Reststromen maken ruimte vrij voor voedselproductie
in Nature Food. Dat is voedsel voor één miljard mensen.
Wereldwijd bestaat ongeveer 15 procent van het veevoer uit producten die geschikt zijn als voedsel voor mensen of worden geproduceerd op land waar we voedselgewassen hadden kunnen telen. Zon 40 procent van de akkers en meer dan 30 procent van het graan wordt gebruikt als veevoer terwijl bijna een kwart van alle gevangen vis wordt gebruikt in vee- en visvoer.
Gewasresten en bijproducten uit de levensmiddelenindustrie worden voor een deel al gebruikt voor de productie van vee- en visvoer, maar uit het onderzoek blijkt dat daar nog veel potentie in zit. De onderzoekers hebben de reststromen van de wereldvoedselproductie in kaart gebracht en gekeken hoe we die beter kunnen benutten en wat dat betekent voor de beschikbaarheid van voedsel voor de mens.
Specifieke reststromen
Een van die onderzoekers is Olie van Hal van de Wageningse groep Dierlijke Productie Systemen. Eerder in 2018 werkte ze mee aan een studie over meer duurzame productie en consumptie van dierlijke eiwitten. Een belangrijke toevoeging van deze studie is de analyse van individuele reststromen. In de eerdere studie werd alleen het totaalplaatje beschouwd, dus hoeveel dierlijk product kunnen we produceren enkel op reststromen. Nu zijn we veel meer op detail ingegaan en hebben we gekeken naar specifieke reststromen. Welke dieren kunnen gevoed worden met welke reststromen, vertelt Van Hal, die onlangs is gepromoveerd op dit onderwerp.
Zij noemt pulp van suikerbieten of citrusvruchten en gewasresten als voer voor runderen en varkens, terwijl bijproducten van de slacht geschikt zijn voor aquacultuur en pluimvee. Die rest- en bijproducten komen in de plaats van agrarische producten die ook voor de mens geschikt zijn.
Zon verschuiving kan overigens wel leiden tot lagere productiviteit in de veehouderij, iets waar de onderzoekers wel rekening mee hebben gehouden in hun analyse. In de studie is daarom uit gegaan van bijproducten met dezelfde voedingswaarde als die nu worden gebruikt, waardoor de productiviteit niet vermindert. Als we een lagere productiviteit accepteren, zouden we nog meer van de reststromen kunnen gebruiken, zegt Van Hal.
Voedsel voor één miljard
Door beter gebruik van reststromen kan tussen de 10 en 26 procent van de totale graanproductie en 17 miljoen ton ofwel 11 procent van gevangen vis beschikbaar komen voor menselijke consumptie. Van Hal: Dat lijkt niet veel, maar dat is voedsel voor één miljard mensen. Helemaal een-op-een kun je dat niet vervangen. Zo wordt een andere maissoort gebruikt voor veevoer dan voor humaan voedsel, terwijl ook het gebruikte graan van mindere kwaliteit is. De vissen die verdwijnen in visvoer voor de aquacultuur zijn veelal klein en hebben veel graten, het zijn vaak soorten die minder populair zijn bij de consument. Maar het blijven indrukwekkende hoeveelheden.
Door de stijgende energieprijzen zijn bijproducten, zoals tarwestro, momenteel ook zeer aantrekkelijk voor het opwekken van energie. Van Hal: Voor effectief grondstofgebruik kunnen we ze echter beter als voer gebruiken. Om dat te realiseren dient het aanbod in de voedselketen te worden aangepast. Het voedselsysteem moet worden gereorganiseerd zodat de industrieën en producenten met bijproducten de veehouderij en aquacultuur kunnen vinden. Sommige reststromen zullen bovendien eerst verwerkt moeten worden voordat ze in het voer kunnen. Het gebeurt al op kleine schaal in sommige regios. Maar we moeten het voedselsysteem zo aanpassen dat het op veel grotere schaal kan worden toegepast, besluit Van Hal.
Foto: American Society of Agronomy