Zonder kunstmest breekt de hel los
Een maand of wat geleden was ik bij een bijeenkomst van Food first, een programma van Socires, een onafhankelijke denktank over samenleving en verantwoordelijkheid. Het thema was Schokken en structurele problemen voor de Afrikaanse voedselproductie en een van de sprekers was Prem Bindraban van het International Fertilizer Development Centre (IFDC). In een razend tempo schetste hij de actuele problemen waarmee de Afrikaanse voedselproducenten momenteel worden geconfronteerd.
In mijn eigen woorden: Zon 250 miljoen kleine boeren en herders produceren het voedsel voor bijna driekwart van de mensen in Afrika ten zuiden van de Sahara. Tenminste als ze over voldoende kunstmest zouden beschikken, en dat is nou net het probleem. Niet alleen wordt er de helft tot een derde minder kunstmest aangevoerd dan in voorgaande jaren. Wat er is, is ook nog eens onbetaalbaar. Weliswaar zijn de prijzen iets gedaald, maar gemiddeld is kunstmest zon 50 procent duurder sinds de inval in Oekraïne en ruim twee keer duurder dan voor Covid-19.
Voedseltekorten
Bindraban: Van de 4 tot 4,5 miljoen ton kunstmest (ureum en NPK-stikstof, fosfaat en kalium) die normaliter wordt aangevoerd, ontbreekt nu 1,5 tot 2 miljoen ton. Dat vertaalt zich in een opbrengst die 30 miljoen ton graanequivalenten lager is, waarmee je 60 tot 90 miljoen mensen had kunnen voeden. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn, hebben we eerder kunnen zien in Sri Lanka.
In 2019 besloot de toenmalige president dat twee miljoen boeren in Sri Lanka over moesten schakelen op biologische landbouw, zonder kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen. In het eerste jaar halveerde de import van kunstmest met 50 procent. Als gevolg daarvan daalde de rijstopbrengst met 20 procent, waardoor het land genoodzaakt was om voor 450 miljoen dollar rijst te kopen op de internationale markt. Ook de opbrengst aan thee een belangrijk exportproduct daalde met als gevolg een verlies aan inkomsten van 425 miljoen dollar. Bindraban: Van een trots middeninkomensland veranderde Sri Lanka in een paar jaar tijd in een land, waar miljoenen inwoners worden geconfronteerd met armoede en voedselonzekerheid.
Veerkracht vergroten
Nu zijn en worden er wel initiatieven ondernomen om een nog veel erger schrikbeeld in Afrika ten Zuiden van de Sahara te vermijden. De Afrikaanse ontwikkelingsbank steekt 1,5 miljard dollar in een African Emergency Food Production Facility, waarvan een deel is bestemd voor aankoop van kunstmest door kleine boeren. Kunstmestproducenten, zoals Yara en OCP bieden kortingen aan, bijvoorbeeld drie zakken voor de prijs van twee. Maar als je zelfs geen geld hebt voor twee zakken, schiet dat niet erg op. Ook de Wereldbank heeft extra geld uitgetrokken om de veerkracht van de Afrikaanse landbouw te vergroten en de groeiende voedselonzekerheid te verminderen.
In zijn bijdrage aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, die in september in New York is gehouden, vreesde president David Malpass van de Wereldbank dat het tekort aan kunstmest zelfs op zou kunnen lopen tot 4 miljoen ton, overeenkomend met een hoeveelheid voedsel voor bijna 200 miljoen mensen. De tweejaarlijkse analyse Africas Pulse van de Wereldbank is gewijd aan voedselvoorziening in turbulente tijden - Food system opportunities in a turbulent time. Daarin valt onder meer te lezen dat prijsstijgingen ertoe hebben geleid dat tot 70 procent van de huishoudens ten zuiden van de Sahara worstelt met de vraag of er morgen wel voldoende te eten is voor het gezin.
Op korte termijn moeten kleine boeren in Afrika dan ook de beschikking krijgen over betaalbare kunstmest. Refererend aan de deal die in juli werd gesloten over de export van graan uit Oekraïne zegt David Beasly van het World Food Program: (..) weve got to get the grains moving, weve got to get the fertilizer out there for everybody, and we need to end the war.
Beter benutten
Ook Prem Bindraban van het IFDC is van mening dat boeren in Afrika en elders in de wereld zo snel mogelijk voldoende kunstmest tot hun beschikking moeten krijgen, om te beginnen de kunstmest die nu in de silos ligt, maar te duur is voor kleine boeren. Het tekort aan kunstmest begint nu al pijn te doen. Daarom moeten we zorgen dat er niet alleen voldoende kunstmest beschikbaar is, maar moeten we overheden in Afrikaanse landen ook steunen bij het subsidiëren van die kunstmest, zodat die betaalbaar is voor kleine boeren.
Voor de wat langer termijn moeten we gaan werken aan de betere benutting van kunstmest, zodat er minder verliezen optreden naar de omgeving. Voor een deel door beter bodembeheer, maar voor een belangrijk deel ook door onderzoek en innovatie, zowel wat betreft de samenstelling van kunstmest als de wijze van toediening.
Foto: Toedienen kunstmest aan maïs. B. Das/CIMMYT CC BY-NC-SA 2.0