Afdalen in de voedselketen: algen het duurzame alternatief
De voedselproductie zal met meer dan de helft moeten stijgen om tien miljard mensen te voeden in 2050. Klimaatverandering, beperking van het landbouwareaal en gebrek aan zoet water zullen de komende decennia de hoeveelheid landbouwproductie onvermijdelijk beperken. Het is volgens de onderzoewers dan ook onmogelijk om de gestelde doelen in 2050 genoeg te eten voor iedereen - te realiseren met de gangbare landbouw. Ook de visvangst staat nu al onder zware druk evenals aquacultuur in de wateren voor de oceaankust, vanwege milieuvervuiling.
Gekweekte micro-algen in zeewaterbassins op land kunnen in potentie voorzien in meer dan de toekomstige vraag naar eiwitten, stellen de onderzoekers in het tijdschrift Oceanography. In Plos/Biology publiceerden ze een (kortere) Perspective over hetzelfde onderzoek. Het voordeel van algen is enerzijds dat ze buitengewoon voedzaam zijn en anderzijds dat ze zeer snel groeien in een omgeving die niet concurreert met andere vormen landgebruik. Bovendien zijn de gevolgen voor het milieu nihil, vanwege de gesloten en gecontroleerde faciliteiten waarin ze worden gekweekt.
Kustlijn
Modellen gebaseerd op hoeveelheid zonlicht, topografie en andere omgevingsfactoren laten zien dat de beste locaties voor algenkweek te vinden zijn langs de kustlijnen in het zuiden, inclusief woestijnen. Op smalle stroken langs de kust, op het land en niet in het water, zou in 2050 meer dan de geschatte nodige eiwithoeveelheid van 263,8 en 286,5 ton per jaar geteeld kunnen worden.
Algen kunnen daarmee de broodmand van het zuidelijk halfrond worden, in de ogen van de auteurs. Naast de hoge concentratie eiwit (meer dan 40% van de droge massa is eiwit) leveren de algen voedingsstoffen die ontbreken in vegetarische producten, zoals essentiële aminozuren en mineralen die in vlees zitten en omega-3 vetzuren die veelal in vis en ander zeevoedsel voorkomen. Bovendien zijn ze rijk aan micronutriënten zoals vitaminen en antioxidanten.
Algen groeien tot tien keer sneller dan gewassen op het land en benutten meststoffen veel efficiënter. Wanneer boeren stikstof en fosfor kunstmest toedienen aan hun gewassen dan wordt een groot deel soms wel de helft- niet benut door de planten, dat deel spoelt af en komt terecht in het oppervlaktewater. Algenteelt in gesloten systemen kan het teveel aan voedingstoffen opvangen en hergebruiken, zodat het niet in het milieu belandt. Er moet ook CO2 worden toegevoegd aan de bassins om algen te laten groeien. Door dat uit de atmosfeer te halen, kunnen er nog meer (milieu)voordelen van de algen worden gehaald.
Acceptatie
Een andere voorwaarde voor succes is dat mensen algen accepteren in diëten en andere toepassingen. Daarbij kun je denken aan heet toevoegen van voedzame algen als ingrediënt of supplement in vleesvervangers, die nu vooral bestaan uit minder voedzame eiwitten uit erwten en soja. Wanneer algen worden gegeven als voer aan legkippen bevatten de eieren tot driemaal zoveel omega-3 vetzuren als normale eieren. Consumptie van micro-algen kan ook de druk op visvangst in de oceanen minderen, door het eten van vis te vervangen door algenproducten. Tegelijk verlaagt hierdoor de vraag naar visvoer en olie voor de viskweek. Nu worden daar doorgaans kleine vissen voor gebruikt. Vervanging van vis door algen voor visvoer kan de globale visvangst in de oceanen en rivieren met dertig procent verminderen.
Om de potentiële voeding- en milieuvoordelen van micro-algen ten volle te kunnen realiseren en op grote schaal toe te passen, zal er een heel industrieel ecosysteem moeten worden ontwikkeld. Dat is vergelijkbaar met de opkomst en beginjaren van wind- en zonne-energie. Daar moest ook eerst geld in worden gestopt voordat de technologie volwassen was en op grote schaal kon worden toegepast. Dat betekent dus dat de toekomst van algen als duurzame oplossing voor de wereldvoedselvoorziening afhangt van acties van de overheden en het bedrijfsleven die nu moeten worden genomen.
Beeld: Teelt van micro-algen langs de kust van het Big Island van Hawaii. (Foto: Cyanotech Corporation).