Met jachthonden speuren naar zeldzaam wild
Via remote sensing en satellietbeelden zijn grote zoogdieren in open landschapen in kaart te brengen. In dicht begroeide gebieden waar kleinere dieren zich schuil houden is een andere aanpak nodig. De onderzoeker zal zelf het veld in moeten en bijvoorbeeld op zoek gaan naar uitwerpselen of haren van het gezochte beest. Dat is tijdrovend en niet erg secuur. Speciaal getrainde honden bieden dan uitkomst. Zij ruiken de kleinste geurconcentraties. Wij mensen hebben zes miljoen geurreceptoren, tegen herdershonden 200 miljoen en beagles zelfs 300 miljoen. Dat betekent dat zij zelfs paddenstoelen en dieren onder de grond kunnen waarnemen.
Loopvogels
Speurhonden als natuurvorser zijn voor het eerst ingezet in Nieuw Zeeland, rond 1890, om bedreigde loopvogels te detecteren. Sindsdien worden snuffelhonden ook in Noord-Amerika en Europa gebruikt. Meer dan 400 zeldzame diersoorten en hun habitat zijn getraceerd, vooral katachtigen, beren en marters. Daarnaast hielpen de honden bij de speurtocht naar 42 plantensoorten, 26 paddenstoelen en zes bacteriesoorten. Ook plagen als boorkevers en invasieve planten als varkensgras en ambrosia weten ze te vinden.
Niet alle honden zijn geschikt voor dit werk. Dobermann pinchers en schnauzers zijn gefokt als gezelschapshond en daarom minder gemotiveerd om te speuren. Terriërs zijn te fanatiek en grijpen meteen hun prooi. Pointers en setters zijn speciaal bedoeld om wild te zoeken en aan te wijzen, zonder er op te jagen. Daarom zijn ze uitermate geschikt voor bijvoorbeeld op de grond broedende vogels als sneeuwhoen en patrijs. Golden retrievers en herders zijn geen jagers maar kunnen uitstekend sporen volgen, zijn makkelijk te motiveren en leren graag. Daarom zijn labradors, border collies en Duitse herders de meest populaire detectiehonden.
Otterkeutels
Zelf werkt Annegret met haar border collie Zammy. Die heeft zij als puppy geleerd om keutels van otters op te sporen. Genetische analyse van die uitwerpselen leert van welk individu het afkomstig is, wat de relatie is met zijn soortgenoten en wat het dier heeft gegeten. Uit een eerdere studie blijkt dat honden vier keer zoveel droppings vinden dan mensen. Zammy helpt de onderzoekster ook met het in kaart brengen van de habitat van de bedreigde kamsalamander. Succes staat of valt met een goede training van de juiste hond, weet Annegret. Wanneer je precies weet wat je wil onderzoeken, kan een hond een uitstekende hulp bieden.
Beeld: Annegret met Zammy, Andre Kunzelmann / UFZ