Geloofwaardigheid Planbureau in het geding
Dit artikel komt uit de derde editie van VORK 2019 die op vrijdag 27 september verschijnt. Wilt u VORK niet missen? Word dan vandaag nog <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">abonnee</a> of vraag een <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">gratis proefnummer</a> aan. Student? Vraag dan het speciale <a href="https://www.vork.org/student/">studentenabonnement</a> aan. In jullie rapport Geïntegreerde gewasbescherming nader beschouwd ligt sterk de nadruk op het gebruik van chemische middelen. Geïntegreerde bescherming is toch veel meer dan dat? Tiktak: Dat geven we ook duidelijk aan. Geïntegreerde gewasbescherming gaat ook over monitoring, over preventie, over teeltmaatregelen en over de inzet van biologische bestrijders. Het is een heel stappenplan. Uit onderzoek van CLM onder 600 telers dat in opdracht van het ministerie van LNV is uitgevoerd blijkt dat het overgrote deel van hen positief staat tegenover geïntegreerde gewasbescherming, maar dat wil nog niet zeggen dat ze het allemaal doen. Ongeveer de helft van de telers werkt consequent volgens de principes van geïntegreerde gewasbescherming. De andere helft doet wel een aantal stappen, maar legt nog sterk de nadruk op het verminderen van de effecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Voorbeelden zijn emissiereductie door andere spuitdoppen te gebruiken en door gewasbeschermingsmiddelen die relatief schadelijk zijn voor mens en milieu te vervangen door vriendelijkere alternatieven. Ze nemen minder vaak teeltmaatregelen. Niet per se omdat ze er geen oog voor hebben, maar het kan ook zijn dat er geen effectieve en betaalbare alternatieven beschikbaar zijn. Dat zou een mooie kop geweest zijn: 50 procent van de telers werkt volgens principes geïntegreerde gewasbescherming. Maar in het persbericht schrijven jullie dat telers er niet in zijn geslaagd om het gebruik van synthetische middelen terug te dringen. Werk je op die manier niet zelf mee aan het negatieve beeld van de landbouw? Tiktak: Het persbericht opent met de boodschap dat er op verschillende terreinen vooruitgang is geboekt. Het is natuurlijk bij iedere studie een punt van aandacht, hoe je de conclusies verwoordt in een persbericht. Dit rapport is een tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst van het ministerie van LNV. Daar staan een aantal beleidsdoelen in en wij constateren dat de tussendoelen niet zijn gehaald. Daar zit een heel verhaal omheen, maar de hoofdboodschap kan toch niet anders zijn dan We liggen niet helemaal op koers. Een persbericht is op zijn hoogst een pagina lang en ik begrijp dat de meeste mensen niet verder komen dan de eerste paar regels. Maar moet je die hoofdboodschap wegmoffelen, omdat die niet zo positief is? Boezeman: Het rapport zelf gaat niet alleen over middelengebruik. We schenken veel aandacht aan de handelingsperspectieven, ook in het persbericht. Welke mogelijkheden hebben de overheid, de landbouwsector en afnemers om de beleidsdoelen dichterbij te brengen? Waar liggen de barrières en waar de kansen? We hebben ook een verdiepende studie gedaan naar de praktijk waar telers mee te maken hebben, zoals wettelijke eisen en regels van afnemers, maar ook beschikbare technieken en kennis. Daaruit blijkt dat de nadruk nog altijd ligt op restrictief beleid, regelgeving dus, en veel minder op stimulerend beleid. De focus in beleid en samenleving ligt op synthetische middelen en hoe het gebruik ervan te beperken. Tot op zekere hoogte werkt het ook. De maatschappelijke druk om de residuen van bestrijdingsmiddelen op voedsel drastisch te verminderen, heeft zich vertaald in strikte eisen van afnemers en overheden