Geen bewijs dat biologisch eten helpt tegen kanker
- Biologische producten zouden de kans op kanker verminderen, doordat ze minder resten van pesticiden bevatten;
- Blootstelling aan residuen via voedsel, zowel bij gangbare als biologisch geteelde producten, is echter zo laag dat de kans op kanker nihil is;
- Een gezonde leefstijl blijkt een betere verklaring voor de verminderde kans op kanker dan het eten van biologisch geteelde producten.
De studie, gepubliceerd in JAMA Internal Medicine leidde tot koppen als Kwart minder kanker bij bio-voeding (NRC). Het gaat om een onderzoek onder de bijna 70.000 vrijwilligers die deelnemen aan het Franse NutriNet-Sante. Ze houden bij wat ze eten en delen die informatie tegelijk met informatie over hun gezondheid.
Een team onder leiding van voedingswetenschapper en epidemioloog Julia Baudry die haar voorkeur voor biologisch geteeld voedsel nooit onder stoelen of banken heeft gestoken heeft die vrijwilligers vijf jaar lang gevolgd om te kijken of er een verband is tussen de consumptie van biologisch voedsel en kanker.
Geen gevaar voor de gezondheid
De achterliggende hypothese was dat (synthetische) bestrijdingsmiddelen kanker kunnen veroorzaken. Omdat biologische producten minder bestrijdingsmiddelen bevatten, zou er ook minder kanker voor moeten komen onder consumenten die die producten eten.
Er valt wel het een en ander af te dingen op die veronderstelling. Weliswaar zijn er sommige bestrijdingsmiddelen die in zeer hoge concentratie kanker kunnen veroorzaken bij proefdieren. Het is echter nooit bewezen dat eventuele resten van bestrijdingsmiddelen op groenten, fruit en andere levensmiddelen gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Het klopt dat biologisch geteelde producten minder residuen van synthetische bestrijdingsmiddelen bevatten dan gangbaar geteelde producten. Maar het klopt ook dat de residuen van veel bestrijdingsmiddelen die in de biologische landbouw worden gebruikt, niet worden gemeten. En sommige van die middelen zijn ook niet zo gezond, zoals kopersulfaat.
Los daarvan is het toch vooral een discussie over de vraag hoeveel engelen op de punt van een naald passen, want de concentraties van zowel gangbare als biologische pesticiden op groenten, fruit en andere levensmiddelen zijn zo laag dat een effect op de gezondheid hoogst onwaarschijnlijk is.
Hoe significant is significant?
Toch vinden Julia Baudry en haar medewerkers een significant verschil tussen de deelnemers die biologisch en gangbaar geteeld voedsel consumeren voor twee typen kankers: postmenopauzale borstkanker en non-Hodgkin lymfoom. Met andere woorden: door het eten van biologisch geteeld voedsel zou je de kans op het krijgen van een van deze twee vormen van kanker met 25 procent, dus substantieel, verkleinen.
Ook op de uitvoering van het onderzoek en de analyse van de resultaten valt echter het nodige af te dingen. Om te beginnen zijn de resultaten gebaseerd op zelfrapportage, een notoir onbetrouwbare manier van gegevens verzamelen.
Die onbetrouwbaarheid wordt nog eens vergroot doordat we niet weten hoeveel biologisch voedsel de deelnemers tot zich namen. Weliswaar konden ze 16 verschillende categorieën aankruisen (groenten, fruit, vlees etc.), maar die gegevens hebben de onderzoekers elkaar geveegd in een organic food score. Met als gevolg dat we niet kunnen nagaan wat de eetgewoonten zijn. Het kunnen vegetariërs zijn, maar ook mensen die flinke hoeveelheden vlees, vet en suiker consumeren.
Verstorende factoren niet uit te sluiten
Los daarvan zijn er nog meer verstorende (confounding) factoren die het gevonden verband tussen het eten van biologisch geteeld voedsel en genoemde twee vormen van kanker op losse schroeven zetten.
Een hele belangrijke vedstorende factor is dat mensen die zich voeden met biologische producten gemiddeld beter zijn opgeleid voedsel, een hoger inkomen hebben en gezonder leven dan mensen die hun karretje of boodschappenmand volladen met gangbaar geteelde producten.
De onderzoekers zijn zich daar wel van bewust en hebben ook geprobeerd om daarvoor de corrigeren, maar volgens onderzoeker Raj Eri van de Universiteit van Tasmanie is het vrijwel onmogelijk om vast te stellen of de uitkomst te danken is aan biologisch geteeld voedsel of aan de leefstijl van de deelnemers. Die overigens voor bijna tachtig procent vrouw waren.
Dat blijkt ook uit het artikel zelf. De onderzoekers hebben ook gekeken naar verschillende subgroepen binnen hun populatie en dan blijkt dat er geen statistisch significant verband meer valt aan te tonen bij mensen met gezonde voedingsgewoonten. Anders gezegd, als je gezond eten maakt het niet uit of je biologisch dan wel gangbaar geteelde producten gebruikt.
De vraag is of er überhaupt een statistisch significant verband is, gezien alle methodologische tekortkomingen. Statistische significantie wordt vastgesteld aan de hand van de p-waarde, die aangeeft in hoeverre je hypothese waarschijnlijk is. In dit geval dus de veronderstelling dat biologisch voedsel minder kankergevallen oplevert.
Veelal wordt een p-waarde aangehouden van 0,05, ofwel 95 procent waarschijnlijkheid om aan te geven dat een verband al dan niet plausibel is. Recent echter zijn er stemmen opgegaan om in ieder geval bij dit type epidemiologisch onderzoek een p-waarde aan te houden van 0,005, gezien alle onzekerheden over de kwaliteit van de gegevens en de voor een deel onontwarbare kluwen aan confounding factors.
Het gevaar van overtrokken conclusies
Al met al zijn de conclusies overblown, volgens Tom Sanders van Kings College in Londen. Als je niet rookt, niet te zwaar bent en niet zoveel alcohol drinkt, maakt het niet uit of je biologisch eet of niet. Hij wordt daarin - waarschijnlijk onbedoeld - bijgevallen door de onderzoekers zelf.
De onderzoekers keken naar verschillende subgroepen binnen hun populatie en daaruit bleek dat het statistisch significante associatie tussen biologisch voeding en kanker verdwijnt bij mensen met gezonde voedingsgewoonten. Anders gezegd: biologische voeding heeft geen toegevoegde waarde bij het voorkomen van kanker.
Baat het niet dan schaadt het niet, zou je kunnen denken, maar in een commentaar in hetzelfde nummer van JAMA Internal Medicine klinkt de nodige bezorgdheid door over het effect van dit soort onderzoek op de volksgezondheid.
De resultaten - hoe slecht onderbouwd ook - kunnen de angst van mensen voeden voor residuen van bestrijdingsmiddelen. Met als gevolg dat juist bevolkingsgroepen die het het hards nodig hebben minder groenten en fruit gaan eten, omdat ze biologische producten niet kunnen betalen. Maar goed, ook dat is een hypothese.
Een mening over dit artikel? Reageer op onze Twitter, Facebook, Instagram en LinkedIn. Een opinieartikel is ook van harte welkom. Mail dan even met de redactie (redactie@agrio.org). Geïnteresseerd in de andere artikelen van VORK? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan.
Tekst: Joost van Kasteren Beeld: Ruth van Schriek