Fotoserie: Vlinders, vogels en insecten sturen geen factuur
Dit artikel komt uit de eerste editie van VORK 2019. Wilt u VORK niet missen? Word dan vandaag nog <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">abonnee</a> of vraag een <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">gratis proefnummer</a> aan. Student? Vraag dan het speciale <a href="https://www.vork.org/student/">studentenabonnement</a> aan. Op een eeuwenoude akker aan de rand van Wageningen steken frisgroene roggesprietjes boven een wit laagje sneeuw uit. Het graangewas heeft er zin in, maar voor een groeispurt moet het nog even wachten tot het voorjaar. Dan mogen 250 Grebbeveldschapen over de akker struinen en zich te goed doen aan het jonge groen. Doel van de begrazing is om de Oudhollandse Veluwse Kruiprogge goed te laten uitstoelen. Dat zorgt voor sterkere planten en meer korrels. En om die korrels gaat het natuurlijk. De boer oogst het graan, de molenaar maalt de korrels, de brouwer brouwt het bier, en de bakker bakt het brood. Voilà het gedachtegoed van de groene hesjes: de lokale (natuur)boer en burger weer tot elkaar brengen. Nieuw landbouwleven Marcel van Silfhout, eigenaar van de rogge op de Wageningse berg, hield drie jaar geleden de journalistiek voor gezien. Hij had een kritisch boek geschreven over voeding en landbouw. Dat haalde voor zijn gevoel te weinig uit, daarom besloot hij zelf maar boer te worden. En niet zomaar eentje. Als Heideboer wil hij de complete Veluwezoom nieuw landbouwleven inblazen. Van Silfhout wijst op een topografische kaart: In dit gebied - het zogeheten Gelders Arcadië ten noorden van de Rijn en de IJssel, vanaf Wageningen tot Renkum, Arnhem en Rheden - had je vroeger wel honderd keuterboeren met een eigen potstal. Alle heidevelden in het gebied maakten deel uit van een groter cultuurlandschap. In het traditionele heidelandbouwsysteem was de heide verbonden met akkers, hooilanden, bossen, moestuinen en vijvers. Schaapskudden begraasden - gescheperd door herders - de heidevelden, en leverden in de potstal s nachts de schapenmest die werd gebruikt op de akkers, waarop vervolgens wintervoer voor de schapen of voedsel voor de mensen werd geteeld. Dit systeem met zijn gesloten nutriëntenkringloop verzag in de behoefte van de lokale gemeenschap. In de twintigste eeuw zijn de traditionele marken teruggegeven aan de natuur. Maar de bodem is inmiddels zozeer verschraald dat de variatie aan planten, vlinders en insecten eerder is af- dan toegenomen. Natuurinclusieve heideboeren kunnen het tij keren
Korhoen
Volgens Van Silfhout kunnen natuurinclusieve heideboeren het tij keren. De korhoen bijvoorbeeld kan alleen overleven bij een combinatie van hei en extensieve landbouw met veel verschillende soorten insecten. En de licht met potstalmest verrijkte graanakkers worden weer aantrekkelijk voor de korenbloem en de Nederlandse papaver.
Voor het - hernieuwde - concept is de kunst afgekeken in Duitsland. In het 23.440 hectare grote Naturschutzpark Lüneburger Heide hebben boeren, natuurbeheerders en de overheid bewust gekozen voor het traditionele heidelandbouwsysteem. Achttien medewerkers bewerken er sinds 2015 ongeveer 5.200 hectare heide, 450 hectare akkers, 400 hectare hooiland en 40 hectare karpervijvers. Er is een centrale ruimte voor zon 2.200 Grauen Gehörnten Heidschnucken en 300 geiten, 30 Dülmener-paarden en 80 runderen van een eveneens zeldzaam inheems veeras.
Burgerboeren
Sinds kort trekt Van Silfhout op met de, in Nederland eind vorig jaar opgerichte, Coöperatie Burgerboerderijen. Het begrip burgerboeren is een verzamelnaam. Eerder schreef VORK al over herenboeren en bosboeren. Er zijn verschillen, maar allen delen de visie dat het nodig is om de burger weer te verbinden met lokale landbouwers en streekproducten. Soms door mee te denken, mee te doen of mee te betalen. In ieder geval door de afstand tussen boer en burger te verkleinen.
Medeoprichter van de coöperatie is Jaap Meijer. Zon 10 procent van de boeren heeft in een onderzoek van dagblad Trouw aangegeven dat ze natuurinclusiever willen werken, maar het verdienmodel en de afzet van streekproducten vormen wel een uitdaging. Een boer uit een dorp bij Nijmegen vertelde dat hij was overgestapt op Lakenvelders en natuurvlees, maar niemand in zijn dorp kocht het. Mensen zijn gewend hun boodschappen te doen bij de supermarkt. Met onze coöperatie willen we burgers weer betrekken bij de boer en de lokale middenstand. Door korte ketens van streekproducten kunnen burgers zien waar hun eten vandaan komt. Daar is geen keurmerk voor nodig, wel vertrouwen en transparantie.
Zon twintig heideboeren zouden een tiende van de lokale bevolking rond Wageningen, Renkum, Arnhem, Rozendaal en Rheden van graan (en brood) kunnen voorzien. Andere burgerboeren verderop zouden groente en fruit kunnen leveren. Al het noodzakelijke voedsel kan zo beschikbaar komen binnen een straal van circa 20 kilometer, aldus Meijer.