en dat doel is dan ook ruimschoots gehaald. Het rapport, in ieder geval de berichtgeving erover, houdt volgens critici het beeld in stand dat boeren in het wilde weg landbouwgif spuiten en dat er daarom nog strengere regels moeten komen. Dan blijft dat stimulerend beleid ook onderbelicht. Boezeman: In onze analyse van de handelingsperspectieven laten we toch duidelijk zien dat de teler klem zit in de afzetketen. Hij moet voldoen aan kwaliteitseisen van de afnemer, maar daarnaast ook aan allerlei nationale en internationale fytosanitaire eisen. Plat gezegd: telers moeten wel spuiten om aan die fytosanitaire eisen te voldoen. Dat een teler maar beperkte mogelijkheden heeft, komt echter beperkt over het voetlicht. De media storten zich op de rode vakjes niet gehaald in de overzichtstabel met beleidsdoelstellingen. Dat kunnen we helaas niet mooier maken. Het blijft een evaluatie van de tussendoelen van het overheidsbeleid. Maar feit blijft dat het verhaal eromheen nauwelijks wordt gelezen. Tiktak: Het blijft lastig. Nogmaals, in ons rapport evalueren we de beleidsdoelen die de overheid heeft vastgelegd in de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst en dat proberen we zo objectief mogelijk te doen. We voegen daar geen eigen mening aan toe, hoewel sommige mensen dat wel suggereren. Die doelen zijn door de politiek gesteld en een ervan is dat het aantal normoverschrijdingen in oppervlaktewater met 50 procent moet zijn gereduceerd en in 2023 nagenoeg tot nul is teruggebracht. Dat is een politieke keuze, daar gaan wij als PBL niet over. Je kunt je afvragen of het beleidsdoel haalbaar is of verstandig, maar nogmaals, dat is niet aan ons. De nadruk ligt nog altijd op restrictief beleid en veel minder op stimulerend beleid Alles goed en wel, maar met de Stichting AgriFacts vraag ik me af waarom het oordeel over de normoverschrijdingen is gebaseerd op slechts 96 van de 600 meetpunten. Dat geeft wel een erg scheef beeld. Tiktak: De meetpunten zijn gekozen om een relatie met landbouwkundig gebruik aan te tonen. Omdat de waterschappen het beste weten hoe ze die selectie moeten maken, hebben zij dat gedaan. Zij kennen het watersysteem immers het best. De selectie is overigens wel geaccordeerd door het Platform Duurzame Gewasbescherming. Dat platform bewaakt de voortgang van de beleidsmaatregelen van de nota. Op nadrukkelijk verzoek van onder andere LTO gaan we in ons rapport bovendien uit van driejaarlijkse gemiddelden voor de concentratie van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater. Dat is logisch want de jaarlijkse variatie is groot: in een droog jaar met weinig waterafvoer is de concentratie in het algemeen hoger dan in een nat jaar, terwijl ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen van jaar tot jaar varieert wegens verschillen in optreden en ernst van ziekten en plagen. Toevalligerwijs is 2013 vrij hoog als het gaat om het aantal normoverschrijdingen, en is 2017 vrij laag. Wat zegt LTO: Kijk eens, 66 procent verschil tussen 2013 en 2017, doel gehaald. Dat is niet conform de afspraken. Je kunt niet tussentijds de spelregels wijzigen. In ons rapport houden we ons aan de afspraak en geven we dus het voortschrijdend gemiddelde. En daaruit blijkt dat de daling over die periode 15 procent bedraagt. Dat weet LTO ook heel goed, want juist zij hebben indertijd benadrukt dat we uit moeten gaan van het voortschrijdend gemiddelde. Dus eerst zeggen ze We meten het driejaarlijkse gemiddelde want we willen niet op toevalligheden worden afgerekend. En nu komt het toevallig even niet uit en dan zeggen ze, dat we het driejaarlijkse gemiddelde niet hadden mogen toepassen. Ja, zo werkt het niet. Het tweede punt dat door Stichting