WÍLMÁÁÁ, WAAR BLIJFT MIJN ETEN
Een jaar lang als holbewoner leven. Filosofe Marianne van Dijk deed het gewoon. Ze liep elke dag op blote voeten door Amsterdam, douchte koud, zette de lichten in haar huis nooit aan en gebruikte geen toiletpapier. Ook at ze uitsluitend het voedsel dat onze voorouders aten. Met haar handen. Ik deed het vooral uit nieuwsgierigheid. Ik wilde kijken welke gewoontes uit hun tijd nu nog gezond en nuttig voor ons zijn, verklaart Van Dijk twee jaar na haar experiment.
Eén van die gewoontes heeft ze in ieder geval behouden: ze eet nog steeds zoals onze voorouders doen. Niet meer met haar handen, maar wel alleen groenten, fruit, eieren, noten, vlees waaronder orgaanvlees, vis en insecten. In ieder geval koop ik niets dat bewerkt is en ik haal ook geen granen of melkproducten in huis, zegt Van Dijk. Het geeft me veel meer energie, ik heb geen after-lunch dip meer, ik val ervan af en bovendien heb ik geen last meer van acne. Ook zei mn huisarts dat hij in de dertig jaar van zijn praktijk nog nooit zon goed cholesterolgehalte had gezien.
Ze is niet de enige. Enthousiaste foodies zoals Leo goes Paleo raken niet uitgeblogd over de oergezonde leefstijl en in de boekhandel stapelen de paleokookboeken zich op. Paleo Lifestyle is het eerste Nederlandse tijdschrift over dit onderwerp en ligt inmiddels in de schappen. Hoofdredacteur Mitchel zegt: Van paleo-proof eten word je gezonder, energieker, slanker en gelukkiger.
Jagers-verzamelaars
Als het zon succes is, zouden we dan niet allemaal de eetgewoontes van onze verre voorouders moeten omarmen? Als het aan Stanley Boyd Eaton ligt wel. Deze Amerikaanse grondlegger van het paleodieet was de eerste die schreef dat de evolutieleer bepalend zou moeten zijn voor alles wat we eten. Ons westerse dieet van de afgelopen eeuw zorgt voor hartaandoeningen, verhoogde bloeddruk, diabetes en sommige vormen van kanker. En dat komt omdat onze genen zich de afgelopen 10.000 jaar, toen de eerste boeren kwamen en de oermensen verdwenen, niet snel genoeg hebben kunnen aanpassen aan ons huidige voedingspatroon, zegt hij in New England Journal of Medicine in 1985. Met andere woorden: als we precies zo zouden eten als de jagers en verzamelaars, dan zouden we geen last hebben van chronische ziektes en veel gezonder zijn dan nu.
Niet iedereen bleek daar echter van overtuigd. De belangrijkste kritiek op het paleodieet is dat de oermensen vroeger toch niet ouder werden dan 30 tot 35 jaar en dus te jong waren om chronische ziektes te ontwikkelen, schrijft Eaton een kwart eeuw later in Nutrition in Clinical Practice. Eaton pareert die kritiek door te wijzen op de extreem hoge kindersterfte en de infectieziektes als oorzaken van de lage gemiddelde leeftijd van de oermens. Had een oerman de kindertijd overleefd, dan kon hij prima oud worden. Vroeger waren chronische ziektes zeldzaam, houdt hij stellig vol als hét argument voor oervoeding. Want toen aten mensen nauwelijks graanproducten, zuivel en toegevoegde suikers als bron van koolhydraten. Die haalden de jagers-verzamelaars vooral uit fruit en groenten. Met koolhydraten op zich is dus niks mis, in tegenstelling tot hetgeen sommige andere hippe diëten beweren. Jagers-verzamelaars haalden daar ook een groot deel van hun energie uit, zon 35 tot 65 procent.
Inuit
Een andere veelgehoorde kritiek op het oerdieet is dat er niet één oerdieet is, omdat de Inuit uit het noorden van de wereld andere planten plukten en op andere dieren jaagden dan de Aboriginals in Australië. Volgens Loren Cordain, emeritus hoogleraar bij de Colorado State University, is dat verschil niet zo relevant. Hij registreerde de term paleodieet als handelsmerk en doet al twintig jaar onderzoek naar de evolutionaire en antropologische basis voor het paleodieet.
Volgens deze goeroe moeten we uitsluitend vlees (van dieren die gras hebben gegeten), vis en zeevruchten, vers fruit en groenten, eieren, noten en zaden en gezonde oliën (van olijf, walnoot, avocado, kokosnoot of macademia) eten. De lijst met ingrediënten die we nooit meer op ons bord mogen leggen, is vrij lang en bestaat uit: graankorrels (en dus ook brood), peulvruchten (erwten, bonen, linzen), pindas, zuivel (melk, boter, kaas), geraffineerde suiker, aardappelen, bewerkt voedsel , zout en geraffineerde plantenoliën.
Afgevallen
De vraag blijft of het om een hype gaat bij het paleodieet, of dat het ook wetenschappelijk is bewezen dat het gezonder is. Een van de eerste onderzoekers die die vraag probeerde te beantwoorden, keek naar de huidige jagers en verzamelaars. Staffan Lindeberg van Lund University in Zweden bestudeerde begin jaren negentig de Kitavanen, een volk van 2000 mensen dat op een van de eilanden van Papua Nieuw Guinea leeft en al zijn voedsel van het land en uit de zee haalt. De eilandbewoners blaken van gezondheid; niemand is te zwaar, hartziektes zijn zeldzaam en diabetes of hoge bloeddruk komen helemaal niet voor. Kunnen we dus maar het beste allemaal achter ons voedsel aan gaan rennen? Nee, want onze leefstijl van nu is totaal anders dan dat van inheemse volken.
