Fotoserie: Zorgen om cocktails van bestrijdingsmiddelen
In Nederland beoordeelt het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in Ede of synthetische middelen in de landbouw goed werken, of gezondheidsrisicos voor werkers laag zijn en of de giftigheid voor het milieu aanvaardbaar is. Voor de veiligheid van de consument stelt het Ctgb een lage waarde vast voor residuen van bestrijdingsmiddelen op producten met daar bovenop een ruime veiligheidsmarge. Daarmee zijn risicos van die middelen voor zover aanwezig voor de gezondheid nagenoeg verwaarloosbaar.
Bij het beoordelen van de mogelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelen, gaat het Ctgb vrijwel altijd uit van één stof tegelijk. Op een landbouwproduct in het schap van de winkel kunnen ook resten van verschillende gewasbeschermingsmiddelen zitten. Dagblad Trouw publiceerde medio vorig jaar een artikel over aardbeien waar tot wel zeven verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen op kunnen zitten. Dus zou de aardbei ook wel zeven keer giftiger zijn dan we denken. Tenminste als je uitgaat van de gedachte dat je de effecten van verschillende restanten beschermingsmiddelen niet afzonderlijk moet zien, maar op elkaar moet stapelen.
Het artikel leidde tot de nodige maatschappelijke onrust. Begin 2019 reageerde het Ctgb daarop met een persbijeenkomst. Arie Ton van het Ctgb legde daar uit dat zelfs als je de residuen bij elkaar optelt, het product nog onder de veilige drempelwaarde blijft.
Los daarvan mag je de mogelijk schadelijke effecten van middelen met een heel verschillende werking niet klakkeloos bij elkaar optellen. Volgens Ton zou je middelen die aangrijpen op hetzelfde orgaan wel mogen optellen, maar de effecten van een middel dat op de nieren werkt bijvoorbeeld, mag je niet optellen bij een ander middel dat schade kan veroorzaken op de lever of een ander orgaan.
Draai de bewijslast om bij gewasbeschermingsmiddel. Bewijs de veiligheid
Voedselpakket
Een mens kan nog zo gek op aardbeien zijn, hij zal waarschijnlijk veel meer landbouwproducten op een dag eten. Het gaat dus niet alleen om het effect van verschillende middelen op een product, maar ook om de cocktail van middelen die binnenkomt via verschillende producten, verspreid over de dag of de week. Bij het Ctgb hebben ze geen inzicht in welke combinaties gewasbeschermingsmiddelen in het dagelijks voedsel van iemand zitten. Mede daarom hanteren ze een ruime veiligheidsmarge voor residuen van bestrijdingsmiddelen.
Toch is de EFSA bezig met het ontwikkelen van een model voor het meten van de gezondheidseffecten van combinaties van middelen, dat de organisatie deze zomer wil presenteren. Het idee erachter is dat je op basis van heel veel data veel willekeurige combinaties kunt maken, waar je vervolgens met veel computerkracht de risicos voor de consument kunt berekenen.
De woordvoerder van het Ctgb kan nu nog niet zeggen wat de gevolgen van het model zijn. Of dit invloed gaat hebben op de toelatingen van het college is onduidelijk. Middelen of middelenfamilies kunnen strenger beoordeeld moeten worden, maar, zo zegt het Ctgb, de vraag of er wat gaat veranderen komt net te vroeg.
Consument en wetenschap
Kritische consumentenorganisaties wezen al eerder op gevaren van individuele middelen en ook televisieprogrammas als Radar, Zembla of Kassa gingen over individuele middelen. Hoe gevaarlijk is glyfosaat? Hoe giftig zijn middelen in de bloembollenteelt? Hoeveel residu vinden we op importproducten? Nu de cocktail mogelijk sterker kan werken dan de individuele stoffen, dringt de vraag zich op of er niet nieuwe punten van zorg zijn.
In maart schreef de Universiteit van Stockholm dat de risicos van mengsels van door de mens gemaakte middelen voor de gezondheid worden onderschat. In een policy brief aan de Europese Commissie baseert Professor Åke Bergman van deze universiteit die conclusie onder meer op onderzoek bij 2.300 zwangere vrouwen. Daarbij is een schatting gemaakt van de effecten van normale concentraties synthetische middelen op de ontwikkeling van ongeboren kinderen. Ook hier geldt weer de beperking dat onderzoekers moeten werken met modellen en labtests, omdat het niet ethisch is om de vrouwen als proefdier te gebruiken. Dat maakt rechtstreeks vertalen van de resultaten naar de mens lastig.
Middelen met verschillende werking niet klakkeloos stapelen
In het kader van hetzelfde Europese onderzoeksprogramma (EDC-MixRisk) waarin onderzoek wordt gedaan naar hormoonverstorende effecten van mengsels, hebben onderzoekers in het lab van Giuseppe Testa in Milaan gewerkt met kunstmatig gekweekte miniaturen (organoids) van de hersenen. Op basis daarvan concluderen ze dat een mix van chemische middelen effect heeft op de ontwikkeling van de mens. Professor Demeneix en haar medewerkers in Parijs constateren dat die mengsels invloed hebben op het functioneren van het schildklierhormoon en daarmee op de ontwikkeling van de hersenen.
