Nog geen rode loper voor diermeel
De versoepeling van het verbod op diermeel ofwel PAPs (Processed Animal Protein) komt er kortgezegd op neer dat varkens weer diermeel mogen eten afkomstig van kippen; en kippen kunnen het varkensdiermeel oppikken. Diermeel van en voor runderen in veevoeder blijft echter verboden. Dit om elk risico, hoe klein ook, te vermijden dat er sporen van de runderziekte BSE in het voer komen te zitten. Voor kippen- en varkenshouders lijkt de beschikbaarheid van diermeel een godsgeschenk. Diermeel is voor veehouders namelijk een prachtig product om te voeren. Kippen en varkens zijn omnivoren en hebben net als de mens specifieke aminozuren nodig. Aminozuren die juist allemaal in diermeel voorkomen. Diermeel zorgt door alle mineralen, sporenelementen en nutriënten - niet alleen voor betere productieresultaten, maar ook voor gezondere dieren.
Diermeelalternatieven
Door het verbod op diermeel viel er destijds dan ook een nutriëntengat in de samenstelling van veevoer. Specialisten van de veevoederindustrie hebben echter in de afgelopen 20 jaar niet stilgezeten. Ze vonden alternatieven voor diermeel, die minstens even goed zijn en ook betaalbaar. Sojaschroot is wellicht één van de bekendste alternatieven en dat gewas heeft maatschappelijk inmiddels een beruchte reputatie. Prachtig dat soja weer vervangen kan worden door diermeel. Bovendien is het ongebruikt laten van hoogwaardige dierlijke eiwitten voor de voedselproductie in een circulaire economie een doodzonde. Het is natuurlijk van de zotte dat we diermeel verbranden of exporteren en vervolgens weer soja-eiwit importeren, stelt VVD-Europarlementariër en diermeelvoorvechter Jan Huitema. Wat lokaal beschikbaar is, moet je lokaal kunnen gebruiken. De verwachting was dan ook dat de veevoerindustrie in de rij zou moeten staan voor diermeel; geruggesteund door politici en retail. De werkelijkheid steek echter iets weerbarstiger in elkaar.
Druk op afzetmarkt
Ondanks de intensieve lobby van de Efpra, de Europese Organisatie van verwerkers van dierlijke bijproducten, zal de vervanging van soja door diermeel zich zeker niet op de korte termijn voltrekken. Voor diermeel zijn in de afgelopen decennia nieuwe afzetstromen gevonden in pet- en fishfeed en ook de exportmarkt loopt goed. Druk op die afzetmarkt zal natuurlijk een prijsopdrijvend effect hebben en dan kan soja of andere plantaardige eiwitbronnen zomaar goedkoper en efficiënter zijn. Vooralsnog is diermeel goedkoper dan soja. Er moet evenwel een nieuw evenwicht op de markt komen met andere handelsstromen. Dat gaat nog wel een tijd duren. De suggestie dat diermeel soja kan vervangen, is ook niet helemaal juist. Europa importeert ongeveer 35 miljoen ton sojameel; in Nederland gaat het om 1,8 miljoen ton sojameel voor gebruik in diervoeder. Van diermeel komen Europees slechts enkele miljoenen tonnen beschikbaar. Dus het is absoluut geen vervanging van alle soja.
Een ander obstakel in de diermeelstromen en gebruik voor veevoer is het gegeven dat er 100 procent gescheiden productielijnen en mogelijk zelfs gescheiden productielocaties nodig zijn. Dat regelen is volgens Henk Flipsen, directeur Nevedi, niet zo heel eenvoudig. Denk aan transport, aan opslag, logistiek bij het voer wegbrengen; noem maar op. Daar komt regelwerk en inbouwen van zekerheden bij kijken. Stappen die het benutten van het diermeel economisch minder aantrekkelijk maken. Dit levert een kostprijsnadeel op, dat een groot deel van het kostprijsvoordeel van diermeel waarschijnlijk weer teniet zal doen.
Internationale concurrentie
De reden om het verbod van verwerkt dierlijk eiwit voor varkens en pluimvee op te heffen, is om de concurrentie van buiten de EU aan te pakken, zegt de Europese Commissie. De export van diermeel is een doorn in het oog van veevoerdeskundigen. Men vindt het vreemd dat er al jaren in Europa een ban op diermeel ligt, de feed ban, terwijl het na export naar Zuid- of Noord-Amerika daar gewoon gebruikt kan worden in het diervoer. Ook in het diervoer van die dieren die als verwerkt product weer naar Europa komen; veelal als goedkoop vlees dat in de supermarkten beschikbaar is.
En andere reden om het gebruik van dierlijke bronnen weer toe te laten, is de toegenomen interesse en productie van insecteneiwit. Dat valt nu ook onder de regels van de feed ban en kan enkel experimenteel worden toegepast in proeven om na te gaan of en op welke manier dit eiwit in veevoer toepasbaar is. Met de toelating van diermeel, is dit insectenmeel ook op grotere schaal inzetbaar, weet Huitema. En dat past weer prima in het plaatje van lokaal geproduceerd eiwit in plaats van het van ver weg te halen.
Retail en consument
Een van de beren die ook nog uit de weg geruimd moeten worden, is de maatschappelijke acceptatie van diermeel gevoerd vlees. Hoe gaat de retail en consument reageren? Er is een grote vleesexport naar Groot-Brittannië en Duitsland. En dat zijn landen waar de consument niet staat te wachten op deze ontwikkeling. De Duitse consument is kritisch. Engeland had te maken met zeer veel BSE-gevallen bij runderen en hersenaantastingen bij mensen.
Daarnaast is er nog een obstakel. Tot september is er nog bezwaar mogelijk en uiteraard zijn er politieke partijen die geen heil zien in de terugkeer van diermeel in veevoer. In het Europees Parlement heeft de Partij voor de Dieren bezwaar aangekondigd tegen het opheffen van het diermeelverbod. Volgens de Nederlandse Europarlementariër Anja Hazekamp (PvdD) is het opheffen van het verbod om dieren aan elkaar te voeren zeer onverstandig en verstoord het besluit van Brussel, midden in de covidpandemie, de relatie tussen mens, dier en natuur verder.