Wat valt er te leren van het stikstofdrama?
Maak doelen realistisch op bedrijfsniveau
Hoe kunnen de genoemde vijf doelen worden bereikt op bedrijfsniveau waar effectief en innovatief management de sleutel en voorwaarde is voor succes van de Europese programmas. Het: Farm to Fork programma heeft acht targets, waarbij steeds gewenste veranderingen in algemene percentages worden geduid die impliciet gelden voor de Unie als geheel. In 2050: 50% minder pesticiden, 20% minder kunstmest, 50% minder nutrientenverlies, 50% minder voedselverspilling en 25% biologisch landbouw. Maar wat is de relatie met de vijf bovengenoemde algemene doelen van de Green Deal en wat betekenen die percentages op bedrijfsniveau waar binnen de EU omstandigheden qua bodems, klimaat en socio-economische context sterk verschillen? Genoemde percentages zijn een topdown bureaucratische doelstelling, geformuleerd door abstracte cijferaars, die geen handvaten bieden voor de praktijk.
Wat is een alternatief? Formuleer duidelijke, regionaal specifieke, meetbare indicatoren met bijbehorende grenswaarden voor de bovengenoemde vijf algemene doelen. Een voorbeeld is de al bestaande indicator voor grondwaterkwaliteit (onderdeel van het doel:duurzame landbouw): het nitraatgehalte met als grenswaarde: 50 mg/l. Onder dit gehalte is het oordeel:goed, daarboven: nog niet goed genoeg. Voor de andere doelen zijn indicatoren en grenswaarden op bedrijfsniveau nog niet bepaald en dit vereist innovatief onderzoek dat de basis kan vormen voor transparante en inspirerende wetgeving. En reken vervolgens de boer af op het al of niet bereiken van grenswaarden voor indicatoren. Geef subsidies alleen aan boeren die zich richten op genoemde indicatoren en vergeet niet een economische analyse die een essentieel onderdeel is van het begrip duurzame ontwikkeling. Nu overheerst een verlammende onduidelijkheid en stemmingmakerij. Iedere boer is anders en zijn of haar kracht ligt in het zich ongeremd en creatief richten op, dit gavel, concrete indicatoren. Storend is ook dat de regering op de stoel van de boer dreigt te gaan zitten bij het aangeven van een gewenst bedrijfssysteem. Waarom alleen biologische landbouw genoemd? Andere benaderingen zoals bv. regeneratief, kringloop, natuur-inclusief en high-tech precisie kunnen toch ook aan de gestelde indicatoren voldoen?
Maak methoden transparant.
Het Aerius model van het RIVM vormt de basis van de huidige stikstofdiscussies. De discussies in de media rond modellen zijn verwarrend omdat teveel zelfbenoemde deskundigen hun meningen hierover ventileren. Feit is dat Aerius vooral regionale verschillen kan duiden en minder geschikt is voor het bedrijfsniveau, waar nu juist wel behoefte aan is. In veel discussies wordt ook vergeten dat natuurschade in natuurgebieden wordt veroorzaakt door stikstof depositie en ammoniakemissie leidt niet onvermijdelijk tot depositie in natuurgebieden. Maar natte depositie wordt maar op 8 plakken maandelijks gemeten, droge depositie op 3 plekken en dat terwijl er 162 NATURA natuurgebieden zijn in Nederland! Het op basis hiervan :valideren: van het regionale Aerius model lijkt me problematisch, maar wellicht kan het RIVM op dit punt uitsluitsel geven. Modellen zijn zeker onmisbaar maar zijn wel altijd sterk geschematiseerde weergaves van een zeer complexe realiteit. Daarom zijn veel metingen in ruimte en tijd absoluut noodzakelijk om modellen te valideren waarbij in dit verband innovatieve methoden gebruikmakend van sensoren, drones en sattelieten veel meer aandacht verdienen in de toekomst. De onderzoekswereld heeft hier echt een opdracht die nu teveel blijft liggen: er is sprake van disciplinaire versnippering en te weinig aandacht voor breed systeemonderzoek, geinspireerd vanuit de praktijk..
Communiceer effectief
Carolien van der Plas heeft gelijk (zie NRC 13-6-22): de natuurlobby is veel beter georganiseerd dan de sterk versnipperde landbouwlobby. Dat moet anders, maar hoe? Liefst op basis van harde, goed onderbouwde feiten. Het nieuwe bodemkundige onderzoeksprogramma van de EU: A Soil Deal for Europe geeft een accent aan :Living Labs, waar boeren en onderzoekers intensief samenwerken, en die, wanneer ze voldoen aan de verschillende indicatoren voor duurzaamheid zoals kort hierboven geschetst, kunnen uitgroeien tot: Lighthouses die inspirerend en richtinggevend kunnen zijn voor collegae boeren, het beleid, het publiek en de media. Met nu steeds maar een accent op door de landbouw veroorzaakte problemen, en de reacties daarop, vergeten we dat we al veel voorbeelden van :Lighthouses in huis hebben! Frame en presenteer dat pro-actief met moderne technieken en zorg met innovatief onderzoek dat het aantal snel toeneemt! .
Tekst: Johan Bouma