Landbouw krijgt vaak onterecht de schuld

Dit artikel komt uit de eerste editie van VORK 2018. Wilt u VORK niet missen? Word dan vandaag nog <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">abonnee</a> of vraag een <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">gratis proefnummer</a> aan. Student? Vraag dan het speciale <a href="https://www.vork.org/student/">studentenabonnement</a> aan. Om inzicht te krijgen in hoe het frame, dat je de landbouw de schuld kunt geven, tot stand kwam, organiseerden de tijdschriften Vork en V-focus op 7 februari in Bunnik de bijeenkomst Kom, we geven de landbouw de schuld. Aanleiding waren voorbeelden in de landelijke media, zoals het Duits-Nederlandse onderzoek naar het verdwijnen van 75 procent van de insecten in 27 jaar tijd. Statistisch gezien rammelde dat onderzoek, zoals te lezen was in de vorige editie van Vork. Zo was het onderzoek nooit opgezet om een trend door de tijd te analyseren, maar gebeurde dit wel. De relatie met de landbouw werd niet onderzocht, er waren enkel insecten geteld, maar de onderzoekers wezen de landbouw wel aan als mogelijke oorzaak. En ondanks dat het onderzoek in Duitsland plaatsvond, zorgde het ook in Nederland voor grote chocoladeletters in de algemene media, werden er vragen over gesteld aan minister Schouten. Zij laat inmiddels Wageningen Universiteit onderzoek doen naar de afname van de Nederlandse insectenpopulatie en de oorzaken daarvan. Volgens Joost van Kasteren, hoofdredacteur van Vork, is de uitkomst van dat onderzoek sterk afhankelijk van wie dit onderzoek voor de minister uitvoert. Als de entomologen het onderzoek mogen uitvoeren, heb ik er wel vertrouwen in dat er een gedegen onderzoek komt. Maar wordt de opdracht bij ecologen neergelegd, dan hou ik mijn hart vast. Riooloverstorten Een tweede voorbeeld kwam van Geesje Rotgers, hoofdredacteur van V-focus, en betreft de waterkwaliteit. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) meldde in 2016 dat er strengere maatregelen nodig zijn richting de landbouw om de milieudoelstellingen te halen. Die aanbeveling deed het PBL aan de overheid op basis van een onderzoeksrapport. De media pakte dit nieuws uitgebreid op, omdat er een keurig persbericht bij was geschreven en rondgestuurd. Maar het bleef oorverdovend stil toen in 2017 bleek dat de invloed van riooloverstorten op de waterkwaliteit al decennialang met een factor 4 tot 5 te laag was ingeschat. Rotgers: De overheid stuurde hiervoor geen persbericht uit en zelfs in het onderzoeksrapport was die conclusie nauwelijks terug te vinden. Sterker nog, ze stuurden bewust berichten de wereld in met de foutieve cijfers omtrent landbouw. Groene denken De voorbeelden geven aan hoe processen kunnen lopen. De vraag is waarom ze zo lopen en welke mechanismen daar achter zitten. Na de Tweede Wereldoorlog lag het accent van onderzoek op voldoende voedselproductie. Toen dat was gerealiseerd verschoof het onderzoeksveld naar de risicos van voedselproductie, verklaart wetenschapper Jaap Hanekamp. In het wetenschappelijk onderzoek naar de invloeden van landbouw op de leefomgeving van mensen en natuur voert vrijwel altijd het gevaar van de agrarische sector de boventoon. Dat komt doordat het groene denken overheerst, waarin menselijk handelen als gevaarlijk wordt beschouwd voor mens en milieu. Wetenschappelijk onderzoek is dan slechts gericht om die visie op de werkelijkheid te onderbouwen. De focus ligt nu vaak op de kleine kans dat er iets ergs kan gebeuren en dat moet met beleid worden voorkomen. Dus wordt het voorzorgprincipe toegepast. Veronderstelde feiten Binnen het groene denken past ook de onderzoeksopzet die gekozen is om de relatie tussen intensieve landbouw en volksgezondheid te leggen. Die opzet suggereert een causaal verband tussen de fijnstofconcentratie in de lucht en gezondheidsklachten bij mensen. Hanekamp noemt het een veel gemaakte fout bij epidemiologisch onderzoek. De onderzoekers vonden een correlatie tussen de concentratie fijnstof en bepaalde gezondheidsklachten, maar dat kan ook gebaseerd zijn op toeval. Het zou beter zijn om de blootstelling van fijnstof op mensen meten. