Nieuw decennium zorgt voor hernieuwde waardering vlees
Toen Meat the Victims op 13 mei 2019 een varkensstal in Boxtel bezette, hadden ze zich niet bedacht of verwacht dat hun actie een tegenovergesteld effect zou hebben. In plaats van het opwekken van sympathie voor hun overtuiging van een vleesloze wereld en een onethische vleesindustrie keerden niet alleen de hele veehouderij maar het overgrote deel van Nederland zich tegen hen. Ze werden afgeschilderd als een stel idealistische idioten en ze bekrachtigden dat beeld in media zelf nog eens door te laten zien dat ze een gebrek aan dierlijke kennis hadden. De rechter veroordeelde hen tot 300 euro boete en twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf. Hij vond dat de actie het algemeen belang niet diende en vooral bedoeld was als publiciteitsstunt in plaats van het aan de kaak stellen van dierenwelzijn.
Tot hier en niet verder
De actie was voor de landbouw echter het startpunt waar boeren een grens trokken. Tot hier en niet verder. Zonder Boxtel was er geen 1 oktoberactie geweest, want juist door de stalbezetting gingen boeren zich in lokale groepjes via de social media organiseren en bij de minste dreiging kwamen de boeren in grote getale opdagen. Door dit netwerk konden boeren heel snel met elkaar communiceren. Toen de oproep van Tjeerd de Groot kwam om de veestapel te halveren, was een grootschalige actie snel georganiseerd en mede door de boosheid van de boeren omtrent Boxtel was er voldoende animo.
Bij de boerenacties bleek bovendien dat een heel groot gedeelte van Nederland achter de boeren en veehouders stond. Ineens bleken de antiveehouderijlobbyisten toch maar een beperkt groepje mensen te zijn. Het merendeel van de Nederlander is niet tegen de veehouderij en wil dierlijke producten eten. Door de acties zijn de verhoudingen bloot komen te liggen en staat de als feit gepresenteerde gedachte dat veel en steeds meer mensen tegen de veehouderij en vleeseten zijn, ineens niet meer als waarheid overeind. Het tegendeel is waar en dat bleek ook nog eens uit de vleesconsumptiecijfers van Wageningen UR. In 2018 steeg van de vleesconsumptie zelfs.
Bijna onverwoestbaar imago
De kritische reactie van de maatschappij tegen de dierenactivisten en antiveehouderlobby; het feit dat bijna heel Nederland achter de landbouw staat en dat de vleesconsumptie niet is teruggelopen, laten zien dat vlees nog steeds op een grote waardering kan rekenen. Ondanks alle verwoede pogingen van politici, ngos en dierenactivisten om een negatief beeld te presenteren. Dat dit niet lukt, geeft aan dat vlees een bijna onverwoestbaar imago heeft. Al leek het in het afgelopen decennium dat vlees zijn langste tijd zou hebben gehad en dat in de toekomst vleeseten een taboe zou worden.
In 2019 kwam toch een beetje de ommekeer en meer weerstand tegen de ideologie van een vleesloze wereld. De filosoof Michiel Korthals noemt vegetarisme of vegansime en het anti-speciesisme verhaal van Peter Singer, een vorm van white privilege en dat we moeten oppassen met spreken vanuit een luxe-veganistische positie waarin je volop keuze hebt aan groente, fruit en voedingssupplementen. Het is een Westerse luxe-ideologie en dat komt ook naar voren in een rapport van het International Food Policy Research Institute (IFPRI) in Washington. Veel armen (boeren) zijn afhankelijk van vlees en landbouwhuisdieren.
