Ongerepte natuur heeft niet meer biodiversiteit
Een team met onder meer archeologen, ecologen, antropologen en natuurbeschermers reconstrueerde het landgebruik tot 12.000 jaar geleden, toen de laatste IJstijd ten einde liep. Uit die reconstructie blijkt dat gebieden die aangemerkt worden als wild en natuurlijk in feite gevormd zijn door duizenden jaren menselijke activiteit, zegt Nicole Boivin van het Max Planck Instituut voor menselijke geschiedenis in een persbericht. Onze studie vond een sterke correlatie tussen gebieden met een hoge biodiversiteit en gebieden die lang bewoond zijn door inheemse en traditionele culturen.
Onaangetast
Het interdisciplinaire team maakte wereldkaarten van de historische ontwikkeling van biodiversiteit gekoppeld aan bewoning. Die kaarten zijn online interactief te bekijken. Al 12.000 jaar geleden werd driekwart van de aardse biosfeer bewoond en benut door mensen. Jager-verzamelaars waren de eersten die de ongerepte natuur veranderden en naar hun hand zetten. Door mensen onaangetaste gebieden waren net zo zeldzaam als vandaag de dag, zegt Erle Ellis van de universiteit van Maryland in een ander persbericht.
Menselijke bewoning heeft in het verleden wel gezorgd voor uitsterven van sommige dieren. In het algemeen echter zorgden inheemse bewoners juist voor instandhouding van de meeste biodiversiteit, en dat duizenden jaren lang. Het probleem is niet menselijk gebruik van de natuur per se, zegt Boivin. Het is vooral de manier waarop het land wordt gebruikt in industriële samenlevingen, die zich kenmerken door onduurzame landbouwpraktijken en ongelimiteerde exploitatie van natuurlijke grondstoffen.
Kolonisatie
De meeste verliezen aan biodiversiteit komen niet door ingebruikneming van voorheen ongerepte ecosystemen, maar veeleer door kolonisatie en toe-eigening van gronden die werden bewoond door oude culturen. Om het functioneren van de natuur te begrijpen is kennis nodig van historisch gebruik van diezelfde natuur, aldus Ellis. Inspanningen om de natuur te behouden en te herstellen kan nooit succesvol zijn zonder inschakeling van inheemse lokale bevolking. Traditionele volken hebben kennis van de natuur die wetenschappers nu pas beginnen te begrijpen.
Vroegere pogingen van natuurbescherming of herstel richtten zich soms zelfs op verwijdering van de lokale bevolking uit het gebied. Nu pas beginnen we te erkennen dat sommige menselijke activiteiten -met name de traditionele vormen van landgebruik die nog steeds in zwang zijn bij inheemse culturen op dit moment- de biodiversiteit en duurzaamheid ten goede komen. Dat inzicht moeten we promoten om de biodiversiteit te herstellen.
Beeld: Landschap met rijstterras in Nepal (Foto: Erle Ellis)