt met onze intuïtie.
Ongerijmd
Die ongerijmdheid tussen intuïtie en kennis ervaart Ben Halpern ook. Hij is marien ecoloog aan de universiteit van Californië en eerste auteur van een recent gepubliceerde, omvangrijke studie naar de voetafdruk van de wereldwijde voedselproductie. Jaren geleden werd ik een pescatarian een vegetariër die vis eet, zegt hij in het begeleidend persbericht. Maar toen bedacht ik me dat ik me als onderzoeker zou moeten baseren op de wetenschap. Dat was feitelijk de aanleiding om met dit onderzoek te beginnen.
Halpern en zijn mede-onderzoekers verzamelden gegevens over vier belangrijke onderdelen van de voetafdruk van voedselproductie: uitstoot van broeikasgassen, waterverbruik, verstoring van habitats en vervuiling door meststoffen. Daarbij keken ze niet alleen naar voedselproductie op land, maar ook naar die in en op het open water. De gegevens bleven gekoppeld aan de regio waarin het voedsel werd geproduceerd. Dat leverde een gedetailleerd en genuanceerd beeld op van de voedselproductie op wereldschaal met verrassende resultaten.
Zo blijkt negentig procent van de gecombineerde milieueffecten te zijn geconcentreerd op slechts tien procent van het aardoppervlak en blijken vijf landen verantwoordelijk voor bijna de helft van de totale voetafdruk van voedsel te weten India, China, de Verenigde Staten, Brazilië en Pakistan. Verder blijkt dat de ruimte die nodig is voor rundveehouderij verantwoordelijk is voor een kwart van de totale voetafdruk van de voedselproductie.
Verschillende voetafdruk
In de studie wordt ook gekeken naar de efficiëntie waarmee voedingsmiddelen worden geproduceerd, zeg maar de milieueffecten per kilogram voedingsmiddel. Anders dan gebruikelijk is daarbij ook gekeken naar de verschillen in productiemethode tussen landen. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de katoenproductie in Verenigde Staten meer dan twee keer zo efficiënt is als die in India, dankzij technologie waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd.
Een ander opvallend resultaat is dat de cumulatieve milieudruk van de varkenshouderij iets groter is dan die van de rundveehouderij. Weliswaar is er veel meer land nodig voor rundvee dan voor varkens, maar de varkenshouderij produceert veel meer vervuiling door het lozen van meststoffen. Afgemeten naar totale voetafdruk zijn de belangrijkste boosdoeners achtereenvolgens de productie van varkens, koeien, rijst, tarwe en oliehoudende gewassen.
Kip voor vis
Volgens Halpern is het belangrijk om de milieuafdruk van voedselproductie gedetailleerd en genuanceerd in kaart te brengen om een antwoord te vinden op de uitdagingen waar we voor staan. In het ene geval zou je de nadruk moeten leggen op het verbeteren van de efficiëntie waarmee voedsel wordt geproduceerd, in het andere geval zou je de voedingskeuze van consumenten moeten beïnvloeden. Zelf heeft hij ook zijn menu veranderd. Eerst at hij alleen dierlijke eiwitten in de vorm van vis, maar nu eet hij vaker kip omdat de voetafdruk daarvan kleiner is. Aan de magnetronmaaltijden van Hannah Ritchie is hij blijkbaar nog niet toe.
Foto: Health Harvard