Vegan stigma
De weerstand in de maatschappij tegen dierenactivisme, veganisme, en in mindere mate vegetarisme, begint ook langzaam luider te worden. Niet zozeer tegen de gedachte om de vleesconsumptie te verminderen of dat het dierwelzijn op een hoger niveau gebracht moeten worden, maar om vlees helemaal uit het menu te schrappen. Vleeseten is verankerd in de westerse cultuur en mensen reageren met een natuurlijk afkeer op iedereen die vanuit een sterk moralisme hun levensstijl bekritiseren. In het afgelopen decennium hielden de meeste mensen zich afzijdig in de discussie of begonnen zich schielijk schuldig te voelen dat ze vlees aten. Deze situatie of houding is toch veranderd mede door de vele verharde (soms wetsovertredende) acties van ngos en dierenactivisme, het publiceren van onjuiste en vaak sterk gekleurde informatie en het confronterende, moralistisch wijsvingertje van veganisten en dierenactivisten. Uit een studie van Kent State University komt een beeld naar voren dat er een soort Vegan stigma ofwel een polarisatie tussen vegan studenten en omnivoren studenten is ontstaan. Vleeseters zullen vanwege dat stigma minder geneigd zijn om plant based te worden. Wat uit de studie vooral blijkt, is dat de omnivoren studenten een weerzin hebben tegen de moralistische preken van hun veganistische medestudenten. De studie kan volgens de onderzoekers helpen om manieren te vinden studenten/mensen toch minder vlees te laten eten, maar het onderzoek laat vooral zien dat er van een consensus over een vleesloze wereld geen sprake is.
Grootste veroorzakers van klimaatverandering
Met de toegenomen weerstand tegen de vleesloze ideologie is er ook een tegenbeweging ontstaan die meer de publiciteit op zoekt. Ook worden er meer onderzoeken uitgevoerd die een genuanceerder beeld over vlees en vleeseten naar buiten brengen. De claim dat de veehouderij een van de grootste veroorzakers van klimaatverandering is, begint ook langzamerhand aan kracht in te boeten. De wereldvoedselorganisatie FAO bracht een rapport uit dat een andere, minder heftig beeld liet zien van de CO2-voetafdruk van vlees. Blonk Consultants berekende dat een gezond veganistische dieet weliswaar een lagere CO2-voetafdruk heeft, maar meer water verbruikt. Ook wordt duidelijk dat de reductie van CO2 bij het overstappen naar een puur plantaardig dieet aanmerkelijk kleiner is. Van plantaardig voedsel moet men aanzienlijk meer grammen eten om dierlijke eiwitten te compenseren. Dat geeft een positiever beeld van de voetafdruk van vlees per calorie of daadwerkelijk verteerde voedingsstoffen. (Louise Bruun Werner). Zo scoort melk twee keer beter dan sojadrank en varkensvlees doet nauwelijks onder voor broccoli of wortelen. Van alle dierlijke producten hebben eieren de beste Nutrient Density of Climate Impact (NDCI). De Amerikaanse wetenschapper Frank Mitloehner stelt in zijn onderzoek Livestocks Contributions to Climate Change: Facts and Fiction dat de Amerikaanse CO2-voetafdruk van vlees zo laag is als 4,2 procent van de totale Amerikaanse uitstoot en niet 18 tot wel 50 procent, zoals vaak wordt gebruikt. Zelfs het IPCC in zijn rapport predikt geen vleesloze wereld, maar zinspeelt vooral op beter landgebruik voor de productie van vlees. En juist daar ligt een van de grootste uitdagingen van de veehouderij. De Nederlandse veehouderij is wat dat betreft een van de wereldwijde voorlopers en de landbouw haalt door allerlei technieken en ontwikkelingen als enige sector de CO2-doelstellingen.
Roodvlees staat gelijk aan roken
Een andere suggestie dat vleeseten ongezond en dat de gezonde keuze puur plantaardig is, blijkt in de afgelopen periode ook aan geloofwaardigheid te verliezen. Het EAT-Lancet rapport 'Food in the Anthropocene', wellicht één van de meest besproken rapporten over de relatie vlees en gezondheid, stelde dat het eten van rood vlees gelijk staat aan roken. Deze conclusie is echter door menig voedingsdeskundige onderuit gehaald. Zelfs het International Agency for Research on Cancer (IARC) rapporteerde dat er een beperkte bewijslast is dat rood vlees kanker veroorzaakt; wel voor processed vlees en darmkanker.