Voorzorgsprincipe
Volgens toxicoloog Jan Tytgat, die werkt aan de Universiteit van Leuven, is het een terechte vraag of een cocktail van middelen gevaarlijk is voor de menselijke gezondheid. Tegelijkertijd, zo zegt hij, is het een complexe vraag. Het is onmogelijk om alle mogelijke combinaties van middelen te testen vóór ze op de markt komen en gebruikt worden. Wat wel zou kunnen is dat we meer gaan kijken naar de middelen die dezelfde metabole werking hebben. Daar zou je wel de optelsom mee mogen maken.
Modellen blijven volgens Tytgat te veel steken in mathematische regels. Ze zeggen daardoor weinig over wat in de natuur gebeurt, in het menselijk lichaam. Omdat het onmogelijk is alle voorzorgsmaatregelen te nemen die bij alle middelenmixen nodig zijn, adviseert Tytgat om meer te gaan kijken naar de meest waarschijnlijke combinaties die de mens via voeding binnen kan krijgen. Als je daarop gaat testen in een laboratorium, kan je in een paar maanden, zeg binnen een half jaar, al meer zeggen over het risico van de mix. Ik pleit voor een pragmatische aanpak. In de juridische wereld ben je pas veroordeeld als je schuld bewezen is. In de gewasbescherming zou je dat bewijs mogen omdraaien: bewijs eerst dat de cocktail veilig is. Bij problemen die je dan nog niet aan had zien komen, kan je ook nog ervoor kiezen een toelating terug te draaien.
Aanvaardbare dosis
De huidige situatie brengt volgens Tytgat niet direct grote risicos met zich mee. Als voorbeeld noemt hij de fipronilcrisis. De dosis van deze biocide die in eieren werd gemeten, was laag en voor zover bekend, is er niemand ziek door geworden. Bij gewasbeschermingsmiddelen is de toelating al streng. Bij geen waargenomen effect delen we de hoeveelheid middel minimaal door 100, soms 500 of 1.000 voor de zekerheid om tot de strenge referentiedosis te komen.
Het Voedingscentrum definieert de dagelijks aanvaardbare dosis. Voor diergeneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen is een Acute Referentie Dosis (ARfD) vastgesteld. Dat is een schatting van de hoeveelheid van een stof in voedsel of drinkwater die je binnen 24 uur kan innemen zonder noemenswaardige gezondheidseffecten. Tytgat stelt dat de dosis zo laag is dat er weinig risico te verwachten is bij inname van een cocktail van residuen.
De Leuvense toxicoloog zegt dat je het fenomeen ook van de andere kant kunt bekijken. Mocht het omgekeerd zijn en de middelen elkaar erg versterken, dan hadden we veel zieke mensen moeten tegenkomen. Dat valt mee. De levensverwachting is de afgelopen jaren hoger geworden. Maar ook geldt: niets is zeker. Daarom moeten we het synergisme, de optelsom van die middelen goed onderzoeken. Aan mijn studenten leg ik dat synergisme uit als het 2+2=5-effect, want het is altijd mogelijk dat de som van twee middelen wat sterker werkt dan de individuele middelen afzonderlijk.
Ervaring cocktails geneesmiddel
Onderzoek in de gewasbeschermingsmiddelen is sterk gericht op enkelvoudige stoffen. Bij geneesmiddelen is meer ervaring met het elkaar versterkende effect van stoffen. Volgens Daan Touw, als klinisch farmacoloog/toxicoloog verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, is bij geneesmiddelen bekend dat ze elkaar kunnen versterken als het de toxische eigenschappen betreft. Touw zegt dat het daarbij van belang kan zijn hoe de werking van chemische stoffen ingrijpt op lichaamsprocessen. Het ene geneesmiddel kan de omzetting van het andere in de lever afremmen of de uitscheiding via de nieren remmen. De toxicoloog vindt het goed voorstelbaar dat middelen met vergelijkbare werkingsmechanismen bij elkaar opgeteld kunnen worden.
Maar ook stoffen die in eerste instantie niet verwant zijn in werking, kunnen evenwel elkaars werking versterken. Touw: Geneesmiddelen kunnen bijvoorbeeld elkaars opname in de ingewanden stimuleren. Normaal wordt nooit 100 procent van een middel door de darmen opgenomen. Als meer stoffen samen in de darmen komen, kan de opname verhoogd worden.
Naast chemische stoffen uit medicijnen kunnen ook voedingsmiddelen van invloed zijn op de werking van geneesmiddelen. Touw noemt als voorbeeld de grapefruit die het effect van medicijnen kan versterken. Dit zou ook kunnen gebeuren met gewasbeschermingsmiddelen, maar dat is nog lang niet zo goed onderzocht als bij geneesmiddelen.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@vork.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee, vraag een gratis proefnummer aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Jorn Tönjes Beeld: Agrio