Pinda, symbool van afbrokkelende samenwerking
De eenvoudige pinda, een belangrijke bron van voedsel en inkomsten voor vele kleine en enkele grote boeren, symboliseert ook de genetische rijkdom als gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid. Vanaf begin jaren zestig werden de vele cultivars van dit gewas verrijkt met erfelijke eigenschappen van een wilde variëteit uit Bolivia. Daardoor werden ze resistent tegen verschillende schimmelziekten. Opbrengsten schoten omhoog met gemiddeld 40% in India tot wel 200% in Brazilië.
Een groep onderzoekers onder leiding van David Bertioli van de Universiteit van Georgia (USA) heeft het spoor terug gevolgd en vastgesteld hoe de erfelijke eigenschappen van die wilde pinda zich hebben verspreid over de wereld en terecht kwamen in meer dan 250 cultivars in 30 landen. Uit die reconstructie blijkt hoe belangrijk de vrije uitwisseling van genetisch materiaal is geweest.
Sinds begin jaren negentig staat die vrije uitwisseling onder druk. Omdat inhalige agro-multinationals zo nodig genetische eigenschappen wilden octrooieren, kregen nationale overheden de zeggenschap over biodiversiteit. Gevolg is dat de uitwisseling van erfelijk materiaal nu is onderworpen aan een verwarrende bureaucratie en onderzoekers worden gezien als biopiraten. Gezien de uitdagingen voor de landbouw is het hoog tijd om genetische rijkdom weer tot gemeenschappelijk erfgoed te maken.
Beeld: Jack Dykinga, USDA Agricultural Research Service.