Professor Frédéric Leroy, microbiologie en voedingswetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel beweert dat het EAT-Lancet rapport vooral het resultaat is van een antiveehouderijlobby. Dat veganisten minder vaak aan een hartaanval overlijden of een verminderde kans op suikerziekte hebben, zegt niets over het eten van vlees. Daarentegen blijkt dat mensen met een plantaardig dieet een groter kans hebben op een beroerte. De onderzoeken bewijzen niet onomstotelijk dat een veganistisch dieet of vlees eten gezonder of ongezonder is. Er is ook geen bewijs dat vegans langer leven dan vleeseters, Een probleem bij voedselgezondheidsonderzoeken is bovendien dat er veel meer factoren een rol spelen dan alleen voeding en dat veel onderzoeken gebaseerd zijn op (onbetrouwbare) vragenlijsten of meta-analyse en derhalve geen causale verbanden leggen.
Plantaardig dieet is lastig
Natuurlijk kan de moderne mens in de Westerse wereld een pure plant based dieet volgen, maar niet zonder een dikke buidel met geld, kennis van voeding, focus op de dagelijkse inname van voedingsstoffen en gebruik van supplementen. Zonder supplementen raakt een puur plantaardig etend persoon ondervoed, krijgt hij of zij te weinig eiwitten, vitamine, mineralen en goede vetten of juist teveel koolhydraten binnen. Het volgen van een vegan dieet is aanmerkelijk lastiger dan een dieet met dierlijke voedingstoffen. Daarnaast blijkt ook dat mensen verschillend zijn en de een beter op een plantaardig dieet reageert dan de ander. Sommigen zijn domweg gevoelig voor teveel of specifiek plantaardig voedsel. Een puur plantaardig dieet kan zelfs aanzienlijke risicos inhouden voor jonge kinderen, zwakkeren en ouderen.
Het is daarom niet verwonderlijk dat niet iedereen een vegan dieet kan volhouden en dat blijkt ook. Steeds vaker komen veganisten er openlijk vooruit dat ze, vanwege gezondheidsproblemen, weer dierlijke producten gaan eten. Verzwakking, ernstig ijzertekort, B12-tekort, haaruitval, flatulentie, maagproblemen, vruchtbaarheidsproblemen, impotentie, verminderd libido, depressie en zelfs verlies van breinfunctionaliteit (brain fog). De overstap naar dierlijke producten is voor hen geen gemakkelijke keuze, want velen geloofden echt dat puur plantaardig gezonder voor hen was en een aantal voelt zich schuldig omdat ze nu ineens weer dieren eten; ook vrezen ze het oordeel van de vegan gemeenschap. De ideologie blijkt zo stevig genesteld in hun mindset en levenswijze te zijn dat ze eerst op advies van YouTube influencers als Freelee allerlei extreme vegan diëten hebben gevolgd, zoals raw food of fruitarian (alleen fruit), in de hoop hun gezondheidsproblemen op te lossen. Dit verergerde de problemen alleen.
Surrealistische vegan bubble
Uit wanhoop of soms op doktersadvies proberen sommigen uiteindelijk dierlijke producten als een ei of vis om vervolgens direct een positieve verandering te voelen. Niet alleen fysiek maar ook geestelijk. Veel van deze voormalige vegans worden door hun gemeenschap bekritiseerd, belachelijke gemaakt en ontvriend. De ervaring is achteraf dat ze in een soort surrealistische vegan bubble hebben geleefd en dat ze jaren van kwelling hebben doorgemaakt en opgelucht zijn dat ze weer normaal kunnen eten. Wat elke voormalige vegan ook ervaart, is het gevoel van verzadiging en de afwezigheid van een eeuwig hongerig gevoel.
YouTube influencer Sv3rige heeft op zijn kanaal een groot aantal openhartige interviews met voormalige veganisten. De persoon achter het kanaal strijdt tegen veganisme, omdat hij het onmenselijk vindt en schuwt extreme uitingen niet. In juli 2019 kreeg hij een boete van 200 pond voor het eten van een rauwe eekhoorn op de Soho Vegan Food markt in Londen. Wie een genuanceerder YouTube beeld wil zien, kan daarom beter de YouTuber Unnatural Vegan volgen of Vegetable Police, deze satirische en vreemde videos volgen zijn levensweg van veganisme naar carnivoor en vervolgens weer naar plant based dieet met vis.
