Voorwoord: De visie van Carola
Het hoort natuurlijk een beetje bij het ministerschap van Landbouw dat je vlekjes oploopt soms letterlijk als de eieren door de zaal vliegen. De echte testcase voor een minister is of hij/zij een visie weet te ontwikkelen op de landbouw, die niet alleen door de sector, maar ook door een groot deel van de samenleving wordt gedragen. Vooral wat dat laatste betreft, staan de sterren niet erg gunstig voor de minister omdat de perspectieven voor landbouw sterk uiteen lopen.
Termen die de laatste tijd steeds luider rondzingen bijvoorbeeld, zijn kringloop- en natuurinclusieve landbouw. Vork-redacteuren Ellen Mangnus en Stijn van Gils waagden zich onder de Haagse stolp en vroegen Kamerleden wat zij daaronder verstaan. Dat loopt flink uiteen, van hergebruik van reststromen en minder bestrijdingsmiddelen tot inkrimpen van de veestapel en volstrekt geen kunstmest meer gebruiken.
Prachtig natuurlijk, al die verschillende manieren om kringlooplandbouw en natuurinclusief te definiëren, maar hoe je daar chocola van moet maken als minister is mij een raadsel. De kans is groot dat het blijft bij een betrekkelijk vage definitie zoiets als duurzaam waarmee je in ieder geval de kikkers in de kruiwagen probeert te houden.
Een onderliggende vraag is hoe reëel het is om kringlopen in de landbouw te sluiten. Zeker als het gaat om nutriënten (stikstof, fosfaat, kalium en sporenelementen) is aanvoer van buiten nodig om oogstverliezen te compenseren. Zonder die aanvoer in de vorm van kunstmest en sojaschroot uit Brazilië zouden de opbrengsten van de landbouw dalen tot een vijfde van het aantal graanequivalenten dat nu wordt geoogst, valt te lezen in het gesprek met Henk Breman, expert in bodemvruchtbaarheid.
Los van de wetenschappelijke kanttekeningen bij kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw dreigt ook het draagvlak onder boeren voor een meer natuurvriendelijke landbouw te verkruimelen. Dick Veerman voorziet in zijn column een toename van het boerenactivisme, omdat strengere eisen voor de bescherming van natuur en milieu de concurrentiepositie ondergraven. Geconfronteerd met een koude sanering groeit ook de irritatie over het feit dat boeren door oogklep-ecologen en natuurbeweging voortdurend in de beklaagdenbank worden gezet. Dat motiveert eerder tot (lijdelijk) verzet dan tot enthousiaste samenwerking.
Onder zon gesternte vraagt het heel wat van een minister om met een visie te komen die voldoende overtuigingskracht heeft om richting te geven aan het debat over de toekomst van de Nederlandse landbouw. Dan ben je er niet met romantisch dromen over vage begrippen als natuurinclusieve landbouw. En nog minder met politiek opportunisme om zowel de grachtengordel als het platteland te lijmen. Richting geven vraagt om keuzes maken, keuzes waarmee linksom of rechtsom mensen niet blij van gaan worden. Benieuwd of deze minister dat, anders dan veel van haar voorgangers, in zich heeft.
We noemden al de column van Dick Veerman; het is zijn laatste voor Vork. Vanaf het begin, bijna vijf jaar gelden, heeft hij ons uitgedaagd met zijn vaak controversiële gedachten. Tijdgebrek is de reden en als je ziet op wat voor tijdstippen zijn column werd gemaild, kun je je daar iets bij voorstellen. Bedankt Dick.
Joost van Kasteren
Hoofdredacteur Vork