AgriFacts naar voren wordt gebracht is dat het meetnet niet representatief is, omdat jullie maar naar 96 van de 600 meetpunten hebben gekeken. Tiktak: Dat klopt. We kijken naar kleinere wateren, dichtbij akkers en weiden en daar meet je hogere concentraties. Dat is omdat je een relatie met landbouwkundig gebruik wilt aantonen. Nergens in het rapport noemen we echter het percentage normoverschrijdingen op die meetpunten. We geven alleen een trend aan en die verschilt niet significant van de trend in de overige 500 meetpunten. Dus als je ons verwijt dat het meetnet niet representatief is, dan laat je de helft van de boodschap weg.
Een ander verwijt is dat jullie de beoordelingscriteria voor de Kaderrichtlijn Water verkeerd hebben toegepast. Tiktak: De Kaderrichtlijn stelt twee normen: een voor de acute blootstelling de piekbelasting en een voor de chronische blootstelling de gemiddelde concentratie over het jaar. En je moet aan beide voldoen. Dan helpt het dus niet als je, zoals LTO, alleen een plaatje van de acute blootstelling laat zien om aan te tonen dat je voldoet aan de Kaderrichtlijn Water. Waarom zou LTO dat dan doen? Is dat omdat ze tegengas willen geven tegen het beeld in de media? Tiktak: Mogelijk, maar dan begrijp ik dat niet zo goed, want boeren zijn er niet bij gebaat. We weten waar we moeten staan over vier jaar: nagenoeg geen normoverschrijding meer. Dan kun je wel blijven steggelen over onze tussenevaluatie, maar je kunt je ogen niet sluiten voor de feiten. En je weet wat er gebeurt als je tegengas blijft geven. Als we over vier jaar de doelstellingen niet halen, dan is de beleidsmatige reflex in Den Haag om nog meer regels te maken. Bovendien kan de toelating van middelen onder druk komen te staan terwijl telers nu al een tekort aan middelen ervaren. Naar aanleiding van ons rapport kun je ook een andere route kiezen en erop wijzen dat de overheid te laat is geweest met de regels voor emissiereductie of de verplichte waterzuivering in de glastuinbouw. Daar heeft je achterban veel meer aan dan strijden over meetpunten. Boezeman: Uit ons rapport blijkt bijvoorbeeld dat het zeer effectief is om publiek geld te investeren in kennisuitwisseling. De evaluatie van het project Schoon Water voor Brabant laat zien dat je veel minder gewasbeschermingsmiddelen kunt gebruiken bij gelijkblijvende opbrengsten voor de boer, dus daar zitten mogelijkheden in. Daarnaast zou je kunnen pleiten voor veel meer onderzoek naar effectieve alternatieven. De discussie over onze tussenevaluatie gaat nauwelijks over degenen die het werk moeten doen, de afnemers, de overheden en andere partijen. Die noemen we allemaal, want het is een maatschappelijk probleem waar je de telers niet alleen voor verantwoordelijk kunt stellen. Oplossingen liggen bij de overheid, maar ook in het supermarktschap en bij de consument. Telers opzadelen met steeds meer eisen, ook via private regels zoals Planet Proof, zonder daar iets tegenover te stellen geeft hen weinig mogelijkheden. Telers moeten wel spuiten om aan de fytosanitaire eisen te voldoen Blijft het feit dat er getwijfeld wordt aan de geloofwaardigheid van het PBL. Wat gaan jullie daaraan doen? Boezeman: Het onderwerp gewasbescherming is al jarenlang sterk gepolariseerd. Als PBL moeten we daarom goed kijken hoe we de resultaten van ons onderzoek naar buiten brengen. Dat betekent dat we ook onze persberichten met een team kritisch beoordelen of dat wat erin staat de resultaten van het onderzoek op de juiste manier weerspiegelt. Veel meer kunnen we niet doen. Onze rol is het toetsen van beleidsdoelen op een onafhankelijke, wetenschappelijke wijze en de vragen die er onvermijdelijk zijn, zo goed mogelijk beantwoorden. Maar