Meat eaters bashing moe
Als 2019 een ding heeft duidelijk gemaakt, is dat de mensen meat eaters bashing moe zijn en gewoon (dier- en milieuvriendelijk) vlees willen eten. Pure plant based lijkt vooral een wensgedachte van een kleine groep te zijn. De productie van vlees wordt daarnaast diervriendelijker en de klimaateffecten zijn minder groot en zullen in de toekomst door technologische ontwikkelingen steeds kleiner worden. Bovendien is er geen onomstotelijk bewijs dat vlees ongezond is of veganisme gezonder en blijkt dat een vegan dieet niet voor iedereen geschikt of uitvoerbaar is. De algemene consensus zou daarom in het komend decennium wel eens kunnen verschuiven dat het eten van vlees okay is. Veganisme zal in de toekomst puur een levenskeuze zijn om geen vlees te eten uit piëteit met de dieren, maar niet vanwege milieu of gezondheid.
Kweekvlees als alternatief
Er is eigenlijk maar een bedreiging voor vlees en dat zijn de vleesvervangers. Niet de vleesvervangers van nu, die worden veelal onsmakelijk gevonden, vergeleken met de vlezige tegenhangers en zijn gemaakt van ultra processed erwten en soja. Ondanks dat er een groei is van dit soort producten en er meer producten op de markt komen, heeft dit zich niet vertaald in een verminderde vleesconsumptie. Wellicht dat er andere redenen zijn voor deze groei, zoals nieuwsgierigheid, voedselhype of als vervanging van groente. De vleesvervangers worden met veel campagnegeweld aangeboden, maar de omzet blijft in verhouding met vlees marginaal.
De daadwerkelijke dreiging komt van kweekvlees ofwel cellulaire landbouw (lees het verhaal in de decembereditie van Vork). Op dit moment zijn deze producten volop in ontwikkeling. Ze zijn nog duur en onvoldoende onderzocht op voedselveiligheid. Het zal echter niet langer dan tien jaar duren, voordat kweekvleesproducten in de winkelschappen liggen. De belofte is dat deze producten sterk op vlees lijken in smaak en voedingsstoffen. Als kweekvlees ook nog eens B12, choline, omega 3 en verzadigde vetzuren, ijzer en allerlei andere voedingseigenschappen van vlees herbergt, dan heeft het de potentie om een regelrechte concurrent van vlees te zijn. Zeker als de prijs ver daalt onder de vleesprijs. Voor een kipnugget, worst of hamburger of zelfs vleeswaren zal het een prima alternatief zijn. Kweekvlees hoeft echter geen directe concurrent van echt vlees te worden. Ten eerste groeit de wereldbevolking en zal een deel van het kweekvlees de voedselbehoefte in vullen. En al zal de gemiddelde vleesconsumptie per persoon omlaag gaan en moeten, de totale vleesproductie op wereldschaal zal naar alle waarschijnlijkheid niet eens dalen en veehouders hoeven niet te stoppen.
Vlees en roomboter
De komst van kweekvlees heeft evenwel een ander positief element in zich. Kweekvlees zal net als margarine gezien worden als een product met mindere kwaliteiten dan roomboter of vlees. Ineens staat vlees op een voetstuk en kan zich positief onderscheiden van een minder product. Vlees zal net als roomboter staan voor natuurlijk en ambachtelijk, waardoor het op meer waardering kan rekenen en waar straks ook een hogere prijs voor betaald gaat worden. Uiteraard dient de productie van vlees dan wel een onaantastbaar sterk imago te hebben en buiten alle verdenkingen of bedenkingen dier- en milieuvriendelijk moeten zijn. Met de hogere vleesprijzen zullen veehouders kunnen investeren in duurzame landbouwmethoden, beter landgebruik en schonere technieken. Het perspectief van vlees lijkt door alle bovenstaande factoren in het komend decennium aanmerkelijk positiever dan in de afgelopen tien jaar, maar bovenal heeft de toekomst de belofte dat mens en dier er beter van worden en ieder een zijn of haar keuze kan maken zonder polarisatie of stigma.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram en LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@agrio.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Reinout Burgers Beeld: Wikimedia