Grebbeveldschapen
Voor de heideboeren vormen schapen een belangrijke schakel. In Nederland bestaan nog zon honderd kuddes. De kudde van Clemens Oude Groeniger en Marjel Neefjes van Grebbeveld Schapen &zo wordt nog ouderwets gescheperd (gehoed) door de herder met zijn bordercollies. Het resultaat is een gevarieerd heidelandschap: jonge én oude heide, intensief, extensief én onbegraasde heide met kalere én begroeide plekken.
s Winters grazen de Grebbeveldschapen bij melkveehouders op het land. In het voorjaar, de zomer en herfst struinen ze over de heide van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwezoom. De vruchtbare potstalmest is zeer geschikt voor de heideboeren, maar dan moet je die wel verzamelen, zegt Neefjes. Dan zou er altijd op loopafstand een potstal moeten zijn om de dieren s nachts in te zetten. Dat is dan meteen een goede oplossing voor de oprukkende wolf: die jaagt s nachts als de schapen veilig binnen zitten.
Markebrood
Het graan van de heideboeren wordt nu al gemalen door ambachtelijke molenaars. Vervolgens bakken lokale bakkers er brood van. Een van die bakkers is Tom van Otterloo. Hij vindt streekproducten een goed idee. Ik werk al langer met graan uit de regio. Dat heeft echt meer smaak. Binnenkort gaat Van Otterloo experimenteren met Gelders Markebrood, gemaakt van onder meer lokale Velpse tarwe, Aalter Troshaver, Boekweit en Veluws Kruiprogge.
De prijs van het Markebrood zal gelijk zijn aan de prijs van het reguliere brood uit het bovenste segment, aldus Van Otterloo. Door middel van een tekening met sneetjes brood willen we laten zien welk percentage terechtkomt bij de boer, de molenaar en de bakker. Die verdeling spreken we van tevoren met elkaar af. Het gaat erom dat iedereen een eerlijke prijs krijgt. Dat wil zeggen: wat acceptabel is. Eerlijk betekent voor ons ook traceerbaar. We doen alles met open vizier.
Landwinkel Talloze streekproducten worden inmiddels aangeboden in de landwinkel van Bart Lubbers, boer onder de rook van Arnhem en sinds eind vorig jaar actief in de kerngroep van het Heideboerderij-project Veluwezoom. Vader Lubbers is ook nog actief op het bedrijf met 170 gangbare melkkoeien en 120 stuks jongvee. Een deel van de melk verwerken ze zelf tot zuivel die - evenals het vlees - naast de andere streekproducten te koop is in de landwinkel voor een prijs die veelal overeenkomt met de prijs voor biologische producten bij de supermarkt, aldus Lubbers. Op 110 hectare grond verbouwt hij gras, mais en voederbieten. Op gepachte grond van Natuurmonumenten verbouwt hij een oud tarweras dat Van Otterloo verwerkt in zijn brood. Op het erf tussen de stallen en kalverhokken is een parkeerplaats voor mensen uit de omgeving die boodschappen komen doen. Het is een komen en gaan. De goed geoutilleerde winkel biedt een keur aan producten; kleurige folders van de lokale producenten geven tekst en uitleg. Markefonds Dat ook natuurbeheerders in de Veluwezoom inmiddels willen samenwerken met natuurinclusieve boeren, komt mede door de warme belangstelling van de WUR. Marcel Vijn van Wageningen University & Research deed vorig jaar op verzoek van de Heideboeren onderzoek naar nut en haalbaarheid van het Marke-concept. Heideboeren kunnen inderdaad verbetering brengen in de biodiversiteit en bijdragen aan de lokale voedselvoorziening, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan, zegt onderzoeker Marcel Vijn. Er moeten onderling goede afspraken worden gemaakt. En er zal een Marke-fonds nodig zijn voor het overbruggen van het gat in verdiencapaciteit tussen bedrijven die zich primair richten op productie voor de wereldmarkt en bedrijven met een nadruk op maatschappelijke waarden. Want als we met zijn allen een aantrekkelijk landschap willen, dan hangt daar een prijskaartje aan. Het geld zou kunnen komen uit de toeristenbelasting en de lokale overheid. Een pannenkoekhuis dat profiteert van de ligging naast een aantrekkelijk natuurgebied, mag daar best aan bijdragen. In de keten zorgen we voor een levend cultuurlandschap Publiek domein Marcel van Silfhout ziet het zo: Net als politie, brandweer en natuurbeheer behoort een groot deel van het Heideboerderij-concept tot het publieke domein. In de keten zorgen we met elkaar voor een levend cultuurlandschap met gevarieerde heide, zeldzame schapenrassen, akkerflora, kruidenrijke hooilanden en veel vogels en ander leven. Maar vlinders, vogels en insecten versturen nu eenmaal geen factuur. Daarnaast zorgen we voor gezond streekvoedsel zoals gerst voor bier, graan voor brood, heidehoning, wol, groenten en vlees. En we leveren diensten op het gebied van onder meer workshops, trainingen, toerisme, cultuurhistorie en educatie. Het Marke-fonds biedt ons hopelijk een droge boterham, met de lokale agro-ecologische voedselproductie verdienen we dan ons beleg. Al met al moet er nog veel werk worden verzet. Het kiemstadium is achter de rug; nu nog de groeispurt.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@vork.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee, vraag een gratis proefnummer aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Janneke Donkerlo Beeld: Jaap Meijer, Marcel van Silfhout