Beter Boeren Initiatief (2): Voorbij de polarisatie
In de vorige column introduceerde ik een reeks ondoorzichtige definities waarvan de biologische sector zich bedient met als conclusie dat het domweg aanschoppen tegen gangbare landbouwtechnieken contraproductief is. Door succesvolle, op angst gebaseerde marketingcampagnes, stijgt in veel welvarende landen de vraag naar biologisch voedsel aanzienlijk sneller dan de opbrengstcapaciteit van de biologische landbouw. Hierdoor komen de mondiale voedselzekerheid en het landgebruik op gevaarlijke wijze onder druk te staan. We moeten het dus over een andere boeg gooien. Weg van de tweedeling tussen biologisch versus gangbaar of goed versus kwaad, maar juist op een holistische wijze betere landbouwpraktijken bevorderen.
Better Cotton Initiative
In het midden van de jaren 2000 steeg de vraag naar biologisch katoen ineens heel sterk. Het bleek echter niet mogelijk om aan deze vraag te voldoen zonder enorme kosten voor boer en milieu. Betrokkenen hebben toen de handen ineengeslagen en het Better Cotton Initiative (BCI) opgericht in een poging om de tweedeling te doorbreken tussen biologisch en gangbaar, die de hele markt bedreigde.
Het BCI bestaat uit een reeks principes en normen die ervoor moeten zorgen dat het katoen op de meest duurzame manier is geteeld, geoogst en geproduceerd. Het keurmerk verplicht tot het voortdurend ontwikkelen van de beste landbouwpraktijken en het verantwoordelijk omgaan met risicos. Tien jaar na de lancering is twintig procent van al het geproduceerde katoen BCI-gecertificeerd.
Deze pragmatische aanpak verbrak de ketenen van biologische keurmerk en zorgde ervoor dat ketenpartijen steun gaven aan betere landbouwmethoden en betere arbeidsomstandigheden, terwijl tegelijkertijd het vertrouwen van de consument in het rentmeesterschap van de landbouw werd vergroot. Is het niet tijd dat een dergelijk initiatief wordt uitgebreid tot alle landbouwsectoren? Wordt het niet hoog tijd voor een Beter Boeren Initiatief (BBI)?
De voordelen van BBI
Beter Boeren bevordert duurzame ontwikkeling van de landbouw zonder voorwaarden vooraf. Dee uitgangspunten zijn onder meer:
- Het niet-wetenschappelijke onderscheid tussen synthetische en natuurlijke bestrijdingsmiddelen wordt afgeschaft. Elke stof dient te worden beoordeeld op basis van zijn duurzaamheidsprofiel.
- Veredelingstechnieken moeten worden beoordeeld op hun resultaat en niet op een tamelijke willekeurige procesdefinitie.
- Essentieel is het verbeteren van het bodembeheer. Daarvoor zijn geen pasklare oplossingen. Het gaat om het voortdurend werken aan een betere bodemgezondheid, het vastleggen van koolstof en tegengaan van erosie en bodemaantasting.
- Kleine boeren in ontwikkelingslanden moeten de beschikking krijgen over de beste gereedschappen om hun opbrengsten te verhogen, zware arbeidsomstandigheden te verbeteren en hun producten gemakkelijker op de markt te brengen. We moeten ophouden met het opleggen van ideologieën, waardoor de meest kwetsbaren nog armer worden.
- Omdat boeren de hoogste opbrengsten realiseren op de meest vruchtbare gronden, moet het BBI naar wegen zoeken om minder productieve gronden te benutten voor het verbeteren van de biodiversiteit.
Het BBI concentreert zich kortom op het ontwikkelen van meer klimaatvriendelijke landbouwtechnieken, veerkracht, betere arbeidsvoorwaarden en op eerlijke handel en toegang tot markten, data en technologie. Deze Beter Boeren-aanpak kan ook een toetssteen zijn voor nationale initiatieven, zoals het Voluntary Initiative van het Verenigd Koninkrijk.
Geïntegreerde gewasbescherming
Een belangrijk onderdeel van het Beter Boeren Initiatief is geïntegreerde gewasbescherming (Integrated Pest Management (IPM). Veel van kritiek op gewasbeschermingsmiddelen was niet gebaseerd op feitelijke milieurisico's, maar op het feit dat het gebruik ervan de verwachtingen van eco-activisten ondermijnde. Zo dachten ze dat geïntegreerde gewasbescherming louter was bedoeld om op te houden met het gebruik van alle pesticiden. Dat viel tegen. Herbicideresistent zaaigoed bijvoorbeeld kan het totale gebruik van herbiciden verminderen en biedt ook betere mogelijkheden voor regeneratieve bodembeheer. Het gebruik ervan betekent echt ook dat herbiciden niet worden uitgefaseerd.
Iets dergelijks geldt ook voor de campagnes om met neonicotinoïden behandelde zaden te verbieden. Die waren nooit bedoeld om de bijen te redden, want alternatieven waren veel slechter voor de gezondheid van deze bestuivers. Het probleem was dat het behandelen van zaden met neonics om een mogelijke plaag te voorkomen, indruist tegen het IPM-ideaal van alleen gebruiken wanneer nodig, ongeacht de verminderde totale milieudruk.
Met IPM zou het eco-activistische ideaal om pesticiden totaal te verbannen niet worden gerealiseerd. Vandaar dat tegenstanders intensieve anti-campagnes begonnen, ondanks het feit dat een verbod per saldo meer milieuvervuiling opleverde. Beter Boeren houdt in dat je deze vorm van gewasbescherming juist bevorderd als de momenteel best beschikbare landbouwpraktijk voor bodembeheer en ongediertebestrijding. BBI houdt dan ook een meer redelijke en pragmatische interpretatie in van IPM.
Betere ideeën
Overschakelen naar Beter Boeren is urgent. Jaren van meedogenloze angstcampagnes hebben de reputatie van de gangbare landbouw verwoest. Een van de uitdagingen van een Beter Boeren Initiatief is dat zon label beledigend kan zijn voor landbouwers. Ik begrijp dat. Alle boeren doen immers hun uiterste best om hun bodem te beschermen, veilig voedsel te verbouwen en hun gemeenschappen te voeden. Jammer genoeg heeft de lobby van de biologische sector dat beeld vernietigd met hun goed-versus-kwaad mentaliteit. Het vertrouwen in de landbouw moet worden hersteld en degenen die moeite hebben om aan bepaalde normen te voldoen, vooral in kwetsbare regio's, hebben meer technologische steun nodig (in plaats van meer ideologie).
Volgens sommigen is het Better Cotton-model onpraktisch gezien de grote verschillen tussen producten in de agro-food industrie en de meer gesloten katoenketen (en ook dat begrijp ik). De voedselverwerkende industrie zal een tandje bij moeten zetten en veel intensiever moeten samenwerken met boeren en wetenschappers in plaats van onmiddellijk te reageren op de angstcampagnes gericht op consumenten. Wat daarvoor nodig is, is een geïntegreerd risicomanagementproces voor de hele agro-food industrie. Dat is het onderwerp van mijn volgende column.
Deel 1 van de trilogie is hier te vinden
Beeld: Better Cotton Initiative
Tekst: David Zaruk