Column: Pandemie dwingt tot ander landbouwsysteem
De voedselprijzen waren vorig jaar september door COVID al met 33 procent gestegen vergeleken met het jaar daarvoor, aldus de FAO. Hierdoor leden bijna 300 miljoen mensen honger, bovenop de 800 miljoen door oorzaken als oorlog en droogte. Landen die veel voedsel importeren, met name in Afrika, zijn het meest kwetsbaar.
De pandemie is bij uitstek een luide wake up call voor verandering van de landbouw naar een veerkrachtiger voedselsysteem dat meer voedselzekerheid garandeert. Het voedselaanbod is nu in handen van een klein aantal grote, commerciële bedrijven, die meestal ver weg van de consument zitten. Voedsel dient beter dichter bij huis te worden geproduceerd in lokale en regionale systemen. Want die zijn flexibeler en kunnen sneller reageren op veranderingen, zoals gebrekkige aanvoer van levensmiddelen.
Verstedelijking
Verdere verstedelijking hoeft een voldoende en gevarieerd voedselaanbod van dichtbij niet in de weg te staan. Meer dan 50 procent van de wereldbevolking woont inmiddels in steden. Dat stijgt naar verwachting in 2050 naar bijna 70 procent. Die trend wordt vaak gezien als bedreigend voor een gevarieerd voedselaanbod. Onterecht, aldus onderzoek van de Penn state University in het tijdschrift One Earth 1). Aan de rand van de stad (en op daken) kunnen gewassen, fruitbomen en melkveehouderijen een scala aan producten leveren. Metropolen kunnen zelfs grotendeels zelfvoorzienend worden. Zo voorziet stedelijke landbouw in het Vietnamese Hanoi voor liefst bijna 80 procent in groente, varkensvlees en visproducten voor haar bewoners. Dat vraagt wel een infrastructuur die de stadsbewoners rechtstreeks toegang biedt tot het voedselaanbod zonder tussenkomst van machtige retail bedrijven met een minder divers aanbod.
Andere besteding landbouwsubsidies
Wat ook helpt, voor de garantie van een gevarieerd en gezond aanbod, is een andere besteding van de landbouwsubsidies. Nu gaan die vooral naar de vlees- en zuivelsector. En dat is niet goed voor het milieu (vervuiling) en voor de mens (ziekten). Uit een Oxford-analyse 2) blijkt dat tweederde van alle landbouwsteun (wereldwijd jaarlijks ruim 200 miljard dollar) vrijelijk door de boeren mag worden besteed. Dat komt erop neer dat een vijfde gaat naar vleesproductie en een tiende naar zuivelproductie. Sectoren die buitenproportioneel bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen en qua dieet onder meer gelinkt aan hart- en vaatziekten. Een derde van de compensaties gaat naar granen en gewassen voor productie van suiker en olie. Minder dan een kwart gaat naar de verbouw van fruit, groenten noten. Gezond voor mens en natuur.
Conditioneel
Door boeren te verplichten het ontvangen geld deels te besteden aan duurzame en gezonde landbouwproducten ziet het plaatje er plots anders uit. Het groente- en fruitaanbod stijgt met 20% en de mensen gaan navenant meer hiervan consumeren. Tegelijk daalt de vlees- en zuivelproductie met twee procent. Minpuntje is wel dat arbeidskrachten uit meer productieve sectoren worden weggekaapt en doorgesluisd naar de landbouw. Die verschuiving is te vermijden door slechts de helft van de subsidies conditioneel te maken of door de landbouwsteun te halveren. Beide opties resulteren in een gezonder voedselaanbod en minder uitstoot van broeikasgassen zonder nadelig effect op de economische output, aldus het onderzoek.
Zekerstelling van een gevarieerd en gezond voedselpatroon komt tenslotte ook dichterbij wanneer er minder voedsel verloren gaat. Een derde van al het voor de mens geproduceerde voedsel- ca 1,3 miljard ton- , komt niet voor consumptie beschikbaar, aldus een rapport van de United Nations Environment Programme (UNEP). In arme landen gaat 40 procent verloren tijdens verwerking en opslag, in rijke landen wordt hetzelfde percentage verspild door het gedrag van supermarkten en consumenten (weggooien). Kortere ketens en productie in eigen land kunnen helpen deze onnodige verliezen te voorkomen.
Peter de Jaeger
1) 10.1016/j.oneear.2021.10.012
2) https://www.nature.com/articles/s41467-021-27645-2
Beeld: Koe als zelfproducerende melkmachine in de stad. Foto: Anastasia Eggers.