Een copieuze kerstmaaltijd: over voedingsreligies en -logica's
De organisatie van een congres waar ik onlangs aan deelnam stuurde mij van tevoren een lijst met deelnemers, hun namen, titels, werkplek, e-mailadres, en in de laatste kolom hun dieetwensen. Waar vroeger de vraag bij mij thuis was: Wat wil je het liefste eten op je verjaardag?, was die laatste kolom een bizarre opsomming van het tegenovergestelde: Dit mag en wil ik niet eten!. Achter de vlijtig ingevulde termen vegetarisch, veganistisch, biologisch, glutenvrij, vetbeperkt, GMO-, MSG- en suikervrij, moet een wereld schuilgaan van inperkingen, angst en irrationele overtuigingen, kortom een diepreligieuze wereld waarin je bent wat je niet eet.
Terwijl het wetenschappelijke inzicht aangaande voeding al twee-en-een-half-duizend jaar luidt: Eet gevarieerd en niet te veel, werd door producenten en consumenten toch nerveus uitgekeken naar de nieuwe Schijf van Vijf en leidden bevindingen van de World Health Organization tot ernstige vormen van stress: Knakworstjes ongezonder dan asbest. Ja, uiteraard, en van masturbatie krijg je tering in je ruggenmerg.
Als filosoof interesseert mij dan ook vooral de vraag hoe, in een geseculariseerde wereld van verrukkelijke overvloed en ongekende gezondheid, strenge voedingsregimes kunnen ontstaan. Waarom onthouden mensen zichzelf genot onder een onwetenschappelijke dreiging van kanker (de hedendaagse tering), stress en een vroegtijdige aftakeling (de atheïstische versie van de hel)?
Strenge spijswetten
Veel religies kennen streng beperkende spijswetten. Eet geen varkensvlees. Eet geen schaaldieren. Drink geen alcohol. Niettegenstaande de krampachtige pogingen van gelovigen, is voor deze wetten geen rationele basis te vinden. Wellicht zijn er historische omstandigheden aan te wijzen rond het ontstaan van deze wetten die te maken hadden met hygiëne, maar in onze UVD-, gasoven- en koelkastgedreven maatschappij spelen die geen rol meer. Je houden aan spijswetten betekent niets meer of niets minder dan een gelovige willen zijn, toegelaten willen worden tot een groep uitverkorenen. Hieronder zal ik uiteenzetten hoe de structuur (logica) van een dergelijke religieuze denkwijze blijft functioneren in een seculariserende samenleving, en ook voor ongelovige consumenten de schappen van Albert Hein scheidt in de breden die ten verderf leiden en de smallen die ten leven leiden (min of meer Mattheus 7: 13-14).
Religieuze spijswetten kennen een eenvoudige logica. Het voedselaanbod wordt opgedeeld in Toegestaan en Niet-toegestaan, (ik gebruik hier hoofdletters om categorieën waarmee wordt geredeneerd aan te duiden). Het onderscheid tussen halal en haram, en het onderscheid tussen koosjer en niet-koosjer zijn bekende voorbeelden van deze tweedeling. Omdat de ene pool van de tweedeling moet worden vermeden, en de andere dient te worden nagestreefd, spreken filosofen van een dichotomie.
Gelovigen dienen te streven naar de pool die halal of koosjer is. Dat streven gaat gepaard met een afkeer van de andere pool van de dichotomie. Haram of niet-koosjer voedsel wordt dan als onrein ervaren, zodat de dichotomie Toegestaan-Niet-toegestaan, samenvalt met de dichotomie Rein-Onrein. Zo is onrein een van de betekenissen van haram, en krijgt Noach van God de opdracht om van het reine vee zeven paar in zijn ark te laden terwijl van het onreine vee slechts één paar mee mocht (Genesis 7:2). En omdat het bloed van schildluizen wordt gebruikt om voeding rood te kleuren, mogen rode M&Ms niet mee in een zakje koosjere chocolade pindas. Om hun reinheid te waarborgen dienen gelovigen zich te ontdoen van alle onreine elementen.
Dichotomieën zijn sterke en overtuigende ordeningsprincipes. De wereld wordt verhelderend opgedeeld in Rein-Onrein, Goed-Kwaad, Goddelijk-Duivels en Hemel-Hel, en daarmee is klip en klaar wat een mens te doen : Streef het reine na, en houd u verre van alles wat onrein is, zoals varkens of waterdieren zonder vinnen of schubben. Het rituele wassen van vrouwen na de menstruatie is binnen een dichotome logica niet slechts een symbolische handeling, het is een bittere fysieke noodzaak om haar weer binnen de gemeenschap verteerbaar te maken.
