Biologische landbouw niet altijd gunstig voor biodiversiteit
Er is al jaren een discussie gaande over land sparing en land sharing. Welke aanpak pakt het beste uit voor biodiversiteit. Bij de eerste strategie wordt de meest intensieve landbouw bedreven zodat er zoveel mogelijk natuur overblijft voor behoud van biodiversiteit. Echter, wanneer de landbouwgrond extensief wordt gebruikt, rekening houdend met de natuurwaarden, is er meer land nodig om dezelfde opbrengst te halen als bij intensieve teelten.
Drempel
Een onderzoeksgroep analyseerde data van 75 internationale studies om een drempel te berekenen van land sharing waarbij de biodiversiteit toeneemt en de productiviteit gelijk blijft. Die drempel hangt sterk samen met de biodiversiteit die aanwezig is op de extra grond die nodig is bij omschakeling naar biolandbouw.
De verandering blijkt meest effectief wanneer de voorheen niet beboerde grond minder dan 2,4 keer zo biodivers is als het boerenland. Deze waarde hangt sterk af van de context en verschilt per regio, zegt Shanxing Gong, eerste auteur van de paper en verbonden aan de universiteit van Liverpool in een persbericht 2).
Soort gewas is bepalend
Het team vond ook dat de invloed van biolandbouw op biodiversiteit en opbrengst wordt bepaald door het soort gewas dat wordt verbouwd. Bij graangewassen, zoals haver, tarwe, gerst en mais, gaat het verlies aan opbrengst gelijk op met de winst aan biodiversiteit. Er is een toename in plantensoorten en ongewervelde dieren. Het vogelbestand blijft gelijk. Bij niet-granen, zoals koffie en groenten, heeft de overstap geen gevolgen voor de opbrengst terwijl de biodiversiteit wel toeneemt. Sommige producten kunnen dus biologisch worden geteeld zonder dat er meer grond nodig is om dezelfde opbrengst te halen. Dat is een win-win situatie.
2) https://www.eurekalert.org/news-releases/958631
Beeld: De invloed van biolandbouw op het milieu hangt af van het soort gewas (Foto: @Storebukkebruse).