Weidevogels redden door de rovers aan te pakken
Bovenstaande conclusie is geen gedachtenspinsel van mij zelf, maar komt uit het onderzoek dat Agrio heeft uitgevoerd binnen het project `Onze Weidevogels´. Samen met Jeen communicatie zijn we dit project als uitgever gestart, om het kennisniveau rondom weidevogels bij boeren te vergroten. Zo willen wij ons steentje bijdragen om de neerwaartse spiraal om te buigen.
Predatie belangrijkste knelpunt
Voor dit project hielden we de afgelopen weken een onderzoek, waar ruim duizend boeren aan mee deden. Er is heel veel animo onder boeren om aan weidevogelbeheer te doen. Twee derde ontvangt er zelfs geen subsidie voor. Als je ze vraagt wat hen weerhoudt om (meer) aan weidevogelbeheer te doen noemen ze drie onderwerpen: gebrek aan bestrijding van predatie, overheidsbeleid en geld. Ook in die volgorde.
Zestig procent van de deelnemers aan het onderzoek ziet predatie als belangrijkste knelpunt. De voorbeelden daarvan vlogen ons de afgelopen jaren en ook dit voorjaar om de oren met foto´s en video´s van leeggeroofde nesten of hap-slok-weg-beelden van vossen, reigers of ooievaars. Het is lastig om op basis daarvan vast te stellen of er meer predatie plaatsvindt, maar wat wel opvalt, is dat waar camera´s worden neergezet het vaak mis gaat.
Cynisch succes
Uit de statistieken van Sovon en de Zoogdierenvereniging blijken de aantallen predatoren ook toe te nemen. De vos veroverde sinds de jaren negentig ook de grote weidevogelgebieden in Noord- en West-Nederland en is inmiddels ook veel talrijker op de zandgronden. Voor de steenmarter geldt hetzelfde. Als het gaat om vogels zien we bijvoorbeeld dat de buizerd 135 procent meer voorkomt dan in 1990 en de ooievaar vertienvoudigde in broedparen.
We zouden dat cynisch het `succes´ van het Nederlandse faunabeleid kunnen noemen, maar weidevogels plukken daar de wrange vruchten van. Dat Provincie Fryslan volgend jaar actief over gaat op het predatieluw maken van twee weidevogelgebieden stemt dan ook hoopvol. Alleen moet dat natuurlijk ook snel in de andere provincies gebeuren. Alleen maar naar boeren wijzen dat zij het niet goed doen en als provincie verder achterover leunen, kan echt niet langer.
Knelpunt overheid
Een vrijblijvende tip is om ook voorwaarden te stellen en die vervolgens te controleren, ook richting natuurorganisaties. In het onderzoek hebben we daar geen vragen over gesteld, maar uit de losse reacties blijkt de frustratie richting natuurorganisaties diep te zitten. Door de subsidierelatie die ze hebben met de provincie, kan de provincie hen meer dwingen om aan predatiebeheer te doen. Doen ze dat niet, dan niet langer een subsidie of een fikse korting.
Op plek twee staat overheidsbeleid als knelpunt. Ook geen verrassing, want wie aan weidevogelbeheer doet en daar subsidie voor ontvangt, krijgt te maken met allerlei voorwaarden. Die zijn soms lastig in te passen en soms is ook niet op voorhand duidelijk of iets wel gaat lukken. Ook leiden subsidies tot controle. Daar is op zich niets mis mee, maar de regels zijn soms erg star, dus daar zou meer maatwerk per bedrijf tot een extra impuls voor weidevogels kunnen leiden.
Meer geld voor boerennatuur
Ten slotte de financiële bijdrage. Die is niet altijd toereikend en er is een wachtlijst bij de agrarische collectieven, omdat de subsidiepotten niet groot genoeg zijn om alle belangstellenden te honoreren. Mede om die reden vroeg de koepelorganisatie Boerennatuur aan de politiek in Den Haag om meer geld. Laat geld in Den Haag tegenwoordig geen enkel probleem zijn met al die toegezegde miljarden voor de natuur in Nederland. En dan niet alleen naar de Europese gelden kijken die sowieso teruglopen bij de volgende ronde. Kijk vooral naar andere potjes. Boeren zijn intrinsiek gemotiveerd om weidevogels te behouden. Nu de overheden nog.
Beeld: Collectief Noordwest Overijssel, Agrarisch Natuurbeheer