Detoxen
Qua logische vorm verschilt het rituele wassen nauwelijks van het in sommige kringen zo populaire sapvasten, dat uiteraard ook kan worden aangeduid als detoxen, ontgiften, je ontdoen van onreine elementen: Afvalstoffen hopen zich op in je darmen en dit kan zorgen voor gezondheidsproblemen die uiteenlopen van moeheid en hoofdpijn tot verstopping (obstipatie) of buikpijn. [] Door je darmen op te schonen voel je je vaak weer energieker en verdwijnen de meeste van deze klachten. (www.VoedingsDomein.nl)
Door die associatie met reinheid en onreinheid, goed en kwaad, is het navolgen van spijswetten niet slechts een vorm van geloven, zoals je in een god of kabouters kunt geloven die volgens anderen niet bestaan, maar tegelijkertijd een manier om je te verlossen van kwade elementen die je van het Hogere Goddelijke, Geestelijke af zouden kunnen houden. De Noors-Nederlandse filosoof Else Barth omschrijft deze logica in 1978 in Intermediair als volgt:
Kwantiteit en kwaliteit zijn in dit denken als het ware omgekeerd evenredig; een substantie kan haar algemene essentie of ware identiteit pas dan volledig ontplooien, wanneer de kwantiteit, de materie, de massa geheel verdwenen is; vernietigd is, zou men ook kunnen zeggen. [Cursivering van Else Barth, RH]
Mensen kunnen hun geestelijke kwaliteiten pas dan volledig ontplooien wanneer ze gereinigd zijn van de afvalstoffen van te veel suikers, vetten en zouten die zich ophopen in hun onderbuik. Wanneer deze kwantiteiten zijn verdwenen kan de geestelijke energie weer stromen en komen mensen volledig tot hun kwalitatieve recht. Daarmee worden spijswetten wetten die voor de gelovigen én ongelovigen een geestelijke superioriteit behelzen. Zij die zich keurig aan alle wetten houden, staan ethisch gezien boven degenen die af en toe zondigen en daarmee zichzelf naar beneden halen. Een nauwgezet volger van spijswetten zal zich daarom zuiverder en schoner voelen dan een vervuilde zondaar. Dus al vallen de religieuze connotaties weg, in een seculariserende samenleving wordt de logica van spijswetten gehandhaafd. Debatten over voeding, zijn daarom ook altijd debatten over een gezonde geest, reinheid en ethiek.
Samengevat, de logica van spijswetten bestaat uit een dichotomie Rein-Onrein waarbij mensen hun geestelijke, ethische superioriteit benadrukken door zich zo ver mogelijk te houden van alles wat Onrein is.
Goddelijke natuur
Naast een ethische dichotome ordening speelt, zeker in westerse samenlevingen, nog een andere religieuze kracht een rol bij het denken over voeding. In de drie grote monotheïstische religies is het God die de wereld heeft geschapen, wie anders? Aangezien God in alle opzichten perfect is, is de door God geschapen wereld in beginsel ook perfect. De imperfecties, het kwaad, het lijden en de pijn in de wereld zijn ontstaan door het toedoen van mensen. Eva is daarbij de oerboosdoener, de vernietigster van een zuiver paradijselijke toestand en de zonden waarmee het handelen van mensen nu nog doortrokken is zijn een erfenis van haar eetlust(!).
Nog slechts een enkeling gelooft in religieuze scheppingsverhalen, maar het geloof in de Goddelijkheid van de natuur, dat wil zeggen een inherent goede, schone natuur, is nog altijd wijdverbreid. Derhalve blijft de Natuur onbesmet en onschuldig, ondanks dat planten zich met, soms zware, gifstoffen beschermen tegen vraat, dat het op de aarde wemelt van bloeddorstige roofdieren en dat virussen en bacteriën strikt genomen de baas zijn. Als op een verpakking natuurlijk of biologisch staat, denken ook atheïsten dat Gods zegen erop rust, en natuurlijke suikers moeten wel gezonder zijn dan geraffineerde suikers die door de handen van de nazaten van Eva zijn aangeraakt.
Dit geloof in een paradijselijke natuur wordt gecombineerd met de dichotome logica Rein-Onrein, zoals bij alle hypes rond bewerkt voedsel. Ik zal me ter uitleg beperken tot het vertoog rond bewerkt vlees (processed meat). Er bestaat geen duidelijke definitie van bewerkt vlees, en strikt genomen kan een dier niet in stukken bij de slager komen te liggen, zonder dat het is bewerkt. (Er bestaat overigens ook geen eenduidige algemenere definitie van bewerkt voedsel. De meest hilarische definitie die ik ben tegengekomen is van Jasper Albas op www.lekkeretenmetlinda.nl: Het zit in pakjes, zakjes, blikjes of dozen en er staan vaak lange lijsten met ingrediënten op de verpakking. Veel namen zien eruit als abracadabra, je kan ze bijna niet uitspreken en je hebt geen idee wat het precies is. Had ik al gezegd dat religies vaak worden gekenmerkt door verregaande irrationaliteit?)
Bij bewerkt vlees lijkt het te gaan om vlees dat gerookt, gedroogd of gezouten is, of waar chemicaliën aan zijn toegevoegd, zoals conserveermiddelen. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat bewerkt vlees niet koosjer is. Dat is logisch, want hoe intensiever de natuur door mensenhanden wordt beroerd, hoe minder rein ze wordt, en als dat proces maar vaak genoeg wordt herhaald ontstaat er vanzelf voedsel waar je kanker van krijgt. En, Kankerverwekkend is de ultieme vorm van Onreinheid.
