Mobiele slachterij is volgend jaar rijklaar
Dit artikel komt uit de derde editie van VORK 2018. Wilt u Vork niet missen? Word dan vandaag nog abonnee, vraag een gratis proefnummer aan en meld u aan voor de tweewekelijkse Vork-nieuwsbrief. Student? Vraag dan het speciale studentenabonnement aan.
Was het een makkelijk verdienmodel geweest, dan had zich al lang een investeerder gemeld. Maar omdat het dat niet is, is het wachten of ergens een subsidiepot opengaat, of dat een idealist de portemonnee trekt om een slachthuis op wielen te financieren. Nu dat ook niet gebeurt, gaan business developer Innohow en biologische brancheorganisatie Bionext crowdfunden om geld bij elkaar te krijgen voor het optuigen van een mobiele slachterij die op gezette tijden bij kleine (biologische) varkensboeren langsgaat. Het gaat om een pilotproject en volgens Ruud Pothoven van Innohow gaat het lukken.
Stressloos vlees is beter
Pothoven is al sinds 2011 bezig om een mobiele slachterij s lands wegen op te sturen. Het zou de dieren, die dan niet meer op transport moeten, een hoop stress schelen en stressloos vlees is kwalitatief significant beter. Bovendien kan mobiel slachten rekenen op de sympathie van kritische consumenten.
De WUR (Wageningen Universiteit & Research) deed in 2011 in Nederland onderzoek naar de haalbaarheid van mobiele slachterijen in relatie tot de huisverkoop van streekeigen producten en biologisch vlees. Voor de ontwikkeling van dit soort concepten kan een mobiel slachthuis aantrekkelijk zijn, was de conclusie.
Pothoven deed tegelijkertijd onderzoek namens Knowhouse in Venlo naar mogelijkheden voor een mobiele slachterij met een capaciteit van vijftig varkens per dag. Een aantal varkenshouders in de regio speelde met de gedachte om een eigen diervriendelijk marktconcept te ontwikkelen.
Weerstand in de sector
De business developer stelde vast dat mobiel slachten wettelijk en technisch weliswaar haalbaar is, maar dat de economische haalbaarheid een probleem is. In geval van de Limburgse varkenshouders zou de slachter met twee wagens moeten rijden vanwege de grote hoeveelheid slachtafval. Dat zou de operatie een stuk duurder maken. En dan was er nog de vraag wie, letterlijk, de kar moest gaan trekken. Er is namelijk nogal wat weerstand in de sector. Een mobiele slachterij, is dat niet een stap terug in plaats van een stap vooruit, en is dat niet vragen om problemen op het gebied van voedselveiligheid én het overtreden van regels? Bovendien, wat moet een stukje vlees niet gaan kosten bij kleinschalige operaties waar per keer maar een paar varkens of een enkel rund kunnen worden geslacht? Het Limburgse plan ging niet door.
Intussen wijst alles erop dat er volgend jaar in Nederland een proefproject met een mobiele slachterij komt. Maar er zijn nog hobbels te nemen. Voor De Groene Weg is het in elk geval nog een brug te ver, stelt Pothoven vast. Met de slachter van biologisch vlees is overlegd, maar de onderneming is voorlopig niet van plan om zelf mobiel te slachten en ook niet om halve karkassen van een mobiele slachterij te gaan verwerken.
Innohow en Bionext hebben intussen wel vijftien varkensbedrijven (biologisch en niet biologisch) uit één regio bij elkaar die willen experimenteren met een mobiele slachterij en wat belangrijker is, er is een slachter bereid gevonden die met een mobiel slachthuis de boer op wil. Het is Henk Jansen uit Lieren bij Apeldoorn. De avontuurlijk ingestelde en ruimdenkende slachter was al eerder in de picture in de documentaire Vleesverlangen van programmaakster Marijn Frank van de Keuringsdienst van Waarde. Pothoven: We hebben een heel goed gevoel bij deze man.
Het zijn vooral kleine (biologische) varkensboeren die belangstelling hebben. Ze werken in korte ketens en verkopen bijvoorbeeld hun vlees in de eigen boerderijwinkel. Voor hen heeft het een meerwaarde en is het praktisch om de slachter aan huis te laten komen. Het zijn juist deze bedrijven die steeds verder moeten rijden om een slachterij te vinden waar ze per slachtronde met een klein aantal dieren terecht kunnen. Veel kleine slachterijen sloten de afgelopen decennia de deuren en ook het aantal zelfslachtende slagers liep fors terug.
Subsidie ging niet door
Er is nu alleen nog geld nodig om groen licht te geven voor de eerste Nederlandse mobiele slachterij. Pothoven: Qua regels zijn er geen belemmeringen. Het is een kwestie van een tweedehands vrachtwagen aanschaffen en die door de slachter om te laten bouwen tot een mobiele slachterij die aan de EU-eisen voldoet en de goedkeuring van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, red.) kan wegdragen. De kosten komen, ruw geschat, op ander halve ton tot twee ton.
Pothoven wilde aanvankelijk een subsidie aanboren voor het proefproject om zo de risicos voor de slachter en de initiatiefnemers af te dekken. De provincie Overijssel heeft een geschikte subsidieregeling. Er zijn in die provincie voldoende boeren die mobiel willen slachten, alleen hun dieraanbod is zo divers dat een mobiele slachterij daar niet op in te richten is.
Het meest logisch is een mobiele slachterij geschikt voor rood vlees: runderen en varkens. Voor het proefproject is gekozen om alleen varkens te slachten. In die diercategorie meldden zich te weinig Overijsselse bedrijven, waardoor de subisidieaanvraag vooralsnog niet doorgaat. Was het een regeling van bijvoorbeeld Overijssel en Gelderland samen geweest, dan had het volgens Pothoven wel gekund. In Gelderland zitten veel geïnteresseerde varkensbedrijven. Nu moet crowdfunding de oplossing bieden.
