Deel consumenten kiest bewust voor onwetendheid over eten
Volgens het Voedingscentrum en de Vegamonitor eet de meerderheid van de Nederlanders bewust, in ieder geval als het gaat om zelf koken, aandacht voor de maaltijd en de vleesconsumptie minderen. Toch zijn er ook nog veel onbewuste eters en dat ligt niet altijd aan gebrek aan informatie. Onderzoeken laten zien dat sommige mensen er opzettelijk voor kiezen om onwetend te blijven over bijvoorbeeld de herkomst of samenstelling van hun dieet.
Calorierijk of -arm
Een van de dingen waar sommige mensen liever niet over nadenken, is de hoeveelheid calorieën in hun maaltijd. Een studie in Denemarken liet 201 deelnemers kiezen uit twee lunchmaaltijden, een met veel calorieën en de ander met weinig. Zij wisten niet welke van de twee de gezondere maaltijd was, maar de helft van hen kreeg de optie om deze informatie wel te krijgen en eventueel voor een andere maaltijd te kiezen. Van deze groep wilde bijna de helft (46%) niet horen hoeveel calorieën ze gingen eten. Dan konden ze zichzelf namelijk voorhouden dat hun maaltijdkeuze vast de gezondere van de twee was, zo speculeerden de onderzoekers. Als gevolg van dit gedrag is de calorie-inname van de opzettelijk onwetende mensen gemiddeld hoger dan die van mensen die wel bewust nadenken over hoeveel calorieën ze tot zich nemen. Strategische onwetendheid lijkt dus geen goed idee in een wereld waarin obesitas een groeiend volksgezondheidsprobleem is.
Vleesparadox
Een ander gevoelig onderwerp voor veel consumenten is de consumptie van vlees. Iedereen weet ergens in zijn achterhoofd wel dat productiedieren opgroeien met weinig bewegingsvrijheid en in vrij korte tijd slachtrijp worden gemaakt, met zeer snel groeiende kippen als extreem voorbeeld. Weinig mensen zullen volmondig zeggen dat ze dit een diervriendelijke en moreel juiste omgang met dieren vinden. Toch willen de meeste mensen nog steeds vlees eten. Die tegenstrijdigheid heet de vleesparadox. Enerzijds hechten mensen veel waarde aan hun moraliteitsgevoel, maar anderzijds willen ze genieten van vlees.
Ook hier ligt de oplossing voor sommigen in het eenvoudigweg negeren van informatie, laat een Amerikaanse studiezien. Duizend deelnemers vulden een online enquête in, waarin ze aangaven in welke mate ze het eens waren met een stelling. Met de stelling zolang mijn varkensvlees veilig, gezond en lekker is, wil ik liever niet weten hoe het dier heeft geleefd was 44% het in meer of mindere mate eens. De deelnemers kregen tevens de keuze om te zien hoe varkens in de bio-industrie leven. Een derde van hen keek liever naar een wit computerscherm dan dat ze geconfronteerd werden met een foto van varkens die in kleine hokken zitten gepropt.
Snelgroeiende kippen
In Nederland is een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd over snelgroeiende kippen (oftewel het gangbare vleeskuiken). In twee opeenvolgende enquêtes werd van 883 deelnemers informatie verzameld, onder andere over negatieve emoties bij gedachten aan snelgroeiende kippen, verantwoordelijkheidsgevoel en bereidheid om informatie over deze kippen tot zich te nemen. Zesendertig procent van de deelnemers wilde niks weten over de snelgroeiende kippen, maar had er ook geen sterke negatieve gevoelens over. Volgens de onderzoekers is hun opzettelijke onbewustheid een manier om het interne conflict dierwelzijn belangrijk vinden, maar ook vlees willen eten te sussen.
Milieu-impact
Een recent Zweeds onderzoek laat zien dat consumenten hetzelfde trucje toepassen om in het ongewisse te blijven over de milieu-impact van vleesproducten. Deelnemers kregen de keuze om wel of niet te horen hoeveel CO2-uitstoot gepaard ging met de productie van een bakje gehakt. Een derde wilde de informatie niet horen. Die groep bleek gemiddeld meer vlees per week te eten dan de groep die wel benieuwd was naar de CO2-uitstoot.
Het mooie van deze studie is dat alle deelnemers te horen kregen wat de CO2-uitstoot was, of ze het nou wilden of niet. In de groep mensen die het eigenlijk niet wilden weten, werd zo toch een kleine gedragsverandering bereikt met een uitstootreductie van 12% als gevolg. Bij de mensen die meer open stonden voor informatie was die reductie 32%.
Implicaties
Het laatste voorbeeld laat zien dat informatievoorziening wel enig effect heeft, maar het is ook duidelijk dat dit effect maar beperkt is. Inspanningen om informatie over voedsel beschikbaar te maken, zoals calorietabellen in fastfoodrestaurants, worden deels teniet gedaan doordat een derde van de consumenten actief deze informatie vermijdt. Voor een echte verandering in onze voedingskeuzes is veel meer nodig.
Beeld: iStock
Tekst: Lisa Dietz