Op de site van het damesblad Margriet staat daarom: Bewerkt vlees zoals salami, ham en knakworstjes staan [] op de lijst van kankerverwekkende producten. Daarmee staan ze op een lijn met bijvoorbeeld sigaretten en asbest! Zeker die laatste conclusie is onzin, maar dat maakt voor gelovigen niets uit. Zij snellen bevreesd naar de aflatenhandel op de Marqt, en nemen zich voor binnenkort te detoxen.
Genetische modificatie
Van alle menselijke vormen van ingrijpen in de natuur spreekt genetische modificatie het meest tot de dichotome verbeelding. Genetische modificatie is een nietsontziend ingrijpen in de schepping, het door God verordonneerde bouwplan. Dus volgens de paradijslogica leiden genetisch gemanipuleerde gewassen ons regelrecht naar de hel: [U]it recent onderzoek blijkt dat GMO-soja giftig is voor de nieren, de lever en nog veel meer. (www.earth-matters.nl).
De giftige slang, onreine Eva, de boom der wetenschappelijke kennis, allemaal lonken ze met genetisch gemodificeerde vruchten die ons voeren naar een wereld vol toxiciteit, kindersterfte, chromosomale afwijkingen en significante histopathologische, biochemische en cytogenetische veranderingen. Zo staat het in ieder geval op de site van Earth Matters.
Het beeld van een paradijselijke onbesmette natuur is de afgelopen vijftig jaar verder versterkt door Walt Disney. In zijn films staan de dieren voor het Goede, het Goddelijke, en personifiëren mensen het Kwaad. Bambi, Dumbo en Babe worden het slachtoffer van kwaadwillende mensen. Dieren in Disney hebben een rijk, gelaagd bewustzijn (dat hebben dieren niet), uitgebreide doelen en verlangens (dat hebben ze ook niet) en de dieren in de hoofdrol zijn uiterst vredelievend (dat zijn dieren zelden). Nooit zal Simba (The Lion King) de tanden in de hals van een onschuldig hertje zetten, want dat past niet in het paradijselijke beeld dat Disney ons van de schepping voorschotelt. Iedere aantasting van die onschuldige (ook een religieuze term!) natuur maakt een mens onrein, en dus ethisch inferieur.
Marianne Thieme belichaamt deze logica fraai als ze zegt (www.eo.nl): Het oorspronkelijke plan van God met de wereld lag heel ver weg van de dood, de reden ook waarom Adam en Eva vegetariër waren. Pas na de zondeval ging de mens vlees eten en puur om het plezier dieren doden, iets wat ooit weer teruggedraaid gaat worden. Vegetariërs vormen daarmee de ethische voorhoede die ons terug zal voeren naar het beloofde land.
Maar zoals u inmiddels zult begrijpen, wordt de enige echte voorhoede gevormd door veganisten, zij die geen enkel dierlijk product meer tot zich nemen. Op de site van Vegan Society wordt in ethische termen uitgelegd waarom vegetarisme niet voldoende is: alle dierlijke producten eisen immers onschuldige slachtoffers. Ethische eieren en zuivel bestaan domweg niet. Dus werd Thieme in 2015 veganist: omhoog, op weg naar Absolute Reinheid, zo ver mogelijk verwijderd van Cruella de Ville, en van christenen die zonder bezwaar in de bio-industrie werken (aldus Thieme op de site van de EO). Zoals gezegd, de logica van spijswetten bestaat uit een dichotomie Rein-Onrein waarbij mensen hun geestelijke, ethische superioriteit benadrukken door zich zo ver mogelijk te houden van alles wat Onrein is.
Genot afzweren
Vlees, gevogelte, vis, suiker, vet, zout, smaakversterkers, bewerkingen als roken, frituren, marineren en bakken, ze bieden allemaal ongekende mogelijkheden tot genot, zelfs of juist in grote hoeveelheden. En daarom zijn ze Onrein. In religies, alle hedendaagse religies, draait het immers om de geest. Genot is te lichamelijk, te veel verbonden met het onderlichaam, sappen en uitwerpselen, vergelijkbaar met menstruatie. Hoe lekker een broodje shoarma na een avondje stappen ook kan zijn, de volgende dag moet je je vies voelen. Na copieuze kerstmaaltijden en oliebollen moet een periode van reiniging, dieet en vasten volgen. Want ook in een geseculariseerde voedingslogica gaat een opgang naar het hogere gaat gepaard met het afzweren van genot.
Omnivoor las ik bij mijn naam op de lijst van deelnemers aan het congres. Het voelde als atheïst in het stadsregister van Staphorst.
Dit essay is een onderdeel van Hünnemans nieuwe bundel over hedonisme die in april 2021 zal verschijnen
Tekst: Ronald Hünneman