Gelukkig besloot een andere Zweed om te bestuderen wat het effect is van het paleodieet op ons, gezonde westerse mensen. Magnus Österdahl van het Karolinska Institute publiceerde zijn conclusie in het European Journal of Clinical Nutrition in 2008. Wat bleek? Zijn 14 proefpersonen waren na drie weken allemaal afgevallen, hadden een lagere bloeddruk en hun bloed was minder geneigd om samen te klonteren. Ja, dat is logisch als je minder en gezonder gaat eten, zeggen zijn critici terecht.
Bloeddruk
Daarom deed Lynda Frassetto van de University of California het Zweedse onderzoek nog eens dunnetjes over. Ze zette 9 gezonde mensen tien dagen lang op een paleodieet en zorgde ervoor dat ze evenveel calorieën binnenkregen als daarvoor. Nu bleef hun gewicht hetzelfde, maar kregen alle proefpersonen een lagere bloeddruk en een lager cholesterolniveau, schrijft ze in European Journal of Clinical Nutrition in 2009. Maar dat geldt waarschijnlijk ook voor andere diëten.
De eerder genoemde Lindenberg vergeleek het paleodieet met het voedsel dat mensen met diabetes type 2 krijgen. Zijn 13 proefpersonen allemaal diabetespatiënten aten eerst drie maanden een standaard diabetesdieet met minder vet, geen vlees, meer brood en granen, magere zuivelproducten en fruit en groenten. Daarna aten ze drie maanden de paelovariant. Wat bleek? Met het paleodieet vielen ze meer af, ze kregen een lagere bloeddruk en een lager cholesterolgehalte, schreef de Zweed in Cardiovascular Diabetology in 2009.
Metabool syndroom
Moeten we het paleodieet dus massaal omarmen? Nee. Al deze wetenschappelijke studies zijn erg klein met weinig proefpersonen en er is geen controlegroep; een groep mensen die niet meedoet met het experiment maar wel dezelfde kenmerken heeft als de paleo-eters.
Gelukkig verscheen afgelopen zomer de allereerste systematische review naar de effecten van het paleodieet. Drie Nederlandse onderzoekers, waaronder Hanno Pijl en Esther van Zuuren van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), vergeleken vier studies en in totaal maar liefst 159 proefpersonen met elkaar. Alle proefpersonen hadden last van het metabool syndroom dat staat voor een aantal afwijkingen in de stofwisseling waardoor iemand meer kans maakt op diabetes. Bovendien was in alle studies een controlegroep aanwezig die een ander dieet volgde.
Uit het onderzoek blijkt dat oereten voor deze specifieke groep mensen binnen twee weken tot zes maanden een gunstiger effect heeft op de stofwisseling, de bloeddruk en het gewicht dan alle andere diëten. Maar dat betekent nog niet zoveel, relativeert Hanno Pijl op de website van het LUMC. In de eerste plaats gaat het alleen over mensen met het metabool syndroom. Dus of oervoeding ook gunstig is voor anderen weten we nog niet. Ten tweede zijn het allemaal kortetermijnstudies; het effect op lange termijn is nog onbekend.
Onbewerkt
Diëtist Karine Hoenderdos werkte mee aan een van de vier onderzoeken die in de systematische review zijn meegenomen. Ze begeleidde de proefpersonen en rekende alles door. De ene groep kreeg voeding die het Voedingscentrum aanbeveelt en de andere groep kreeg paleovoeding. Wat me steeds weer opvalt is dat de voedingswaarden van het paleodieet zo goed zijn: er zitten meer vitamines, mineralen en vezels in dan bij de Schijf van Vijf. Bovendien houden mensen het goed vol, omdat het zo verzadigend werkt en ze vinden het ook nog eens heel lekker. Doordat je meer voedingsstoffen binnenkrijgt, heb je minder dipjes in de middag, wordt je stoelgang beter en heb je minder honger. Dus ook op gezonde mensen heeft een paleoleefstijl een positieve invloed, zegt ze.
Waar zit m dat dan precies in? In 2014 vergeleken twee onderzoekers van Yale University allerlei diëten met elkaar: van koolhydraatarm tot weinig vet, van vegetarisch tot paleo. Al deze diëten zijn overtuigend als je de media moet geloven, maar er bestaan geen studies die een positief langetermijneffect aantonen. Dus wat is nou echt het beste voor onze gezondheid en onze kwaliteit van leven, vroegen de onderzoekers zich af. In Annual Review of Public Health van 2014 antwoorden ze: Een dieet dat bestaat uit onbewerkt voedsel, waaronder fruit, groenten, granen, noten en zaden.
Hoenderdos: In bewerkt voedsel zitten weinig vitamines, mineralen, vezels en veel slechte vetten, zout en suiker. Bovendien verzadigt het niet, waardoor je veel calorieën binnenkrijgt. Toch kopen veel mensen nog een pakje of potje als ze tomatensaus willen maken, omdat weinig mensen niet weten hoe ze dat moeten klaarmaken. Dus meer pure en onbewerkte producten eten is het geheim.
Tekst: Desiree Hoving Beeld: Ellen Meinen
Tekst: Desiree Hoving