Kippenvlees: gedoodverfde klimaatkeuze van de Nederlandse consument
Het is inmiddels een soort traditie aan het worden: Wagening Economic Research die haar jaarlijkse vleesconsumptiecijfers, in opdracht van Wakker Dier en gebaseerd op CBS-gegevens, in het prille najaar presenteert. Hoewel de cijfers geen exacte voorstelling van de vleesconsumptie laten zien, want het gaat hier om karkasgewicht met vlees en been en niet het aantal kilogrammen dat de gemiddelde Nederland daadwerkelijk in zijn mond propt, geven de Wageningse cijfers wel een mooi historisch beeld. Daaruit blijkt dat de vleesconsumptie in 2018 is gestegen van 76,6 naar 77,2 kilogram. De daadwerkelijke vleesconsumptie zonder botten lag in 2017 volgens RIVM op 37 kilogram. Er zijn nog geen RIVM-cijfers van 2018.
Populariteit van kippenvlees
Varkensvlees en rundvlees stegen beide met 100 gram ten opzichte van 2017, maar de Nederlander at 400 gram meer kippenvlees. Het aandeel van kippenvlees steeg bovendien van 28,8 procent naar 29,9 procent. Deze licht stijgende lijn is een trend die al ruim een decennium lang te zien is. Kippenvlees wordt dus steeds populairder. De populariteit van kippenvlees is niet vreemd. Het is goedkoper dan ander vlees, smakelijk, veelzijdig, gemakkelijk te bereiden en geldt als gezond. Met de koude rillingen nog in de ruggengraat van de economische crisis opteren consumenten nog steeds voor het goedkoopste stukje vlees. Dat valt blijkbaar letterlijk en figuurlijk in de smaak.
Laagste CO2 voetafdruk
Maar er is wellicht nog een andere reden waarom de verkoop van kippenvlees groeit. Kippenvlees is het meest duurzame vlees met de laagste CO2 voetafdruk per kilogram geslacht vlees (en dus exclusief de CO2 voor landgebruik, transport, verpakking en kookbereiding). De voetafdruk is namelijk tussen 2,4 en 3,3 kg CO2 equivalenten en dit kan in de toekomst aanzienlijk lager worden. Overigens presenteert Blonk Consultants voor kippenvlees een voetafdruk van 12,2 kg CO2 eq, maar dat is van Veld tot Vork inclusief de CO2 van de keukenbereiding. Een vegaburger heeft volgens Blonk een totale voetafdruk van 4,1 kg CO2 eq en een ei 5,1 kg CO2 eq per kilogram product.
Maar hier eindigt de vergelijking nog niet helemaal. Vlees, en dierlijke producten als een ei, hebben een hogere nutriëntendichtheid per kilogram. Er zijn meer kilogrammen plantaardig voedsel nodig voor dezelfde hoeveelheid nutriënten. Het ei komt in een dergelijke vergelijking gunstiger uit de bus dan een vegaburger. Het verschil tussen vlees en vegaburger wordt ook drastisch kleiner. Waarbij varkensvlees beter scoort dan kippenvlees.
Kip versus vleesvervangers
Het is plausibel om te veronderstellen dat er meer kippenvlees gegeten wordt, omdat het een klimaatvriendelijkere keuze voor de consument is. Misschien dat de burger veel beter luistert naar de gepubliceerde informatie omtrent vleeseten afkomstig van de agrofoodsector, dan naar de vele campagnes van plantaardig dieetaanhangers die vleesvervangers prediken. Wie de cijfers van de kipconsumptie naast de cijfers van vleesvervangers legt, ziet in ieder geval een opmerkelijk feit. De markt van vleesvervangers is weliswaar in de laatste 2,5 jaar met 51 procent gegroeid, volgens de NOS en marktonderzoeker IRI Nederland, maar het totaal bedrag van verkoop is 123 miljoen euro. In de laatste 2,5 jaar is de omzet dus gegroeid met 62,7 miljoen euro of wel zon 25 miljoen euro per jaar.
Als de kipconsumptie van de gemiddelde Nederlander met 400 gram is gestegen dan is de toegenomen omzet van kippenvlees echter hoger dan van vleesvervangers. 400 gram is weliswaar met bot, maar ontbeend zal dit op ongeveer 300 gram uitkomen. Als kippenvlees per kilogram 7,50 euro kost (daadwerkelijke kiloprijs inclusief biologisch vlees is waarschijnlijk hoger) en 17 miljoen mensen eten 300 gram meer dan is dat een omzetgroei van 38 miljoen euro. Ruim hoger dan de groei van vleesvervangers, waardoor niet vleesvervangers maar juist kippenvlees de gedoodverfde klimaatkeuze is voor de consument.
Jongleren met cijfers
Naast de stijgende vleesconsumptie wordt daarmee opnieuw een gepropageerde gedachtengoed van de pro-plantaardige adepten onderuit gehaald. Namelijk de suggestie dat vleesvervangers vlees vervangen en dat de groei van deze plantaardige alternatieven relatief gezien niet zo groot is als men graag wil laten geloven. Uiteraard is de bovenstaande berekening een sigarendooscalculatie en zou dit wetenschappelijk beter onderbouwd moeten worden. Het laat echter wel zien dat de wereld helemaal niet massaal overstapt op plantaardig, maar vaker kiest voor een klimaatvriendelijker stukje vlees. Bovenal is het een mooi voorbeeld dat jongleren met cijfers kinderspel is en eenvoudig de werkelijkheid een andere perceptie geeft die past bij belangen en principes.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@vork.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee, vraag een gratis proefnummer aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Reinout Burgers Beeld: Pixabay