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Door deze vorm van wetenschap ontstaat het gevaar dat er beleid wordt ontwikkeld op basis van veronderstelde feiten. Hanekamp ziet daarin overeenkomsten met het ammoniakbeleid, waarbij de milieubeweging in de jaren tachtig binnen 15 jaar dode bossen voorspelde. Eind jaren negentig bleek het allemaal niet waar. Hanekamp vroeg anderhalf jaar geleden om de data waarop het ammoniakbeleid is gebaseerd, maar het bleek onvindbaar te zijn binnen Wageningen Universiteit. Daardoor is nu niet meer te controleren of die data wel geschikt was. Het beleid wordt er echter nog steeds op gebaseerd. Worstelende wetenschap Of die Wageningse data echt onvindbaar is of wordt achtergehouden om schadeclaims vanuit de landbouw te voorkomen, is de vraag. Het zegt wel iets over de openheid en kwaliteit van het werk, dat zich ook breder manifesteert binnen de wetenschap. Dat kwam voor het eerst echt tot uiting in Nederland met Diederik Stapel. Hij stelde vast dat vleeseters agressiever zouden zijn. De data voor deze conclusie zoog hij uit zijn duim, maar andere wetenschappers onderschreven doodleuk zijn conclusie zonder kritisch naar de onderbouwing te kijken. De wetenschap schoof hem als paria aan de kant en deed vervolgens zijn oogkleppen weer op, zo stelt Job de Vrieze. Hij schreef als journalist een serie voor De Groene onder de noemer Worstelende wetenschap en sprak daarvoor mensen die werkzaam zijn binnen die wetenschap. Daaruit komt een ontluisterend beeld. De druk op onderzoekers om met interessante uitkomsten te komen is groot. Je moet als onderzoeker publiceren in gezaghebbende tijdschriften om onderzoeksgelden voor vervolgonderzoek veilig te stellen. Daardoor verdwijnen nuances en worden uitkomsten gemanipuleerd. Bovendien neemt het aantal onderzoekers toe, terwijl het budget niet navenant meegroeit. Dat zorgt voor extra druk. Ook speelt het De wereld draait door-effect een grotere rol. Niet de beste onderzoekers maar degene die hun onderzoek het beste kunnen verkopen strijken steeds vaker de onderzoeksgelden op. De Vrieze: Wie bij zon populair tv-programma goed zijn verhaal kan houden, kan onderzoeksvoorstellen ook goed op papier zetten en krijgt zo eerder fondsen los. Dat zijn niet altijd de beste wetenschappers. Landbouwsector klaagt te weinig bij media en Raad van Journalistiek Zelfreinigend vermogen Door de publicatiedruk en strijd om fondsen neemt het zelfreinigend vermogen af. In de wetenschap was het een goed gebruik om onderzoek te herhalen om zo de uitkomsten te herbevestigen, maar daar is steeds minder tijd en geld voor omdat het in principe geen compleet nieuwe inzichten biedt. Maar het kan nog erger. De Vrieze wijst op een Leids onderzoek van 6 jaar geleden, waarbij de onderzoeker als fraudeur werd ontmaskert. Zijn onderzoeken zijn nog steeds niet teruggetrokken, omdat terugtrekking ook de reputatie schaadt van andere onderzoek-vakgroepen en dus de financiering van een aantal banen. Dat wetenschap door deze veranderingen vervalt tot ook maar een mening, weerspreekt De Vrieze. Hij stelt dat er ook veel goed onderzoek plaatsvindt en ziet een kentering in de wetenschap door de hele discussie over presteren versus kwaliteit. Hij wijst bovendien op initiatieven die er voor zorgen dat de data onder onderzoek