wel in het besef dat het onderwerp uiterst gevoelig ligt. Tiktak: Omdat het zo gevoelig ligt, hebben we niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een maatschappelijke klankbordgroep in het leven geroepen. Daar zat LTO trouwens ook in. Voorafgaand aan het onderzoek hebben we hen geïnformeerd over de opzet ervan en halverwege en aan het eind zijn de resultaten met hen besproken, ook de presentatie ervan. Die gesprekken gaven ons geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat het rapport zon heftige reactie teweeg zou brengen in de sector. Dat bleek pas een dag voor de presentatie van het rapport toen LTO en de andere organisaties tot onze verrassing het rapport Verduurzaming gewasbescherming op koers publiceerden. Ik vraag me ook af of het hen helpt, maar ja, het is blijkbaar hun strategie. Van onze kant doen wij er alles aan om ook positieve ontwikkelingen te melden." LTO verbaasd over PBL-verbazing LTO bevestigt dat ze altijd gepleit heeft voor 3 jarige gemiddelden. Het PBL beperkt zich in haar persbericht tot de vermelding van een afname van het aantal normoverschrijdingen met 15 procent in 2017. Het zou op zijn minst netjes zijn geweest als daarbij vermeld was dat het om een voortschrijdend gemiddelde over de periode 2015-2017 gaat. Nog zorgelijker vinden wij dat op basis van dat cijfer harde conclusies worden getrokken over tussendoelen in 2018, terwijl er nog helemaal geen resultaten zijn voor dat jaar. Die conclusie is dus onjuist, aldus Joris Baecke, portefeuillehouder Gezonde Planten bij LTO. Het verwijt van het PBL dat LTO maar één waterkwaliteitsnorm benadrukt, terwijl er aan twee moet worden voldaan, weerlegt Baecke ook. In onze publicatie Duurzame Gewasbescherming; land- en tuinbouw op koers staat een figuur met beide normen. Het doel van deze publicatie was overigens niet monitoring van beleidsdoelen, maar inzicht geven in alle inspanningen die boeren en tuinders leveren om gewasbescherming te verduurzamen en de vruchten die dat afwerpt. Het verbaast ons dan ook dat PBL hier zo tegen ageert. LTO heeft gedurende het traject constructief en kritisch meegedacht en commentaar geleverd via de gelegenheden die zich daartoe voordeden. Dat gebeurde zowel mondeling als schriftelijk, en in samenwerking met experts van de verschillende sectoren. Afgaand op het eindrapport lijkt met die inbreng weinig te zijn gedaan, stelt Baecke. Onze persreactie haakt daarop aan. De aandachtspunten die wij daarin noemen, kunnen het PBL in het voortraject echt niet zijn ontgaan. LTO benadrukt verder dat het PBL eindverantwoordelijk is voor de tussenevaluatie en dus ook voor de keuzes die daarin gemaakt zijn, zoals het evalueren van niet bestaande tussendoelen en het selectief benutten van beschikbare bronnen. De kritiek van LTO richt zich niet op de onderliggende data. We weten heel goed dat er nog een weg te gaan is. Niet voor niets roepen wij al langer op tot een uitvoeringsprogramma plantgezondheid, met bijbehorende financiële middelen van 60 miljoen euro voor plantgezondheid. Daarbij kijken we wel breder dan waterkwaliteit; volgens ons is een transitie nodig waarin integraal aan milieuwinst wordt gewerkt en een beter handelingsperspectief voor telers om hun gewassen gezond te houden, ook op de korte termijn. Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@vork.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">abonnee</a>, vraag een <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">gratis proefnummer</a> aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het <a href="https://www.vork.org/student/">speciale studentenabonnement</a> dan iets voor jou. Tekst: Robert Ellenkamp en Joost van Kasteren Beeld: Agrio