Acceptabel
De economische haalbaarheid blijft intussen nog een punt van zorg. Veehouders die geïnteresseerd zijn in mobiel slachten hebben meestal een (biologisch) concept dat kostprijsverhogend werkt en de vraag is of ze hun vlees nóg duurder kunnen maken vanwege hoge kosten voor mobiel slachten. Met andere woorden: het is alleen een zinvolle toevoeging aan hun concept als de slachtkosten niet de pan uitrijzen.
Pothoven gaat ervan uit dat slachtkosten van 50 euro per varken acceptabel zijn. Dat is een prijs die iets boven het tarief van de zelfslachtende slager ligt. Dat bedrag is echter alleen haalbaar als de NVWA bereid is iets aan het tarief voor de voorrijdkosten van de dierenarts (die verplicht aanwezig moet zijn voor de ante mortem-keuring) te doen. De NVWA-dierenarts parkeert voor 108 euro op het boerenerf en rekent vervolgens een kwartiertarief van 44 euro en 33 euro administratiekosten.
Volgens Pothoven komt de prijs, als een varkensboer drie varkens mobiel zou willen laten slachten, zo al op meer dan 50 euro per varken. De maximale kosten zijn dus al gemaakt nog voor het dier geslacht is. De kosten staan in geen verhouding tot de slachtkosten in grote efficiënte slachterijen, waar bij wijze van spreken een varken voor een tientje onder het mes gaat.
Om een mobiele slachterij in de hierboven beschreven setting rendabel te maken, zouden deelnemende boeren in een straal van tien tot vijftien kilometer hun dieren naar de mobiele slachterij kunnen brengen die bij een van hen staat opgesteld. Dat betekent één keer voorrijdkosten van de NVWA-dierenarts. Maar feitelijk is het geen optie, omdat er boeren zijn die helemaal niet meer met de dieren willen rijden. Het alternatief is dat de NVWA één keer voorrijdkosten rekent als een mobiele slachterij een dag in een bepaalde regio actief is. Het gesprek hierover moet nog plaatsvinden.
Marktconcept
De verwikkelingen geven aan hoezeer mobiel slachten in Nederland nog in de kinderschoenen staat. Dit in tegenstelling tot de Verenigde Staten waar het al sinds de jaren tachtig gebeurt. Aanleiding was dat kleine boeren soms 600 tot 700 kilometer moesten rijden om bij een slachterij te komen. Het op maat bouwen van mobiele slachthuizen is in de VS serious business. Het bedrijf TriVan Truck Body in Ferndale (Washington), onder leiding van Bob Lodder (van Nederlandse afkomst), is een van de specialisten op dit gebied.
Een geavanceerd recent voorbeeld van mobiel slachten in combinatie met een ethical meat-marktconcept vinden we in Zweden. Hier is het bedrijf Hälsingestinan van Britt Marie Stegs actief. De onderneming introduceerde in september 2014 het eerste Europese mobiele slachthuis voor runderen onder het motto Toekomst voor de vleesindustrie en een nieuwe stap op het gebied van dierenwelzijn. Kortom: slachten met een persoonlijke touch.
De veehouder begeleidt zijn eigen dieren naar de slachterij. De slachter komt voorgereden in een truck met oplegger waarop Stegs met brede glimlach staat afgebeeld. De combinatie bestaat uit een slacht- en een koelgedeelte. Het bedrijf slacht met vier mensen maximaal dertig dieren per dag en verwerkt het slachtafval tot biogas. Het vlees wordt onder eigen merknaam op de markt gebracht.
Mobiler Metzger
Een indrukwekkende aanpak, maar het Nederlandse proefproject zal een stuk eenvoudiger van opzet zijn. Pothoven heeft de blik meer gericht op een Duits voorbeeld. In Noordrijn-Westfalen is Der mobile Metzger aus dem Bergischen Land, Matthias Kürten, al twintig jaar actief. Kürten kocht destijds een vrachtwagen van 8 meter lang en 4 meter hoog en een aanhanger en bouwde het geheel om tot een mobiel slachthuis voor runderen, varkens en schapen, compleet met een schrapmachine voor de varkensharen. De investering bedroeg een half miljoen euro.
Op het oog doet hij het goedkoop, zegt Pothoven, maar hij vindt de Duitse aanpak nogal bewerkelijk, want het proces gaat van slacht tot karbonade. Na het slachten hangt de mobiele slager het vlees in een van zijn koelwagens, laat die een paar dagen staan en komt dan terug om samen met de boer het vlees te verwerken. Pothoven: Ik weet niet hoe het meewerken van de boerenfamilie zich daar verhoudt tot de hygiëneregels. In Nederland is het in elk geval uitgesloten. De NVWA is daar heel streng op. Het zal onze aanpak dan ook niet zijn.
Mobiele slacht bedacht voor rendieren
Volgens EU-verordening 853/2004 is het gebruik van mobiele abattoirs voor alle diersoorten toegestaan. Dit is het gevolg van de wens, zon achttien jaar geleden, van slachters in Lapland om rendieren, zonder ze te vervoeren, te kunnen slachten. Deze EU-toestemming heeft zich vertaald in een toestemming voor alle diersoorten. Mobiele slachthuizen moeten voldoen aan de voorwaarden die aan kleine slachterijen worden gesteld. Per land kunnen er aanvullende eisen en regels van kracht zijn.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram of LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@agrio.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan. Student? Wellicht is het speciale studentenabonnement dan iets voor jou.
Tekst: Waldemar Ysebaert Beeld: Hälsingestintan