Duurzame vleeseter ziet wereld anders dan spaarzame vegetariër
Je kunt kijken vanuit productie, consumptie en circulair. Elk perspectief heeft haar eigen waarheid en daarom botst het zo hard in het maatschappelijk debat, betoogde ze tijdens Het Pluimvee Symposium in Eersel. Duurzamer vlees of helemaal geen vlees? Wie vanuit productie redeneert, bepleit een veehouderijsysteem dat zo efficiënt mogelijk is ingericht. Daarbij geldt: proberen om zo veel mogelijk vlees te produceren met zo min mogelijk voer.
Aanhangers van het consumptieperspectief bekijken het anders. Zij vinden dat je producten moet eten die voor minder milieuschade zorgen. Oplossingen zijn dan een vegetarisch of veganistisch eetpatroon en het vervangen van rund door kip of vis. Die alternatieven kosten immers minder grondstoffen. Geen melk zonder vlees Bij circulair is de zienswijze dat er geen melk geproduceerd kan worden zonder vlees en geen suiker zonder bietenpulp als reststroom. Om die reststromen optimaal te gebruiken, zijn dieren meestal de beste oplossing, vinden zij. Met al die reststromen en afvalproducten kan zon 14 gram dierlijk eiwit geproduceerd worden.
Een deel van de wereldwijde veehouderij vindt bovendien plaats op gronden die voor plantenteelt ongeschikt zijn. Bijvoorbeeld in droge en stenige gebieden en dan is veehouderij de enige optie. Dat levert gemiddeld nog eens 7 gram dierlijk eiwit per persoon op. Aangenomen dat een gemiddeld wereldburger 60 gram eiwit per dag nodig heeft, kan wat hen betreft dus 21 gram uit de dierhouderij komen. Binnen een circulaire economie kunnen liefhebbers van vlees dus gewoon dierlijke eiwitten blijven eten. Al moet de vleesconsumptie dan wel kleiner worden. Een volledig vegetarisch menu is vanuit dit perspectief minder duurzaam dan een beetje vlees.
Oplossingen Om ondanks die verschillende perspectieven toch uit de discussie te komen, adviseert Van Zanten om in te zetten op oplossingen die in alle drie perspectieven voorkomen. Op die manier ontwikkelt de samenleving in ieder geval de goede kant op. Die oplossingen zijn volgens van Zanten het voorkomen en hergebruiken van verliezen in het voedsel, precisielandbouw, het stimuleren van een goede gezondheid van de dieren, mest van mens en dier beter hergebruiken, minder dierlijke producten consumeren en alternatieve eiwitten gebruiken.