vaker openbaar beschikbaar komt en zo voor iedereen te controleren is. In relatie tot de media valt het De Vrieze op dat vaak de meest extreme scenarios naar voren komen en dat die door de journalistiek nog worden aangedikt. Wetenschappers zouden gewoon hun inzichten moeten delen en niet enkel de ergste scenarios. Mestfraude NRC De crisis in de wetenschap trok ombudsman Sjoerd de Jong van dagblad NRC door naar de journalistiek. Door internet staan de verdienmodellen onder druk en zijn de inkomsten uit abonnementen belangrijker geworden dan uit advertenties. Het aantal kranten is minder geworden, maar het aantal lezers ook; dus strijden de overgebleven titels om de aandacht. Raad voor de Journalistiek Net als bij de NRC komen er ook nauwelijks klachten binnen over landbouwgerelateerde onderwerpen bij de Raad voor de Journalistiek (RvdJ). Die neemt klachten alleen in behandeling wanneer de klager de klacht eerst bij het betreffende medium heeft neergelegd en er niets mee is gedaan dan wel het resultaat niet bevredigend was. Lex Mellink van de RvdJ: Jaarlijks gaat het om gemiddeld 1 klacht betreffende landbouwonderwerpen. Klachten indienen heeft volgens hem wel degelijk zin. Wij behandelen jaarlijks tientallen klachten en ongeveer de helft is gegrond. Dat leidt tot jurisprudentie en beïnvloedt het zorgvuldig bedrijven van journalistiek. Niet alle klachten kan de Raad in behandeling nemen. De Telegraaf sloot zich bijvoorbeeld nooit aan bij de raad, omdat die krant zich niet wil laten controleren. Of klagen altijd de goede weg is betwijfelt Mellink. Ik zie jullie niet vaak opiniërend. Iedereen maakt fouten, wetenschappers, journalisten en ook boeren. Het gaat er om zelf een podium te krijgen. Bijvoorbeeld door Boer-zoekt-vrouw-kandidaten naar voren te schuiven en het eigen verhaal te vertellen. Door ze bijvoorbeeld te laten vertellen hoeveel kosten de sector moet maken om alle maatschappelijke wensen die de sector moet uitvoeren voor het voetlicht te brengen. Op die manier kan het beeld kantelen. Werkdruk en journalistieke lijn NRC Op de redactie van NRC wordt iedere ochtend bekend gemaakt welke twintig artikelen er het vaakst zijn aangeklikt. Voor de redacteuren is het zaak om te scoren en in die lijstjes te komen. Die druk leidt tot minder goed journalistiek werk en fouten. Dat betekent niet dat de NRC zijn journalistieke lijn minder strak hanteert, stelt ombudsman Sjoerd de Jong. De affaire Diederik Stapel zorgde binnen onze krant voor de nieuwe regel dat er alleen geschreven wordt over onderzoeken die door andere onderzoekers zijn gecontroleerd. Overigens schreef de NRC nooit over dat onderzoek. De reden om NRC te vragen om uitleg te geven over het journalistieke proces, kwam voort uit het artikel over mestfraude eind 2017. Binnen de landbouwsector baarde vooral de omschreven omvang van de fraude opzien en het resultaat van die publicatie was dat de sector op het matje werd geroepen bij de minister. Op de redactie zelf kwamen nauwelijks klachten binnen. Voor de ombudsman van de NRC is niet het aantal reacties leidend om kritisch naar het werk van de krant te kijken, maar de inhoud. Goed beargumenteerde klachten over landbouw-artikelen worden behandeld. In het geval van de mestfraude gaf dat geen aanleiding om het verder te onderzoeken. Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@vork.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">abonnee</a>, vraag een <a href="https://www.vork.org/vork-ontvangen/">gratis proefnummer</a> aan en schrijf je in voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Wellicht is het <a href="https://www.vork.org/student/">speciale studentenabonnement</a> dan iets voor jou. Tekst: Robert Ellenkamp Beeld: Guus Visser